Unita 5 Flashcards
doorbrengen
trascorrere
Kerstmis
Natale
de reis
il viaggio
Nieuwjaar
Capodanno
We zullen een reis gaan maken
Faremo un viaggio
besloten (besluiten)
deciso (decidere)
reserveren
prenotare
dus
dunque
de hoge snelheidstrein
il treno ad alta velocità
de rondreis
il giro
kosten
costare
heel wat
un bel po’
het begin
l’inizio
oudejaarsdag
l’ultimo dell’anno
of, oftewel
oppure
vieren
festeggiare
begin-, aanvankelijk
iniziale
het aanvankelijke programma
il programma iniziale
ontmoeten
incontrare
samen
insieme
reserveren
prenotare
de verrassing
la sorpresa
eindelijk
finalmente
koken
cucinare
uitleggen
spiegare
beloven
promettere
afstuderen
prendere la laurea
afstuderen, master
la laurea
de advocaat
l’avvocato
het kampioenschap
il Campionato
tentamens halen
superare gli esami
laat komen, laat maken
fare tardi
dingen te doen hebben
avere da fare
heb je iets te doen?
hai da fare?
In/met de trein
In treno
het loket
la biglietteria
de contrôle
il controllo
de passagier
il passeggero
het spoor
il binario
retour
andata e ritorno
het supplement (extra kosten)
il supplemento
aankomen, arriveren
essere in arrivo
in plaats van
anziché
de medewerker
l’impiegato
bedanken
ringraziare
in/naar de bergen
In montagna
de wintersport
la settimana bianca
juist, net, zodra
appena
gewoonlijk
di solito
vorig jaar
l’anno scorso