relevante geneesmiddeleninteracties in de mondzorg Flashcards
3 type interacties
- biologische variabiliteit
- farmacodynamische intercaties
- farmacokinetische interacties
wat wilt biologische variabiliteit interactie zggen?
effect is per persoon anders als reactie op een gm omwille van biodiversiteit
wat wilt farmacodynamische interactie zeggen?
wat het gm doet in het lichaam. welke kettingreactie de gm in het lichaam in gang zet na interactie met receptoren
wat wilt farmacokinetische interactie zeggen?
wat het lichaam doet met gm. beschrijft processen wat met werkzame stoffen in het lichaam gebeurt
3 interacties binnen farmacodynamische interactie
- additief
- antagonistisch
- medicament- medicament
- additief
- antagonistisch
- medicament- medicament
wat willen deze farmacodynamische interacties zeggen?
- additief –> versterken elkaar
- antagonistisch –> gm blokkeren elkaar
- medicament- medicament –> beide medicamenten gaan met elkaar binden
sint janskruid versterkt de werking van: (4) + inhibeert de werking van (1)
versterkt:
- antidepressiva
- anticoagulantia
- digoxine
- simvastatine
inhibeert:
- immuunsuppressiva (afstotingsverschijnselen kunnen ontstaan)
Farmacokinetische interacties: ADME afkorting
- absorptie
- distributie
- metabolisatie
- excretie
wat wilt absorptie zeggen: farmacokinetische interactie
opname van gm in het lichaam (oraal, via huis, via bloedbaan)
hoe wordt de absorptiesnelheid beïnvloedt? (2)
- manier van inname
- consistentie
3 inter-agerende processen
- complexvorming –> gm gaat met iets binden met iets anders waardoor neerslag ontstaat
- gewijzigde darmtransit
- verandering in zuurtegraad –> sommige gm worden beter opgenomen in een zuur milieu (innemen in combinatie met suikkerrijke en energierijke maaltijden)
betekenis distributie: farmacokinetische interactie
verdeling van het gm over het lichaam. transport van werkzaam bestanddeel via bloedsomloop naar lichaamsweefsel en organen
waarom heeft verouderen invloed op distributie? (5)
- vetweefsel neemt toe
- spiermassa neemt af
- watervolume daalt
- voor lipofiele medicatie –> afzetgebied is groet, eliminatie duurt langer
- hydrofiele medicatie –> eleminatie minderlang
wat wilt metabolisatie zeggen: farmacokinetische interactie
afbraak gm in de lever (CYO450 = cytochroom enzymsysteem). sommige gm remmen deze ‘abraakenzymen’, anderen stimuleren deze juist (bloedspiegel verandert hierdoor)
remmers van afbraak enzymen zijn oa: (3)
- fluconazol
- erythromcine
- pompelmoessap
enzyme inductoren (4)
- carbamazepine
- sint janskruis
- tabak
- ethanol
door welke organen wordt eliminatie uitgevoerd: farmacokinetische interactie
nieren + lever
excretie: farmacokinetische interactie
gm die de nierfunctie beïnvloeden kunnen uitscheiding van andere gm remmen of stimuleren
bijwerking van medicamenten op de gebitselementen: intrinsieke verkleuring
overmatige dosering tijdens amelogenese
fluorosis (4)
- witte of bruine vlekken in glazuur
- hypo mineralisatie tijdens pre-eruptieve amelogenese
- poreuzer opp
- fluoride remt afbraak van proteïne matrix en stoort vorming hydroxy apatiet
minocycline: intrinsieke verkleuring (2)
voor acne
- wordt ingebouwd tijdens dentinogenese
- kan ook op latere leeftijd verkleuring geven
bijwerking van medicamenten op de gebitselementen: extrinsieke verkleuring
aanslag op het opp van de tand of verkleuring van pellikel of biofilm
ijzerpreparaten 3 voorbeelden
- etherische oliën (te bestrijding van gingivits en halitose) –> in combinatie met thee –> verkleuring
- antibiotica
- tinfluoride
bijwerking van medicamenten op de gebitselementen: Cariës, welke medicatie + kenmerken (3)
hypo-sialie inducerende medicatie
- daling buffercapaciteit van speeksel
- minder natuurlijke reiniging
- verhoging van cariës risico
bijwerking van medicamenten op de gebitselementen: attritie: door bruxisme tgv inname van: (3)
- anti-depressiva (serotineheropnameremmers)
- anti parkinson (levodopa)
- anti- psychotica ( clozapine)
bijwerking van medicamenten op de gebitselementen: congenitale dysplasie: verstoring odontogense tgv inname cytostatica voor kanker gevolgen (4)
- glazuurhypoplasie
- microdontie
- relatief korte wortels
- relatief grote pulpa kamers
wanneer grote kans op agenesie?
inname van bepaalde anti-epileptische medicatie tijdens zwangerschap + inname van cytostatica op zeer jonge leeftijd
invloed van medicatie op gingiva: ontsteking
anticonceptie in beginjaren veroorzaakte of bevorderde gingivitis
invloed van medicatie op gingiva: intrinsieke verkleuring
hyperpigmentatie van de gingiva
welke medicatie zorgt voor hyperpigmentatie van de gingiva en hoe uit zicht dit? (3)
minocycline (tetracycline)
- veroorzaakt verkleuring van de tandne na de doorbraak
- veroorzaakt pigmentatie van orale mucosa, gingiva en de huid
- verdwijnt na stoppen van medicatie
invloed van medicatie op gingiva: irritatie (4)
- gebruik van bleekmiddelen
- lokale applicatie van acethylsalicylzuur
- lokale applicatie van waterstof peroxide
- intensief spoelen met alcoholische mondspoelmiddelen
invloed van medicatie op gingiva: cytotoxiciteit
door cytostatica: bisfosfonaten –> osteonecrose van mandibula of maxilla
invloed van medicatie op gingiva: lichenoïde reacties zijn gelinkt aan gebruik van (4)
- NSAID’s
- ACE-remmers
- beta blokkers
- orale glycemie verlagende middelen
5 orale bijwerkingen van door ouderen veel gebruikte medicatie
- droge mond
- candidose
- halitose
- smaakstonissen
- angio oedeem
orale bijwerkingen: droge mond: welke medicaties?(3)
- maagzuurremmer
- ACE-remmer
- diuretica
gevolgen van een droge mond bij ouderen (5)
- slecht slapen
- slechte zelfreiniging in de mond
- verhoogd risico op candida
- verhoogd risico op cervicale cariës
- problemen met eten
- verminderde smaak
- halitose
candidose: verstoring van orale flora bij gebruik van: (3)
- antibiotica
- inhalatie corticosteroïden
- ’s nachts dragen van gebitsprothese
angio oedeem
plotse diffuse zwelling van tong, lippen, aangezicht of oropharynx vaak tgv ACE remmers (bij hypertensie)
invloed van medicatie op gingiva:halitose: door welke medicatie?
medicatie die zwavel of jodium bevat (bv diuretica)
invloed van medicatie op gingiva: smaakstoornis
medicatie die invloed heeft op aanwezigheid van koper, Ni, zink. ACE remmers binden met zink in smaakreceptoren
wanneer worden bisfosfonaten gegeven? (3)
- tegengaan van postmenopauzale osteoporose
- behandeling van kanker waarbij beenmerg is betrokken
- behandeling van metastasen in skelet na mama carcinoom
wat doen bisfosfonaten
- remmen osteoclasten, minder botafbraak waardoor osteoporose tegengegaan wordt