Unita 7 Flashcards
de actrice
l’attrice
het geheim
il segreto
de psycholoog
lo psicologo
het plot
la trama
met gesloten boek
a libro chiuso
Een film
Un film
jammer, helaas
peccato
de thriller, spannende film
il thriller
psychologisch
psicologico
die jij zo leuk vindt
di quelli che piacciono a te
verdorie
mannaggia
vertel op
racconta un po‘
tot wanneer
fino a quando
een andere
un altro
verdwijnen
sparire (sparisco)
kant en klare smoes, excuus
scusa pronta
de manager
il manager
het contract
il contratto
overgaan (telefoon)
squillare
in feite
praticamente
het dubbelleven
la doppia vita
natuurlijk, sterker nog, zelfs
addirittura
“Oggi è addirittura allegro”
Look at him, he even seems cheerful.
trouwen
sposarsi
de bruiloft
il matrimonio
zich gedragen
comportarsi
afgeleid
distratto
scenes draaien (film)
girare delle scene
draaien
girare
scenes
scene
helemaal niet
per niente
in werkelijkheid, in feite
in realtà
de werkelijkheid
la realtà
onvoltooid verleden tijd
imperfetto
de chocolaatjes, bonbons
i cioccolatini(il cioccolatino)
de gasten
gli ospiti (l’ospite)
de schoonouders
i suoceri (il/la suocero/a)
met open mond
a bocca aperta
zetten, neerzetten, stellen, vaststellen
porre
vertalen
tradurre
Herinner je je wat we gelachen hebben?
Ricordi che risate
het gelach
le risate
overdenken
ripensare
vrijuit
liberamente
ik denk erover na
ci penso
de bril
gli occhiali
hard, sterk
forte
de zwembroek, zwempak
il costume da bagno
de gebeurtenis
l’evento
de herinneringen
i ricordi (il ricordo)
gewoon, vast
usual, common
abituale
herhaald
ripetuto
toen ik jong was
da giovane
afgelopen, afgesloten
concluso
tegelijkertijd
contemporanee
nerveus, zenuwachtig
nervoso
de koelkast
il frigorifero
gedurende lange tijd
a lungo
gaande
in corso
onderbroken
interrotto
Vaticaanstad
il Vaticano
afgaan (telefoon)
suonare
een oude vriend
un vecchio amico
hij droeg een spijkerbroek
portava i jeans
de spijkerbroek
i jeans
het t-shirt
la maglietta
lichtblauw
celeste
hij zat op een Vespa
era seduto su una Vespa
de Vespa (type scooter)
la Vespa
continu, voortdurend
in continuazione
het gezelschap
la compagnia
verlegen
timido
samen zijn
stare insieme
gelukkig, blij
felice
buiten, op straat
in giro
leeg, verlaten
deserto
ongeduldig
impaziente
scheef/schuin
pendente
de strip (als in: het stripverhaal)
la vignetta
het verhaal
il racconto
het verhaaltje, grappig verhaal
la storiella
origineel
originale
de regel
la riga
zwaar werk
duro lavoro
zwaar, hard
duro
het resultaat, gevolg
il risultato
duidelijk, helder
chiaro
We hadden besloten naar de film te gaan
Avevamo deceso di andare al cinema
de tragedie
la tragedia
de comedy
la commedia
niets bijzonders - niet veel
un granché
“Non mi pare granché”
I do not think much of that.
niet eens
neppure
en toch
eppure
de kritieken
le critiche
een half uur
un’mezz’ora
voltooid verleden tijd
trapassato prossimo
gebeuren
to occur, to happen, to come about
zelfstandig naamwoord: future, hereafter
avvenire
als avondeten
per cena