Geheugen modellen Flashcards

1
Q

H.M.

A

Delen van hippocampus verwijderd ivm epilepsie, ontwikkelde daarna ernstig anterograde amnesie
= geen nieuwe lange termijngeheugen

Cruciale inzichten in werking van geheugen, namelijk de rol van hippocampus bij vormen van nieuwe herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Atkinson en Shiffrin

A

Vroeger werd geheugen gezien als 1 functie, door selectieve stoornis werd het multimodale model door hen ontwikkeld

Onderscheid tussen:
1. Sensorisch geheugen
- Slaat info van zintuigen op. Grote capaciteit maar korte duur (buffer)

  1. Korte termijn
    - Vasthouden en actief verwerken van beperkte info (tot 30 sec)
  2. Lange termijn
    - Info permanent opgeslagen. onbeperkte capaciteit

Kritiek
- Simplistisch, serieel en lineaire verwerking bleek onrealistisch en geen info over hoe het werd overgedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Baddely en Hitch

A

Introduceerde het werkgeheugenmodel;

  1. Fonologische Lus
  2. Visueel ruimtelijk kladblok
  3. Aangestuurd door centrale executieve

Later werd de episodische buffer hieraan toegevoegd (tijdelijk opslagplaats waar info van verschillende modaliteiten wordt gecombineerd/geintigreerd voor het LTG ingaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Larry Squire

A

Belangrijk in theorievorming van Langetermijngeheugen, Stelde taxonomieopvatting voor waarin het wordt opgesplitst in twee systemen

  1. Declaratieve (/explicite) geheugen
    - Omvat bewust toegankelijke kennis over feiten/gebeurtenissen. Twee subtypen
    - Semantisch (feitelijke kennis)
    - Episodisch (persoonlijke herinneringen)
  2. Non-declaratieve (/impliciete) geheugen
    - opslaan van info zonder bewuste aandacht. Bevat vaardigheden, gewoonten en conditionering.
    - procedureel geheugen (H.M. kon spiegeltekeningen foutloos uitvoeren, maar verstoord bij parkinson/huntington)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Soorten geheugenprocessen

A

Twee aspecten

  1. tijd
    - Zintuigelijk geheugen (verloren na 3 ms)
    - Kortetermijn (verloren na 10-15 indien niet herhaald)
    - langetermijn (gradueel verlies van sommige info) *ebbinghaus vergeetcurve, 2 dagen
  2. Soort info
    - Expliciet/impliciet
    - contextueel
    - autobiografisch etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly