Vocabulaire: les médias (1) Flashcards
het abonnement
l’abonnement (m)
de activiteit
l’activité (f)
het voordeel
l’avantage
de bibliotheek
la bibliothèque
de communicatie
la communication
de ontwikkeling
le développement
het nadeel
l’inconvénient (m)
het interview
l’interview (f)
de brief
la lettre
het boek
le livre
de boodschap, het bericht
le message
het publiek
le public
prettig
amusant(e)
dom
bête
interessant
intéressant(e)
vrij
libre
stom
nul, nulle
dol zijn op, heel graag zien
adorer
houden van, graag zien
aimer
communiceren
communiquer
luisteren (naar iets)
écouter (quelque chose)
horen
entendre
lezen
lire
spreken over
parler de
een abonnement nemen
prendre un abonnement
nadenken
réfléchir
(naar iets) kijken
regarder (quelque chose)
zich abonneren (op)
s’abonner à
zich richten tot
s’adresser à
zich herinneren
se souvenir de
zich interesseren voor
s’intéresser à
de doelgroep
le public cible