Visuele perceptie Flashcards

1
Q

Ventrale baan

A

De ‘wat’ baan. Object herkenning. Gaat. van V1 naar secundaire, V2&V3, naar V4 en eindigt in inferotemporale kwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dorsale baan

A

De ‘hoe’ / ‘waar’ baan. Locatie van object. Gaat van. V1 naar secundair V2 & V3, naar V5/MT door naar paratiele kwab.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drie interactie vormen tussen ventraal en dorsaal

A
  1. Aparte banen opereren parallel en eindigen op zelfde plek
  2. Feedbackloops in latere fase geven. info door aan beginstadia
  3. Directe anatomische verbinding tussen de twee banen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Experiment

A

Ventrale baan schade, kon daarmee object niet herkennen (visuele agnosie). Ze. kon brieven oppakken en posten, maar niet orienteren. Daarom is de waar route ook. wel de hoe route

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly