Extra's Flashcards

1
Q

Smaaksensatie

A

6 smaken (zoet zuur bitter zout vet en umami)

Op elk deel van tong waarneembaar. Doorgegeven aan de medulla,via pons naar thalamus en dan insula.

structuur, temp, scherpte en kruidigheid dragen ook bij, maar wordt somatosensorisch verwerkt

Deel van proeven wordt door geur bepaald;
Cortex olfactorius verwerkt dit via de reukzenuw en koppelt dit aan de thalamus/hippocampus. Daardoor gekoppeld aan emotie en herinnering; rede waarom geur belangrijke rol speelt bij herkenning gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Woordfases baby taalontwikkeling

A
  1. De eenwoordfase (10-14 maanden)
  2. Telegramstijlfase (tussen 1,5 en 2)
  3. Differentiatiefase (snelle stappen rii volwassen taal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drie componenten van spraak

A
  1. Conceptualisator (preverbale boodschap (niet-talige concepten) met kennis voorbereid
  2. Formulator (Grammaticale/fonologische info uit lexicon geactiveerd voor ontstaan interne spraak
  3. De articulator, via articulatieorganen de precieze, snelle timing van spraak uitvoeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PPA

A

Primaire progressieve Afasie
1. Niet-vloeiende variant
- Agrammatisme, spraakapraxie
- Woordbegrip gespaard

2 Semantische variant
- Benoemstoornis
- Aangedaan woordbegrip
- Gestoorde objectkennis
- gespaarde woordherhaling

  1. Logopenische variant
    - Woordvindproblemen in spontane taal en benoemen
    - Gestoorde zinsherhaling
    - Gespaard woordbegrip
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Interventies Dyslexie vs DLD

A

DLD risico voor leesbegrip door matig orale taal skills en dyslexie door slechte decodering. Beide hebben verschillende interventies nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Transcorticale afasie

A

Sensorisch
- Taalbegrip gestoord, productie is vloeiend

Motorisch
- Taalbegrip intact, productie niet vloeiend.

Nazeggen bij transcorticaal vaak wel intact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Test die Dysartrie van spraakapraxie

A

diadochokinese. Pa pa pa vs pa ta pa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wittestofbanen bij taalfuncties

A

Letsels in subcorticale witte stofbanen kunnen grote rol s pelen bij taalproductiestoornissen (meer dan bij grijze stof)

Belang van temporale kwab met name gyrus temporalis medus is steeds duidelijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Perceptual narrowing

A

Vernauwing van differentiatie in tonen na herkenning moedertaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Resultaten EF onderzoek

A

Twee soorten EF,

  1. Taak georienteerd
    - Meting door specifieke taak ontworpen om verschillende EF te beoordelen, bijv inhibitie of WG. Adh van objectieve criteria
  2. beooreling georienteerd.
    - Adh v an observaties zelfrapportage en rapportage van anderen. I[v uitvoeren, gedragingen ivm EF beoordelen.

Kunnen niet inwisselbaar worden gebruikt, meten verschillende dingen. Theorien over EF zouden dus niet EF als 1 construct moeten beoordelen, bestaat uit meerdere skills.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly