veroudering en kwetsbaarheid: gastdocent les 2 Flashcards

1
Q

geriatrische syndromen (6)

A
  • plypharmacie
  • cognitieve achteruit gang
  • depressie
  • ondervoeding
  • slikstoornissen
  • vallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat betekent unintentional weight loss ?

A

onvrijwillig gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

factoren van gewichtsverlies (5)

A
  • ziekten
  • medicatie
  • zorgafhankelijkheid
  • psychisch
  • zorgkwaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat betekent mulnutritie?

A

tekort/teveel aan energie/eiwit/ andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat betekent ondervoeding?

A

verminderde eiwit of energie inname of absorptie tgv onvoldoende voedselaanbod door vasten/ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevolgen van ondervoeding (5)

A
  • afname gewicht en spiermassa
  • verminderde wondgenezing/toename kans decubitus
  • langere opname duur
  • meer kans op complicaties
  • afname kwaliteit van leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe bereken je je energie behoeften?

A

basale stofwisseling (BMR) x physical activity leven (PAL)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaat ondervoeding (4)

A
  • verhoogde energiestofwisseling
  • verlies aan nutriënten
  • verminderde inname
  • meestal ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

frquente oorzaken van ongewild gewichtsverlies (4)

A
  • depressie,
  • maligniteit
  • cognitieve stoornissen
  • gastro-intestinale oorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gewichtsvermindering medicatie (3)

A
  • analgetica
  • antibiotica
  • ontstekingsremmers –> NSAID’s en steroiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

opsporen van ondervoeding klinisch onderzoek (4)

A
  • BMI
  • gebit
  • spier atrofie
  • brozen haren, dunnere huid, cheilitis angularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bij welke deficiëntie kan de tong wat dikker zijn?

A

vit b12 deficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kan je een nutritionele screening op zaal doen? + uitlef

A

quadrantmethode –> als er een bord afgeruimd wordt er gekeken wat er nog op het bord ligt. als het bord leeg is 4 punten, is het bord half leeg, 2 punten. is het bord vol, 0 punten. er wordt een score per persoon bijgehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

betekenis presbyfagie

A

slikstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oorzaken van slikstoornissen (5)

A
  • dementie
  • parkinson
  • MS
  • sarcopenie
  • medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is sarcopenie?

A

verminderde spierkracht door leeftijd

17
Q

wat wilt secundaire sarcopenie zeggen?

A

verminderde spierkracht door onderliggende ziekte, ondervoeding

18
Q

kenmerken dementie (6)

A
  • geheugenstoornissen en desorientatie
  • stoornissen in aandacht, abstract denken en oordelen
  • corticale functiestoornissen
  • gedragsveranderingen
  • traag progressief ingesteld
19
Q

wat is betekent: (voorbeelden corticale functiestoornissen)

  • afasie
  • apraxie
  • agnosie
A
  • afasie = stoornissen in het spreken en begrijpen van taal
  • apraxie = stoornissen in het uitvoeren van eenvoudige en complexere beweging
  • agnosie = verlies van het vermogen om personen, voorwerpen, geluiden, geur te herkennen