Thomas Kuhn (1922-1996) Flashcards

1
Q

Waar liep Kuhn tegenaan bij Aristoteles?

A

Kuhn begreep de fysica van Aristoteles niet. Waarom zo een groot denker als Aristoteles zo’n domme theorie hanteren? Een ding dat valt, zou streven naar een natuurlijke plaats; het midden van de aarde (toentertijd het middelpunt van de kosmos). Hierdoor kreeg Kuhn het idee dat Aristoteles in een ander paradigma leefde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van een paradigma?

A

Een paradigma is een wetenschappelijk wereldbeeld waarin men leeft. Het is de leidende graadmeter voor wat men denkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een paradigmashift?

A

In de tijd van Aristoteles tot nu hebben we meerdere paradigma’s gehanteerd. In die periode hebben zich verschillende paradigmawisselingen (paradigmashifts) plaatsgevonden. Het is een grote omwenteling van wetenschappelijk wereldbeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heeft de wetenschap zich door de jaren heen ontwikkeld volgens Kuhn?

A

Men denkt vaak dat de wetenschap zich ontwikkeld als een lineaire processie; dus in een rechte lijn. Waarbij elke wetenschappelijke theorie zich voort borduurt op een vorige theorie. Maar dat beeld bestaat volgens Kuhn alleen wanneer je alle mislukkingen weghaalt. Het echte beeld ziet er meer uit als een vertakking van mislukking. Een wetenschapsgebied ontwikkeld zich, doordat het opbloeit en vooruitgaat. Maar die vooruitgang begint te blokkeren. Een nieuw wetenschappelijk paradigma zal opbloeien en voortbestaan totdat het weer zal blokkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom kun je een wetenschappelijke revolutie vergelijken met een gestalt-switch?

A

Een gestalt-switch is een snelle gedaanteverandering. Een voorbeeld hiervan zijn ambigue plaatjes, zoals een eend of een konijn. Je brein switcht van het ene beeld naar het andere, maar je kunt ze nooit tegenlijk zien. Dit gebeurd ook bij een paradigmawisseling. Al die tijd menen we een eend te zien en dan opeens zien wetenschappers de wereld op een andere manier: ze zien het konijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurd er met de wereld na z’n wetenschappelijke revolutie?

A

Een wetenschappelijke revolutie zorgt ervoor dat we de wereld letterlijk anders zien. De feiten zien er niet alleen anders uit, maar de feiten en de wereld zijn zelf ook veranderd. De ontologie van de wereld is veranderd. Dit heeft te maken met de theorie van Kuhn: de geladenheid van observatie. Wat we zien is voor een groot deel bepaald door onze achtergronden. Dus wat we zien wordt bepaald door het paradigma dat we in ons hoofd hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is Kuhn’s theorie descriptief of normatief?

A

Kuhn’s theorie is descriptief; het is geen methodologie, maar een historische beschrijving. Kuhn schrijft ons niet voor wat een goede wetenschap is, maar hij beschrijft goe de wetenschap zich ontwikkeld. Hij zegt dan ook niet hoe men te werk moet gaan (niet normatief dus).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is Kuhn’s wetenschapsconceptie constructivistisch?

A

Theorieën bepalen hoe de wereld eruit zien.
De kenbare wereld verandert per tijdsbestek. We kunnen een onderscheid maken tussen hoe de wereld an zich is en over hoe de wereld zich aan ons voordoet. Het is een Kantiaans punt: de kenbare wereld is onze constructie, wij categoriseren de wereld. Het verschil tussen Kant en Kuhn is dat Kant dit een universele constructie vindt (het is voor iedereen gelijk) en Kuhn vindt dit a posteriorgisch: per tijdsbestek en per groep verschilt het welk paradigma men omarmt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is Kuhn’s wetenschapsconceptie relativistisch?

A

Wetenschap ken uiteindelijk geen vooruitgang. De paradigma’s bouwen niet op elkaar voort. Er is wel vooruitgang binnen een paradigma, maar er is geen continuïteit tussen de paradigma’s zelf. De schok tussen de paradigma’s is te groot. Er is uiteindelijk dus niet zoiets als objectie kennis, feiten of waarheid, want deze zaken zijn afhankelijk van het paradigma waarin iemand zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom kunnen we paradigma’s niet met elkaar vergelijken?

A

Er is geen objectieve maatstaf om paradigma’s met elkaar te vergelijken. We kunnen niet buiten alle paradigma’s gaan staan en ze een voor een naast de werkelijkheid leggen. We hebben namelijk enkel toegang tot de werkelijkheid via een paradigma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was Kuhn’s invloed op de science war?

A

Kuhn’s wrk is ontzettend invloedrijk geweest en heeft geleid tot een felle botsing tussen denkers van het objectivisme en het relativisme vanaf de jaren 80. Deze botsing noemt men de science war. Het gaat om een fel debat over de status van kennis. De objectivisten verdediger de objectieve kennis en de relativisten bestrijden die objectieve kennis. Kuhn heeft de relativisten aan een argument geholpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was het dieptepunt in de science war?

A

Sokal was een objectivist die de relativisten op hun plaats wilde zetten. Hij stuurde een nepartikel in dat gepubliceerd werd. Maar Sokal trok aan de rem en concludeerde dat relativisten geen flauw benul hebben van wat ze doen. Als het maar een beetje interessant klinkt, is het prima.

Enerzijds: relativisten zijn op hun plaats gezet.
Anderzijds: wetenschappelijke normen overtreden, want gij zult geen nep artikelen inzenden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de voorwetenschappelijke periode in?

A

Dit is de periode dat er nog geen gezamenlijk paradigma heerst. Er is nog geen consensus over de problemen en feiten in de werkelijkheid. Er kan nog geen collectieve wetenschap worden bedreven, het is nog individueel geploeter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de normale wetenschap periode in?

A

Dit is een periode van vooruitgang. Er is nu een gezamenlijk paradigma; er is consensus over hoe er onderzocht moet worden. Er kan collectieve wetenschap worden bedreven. Er is nu een paradigma dat begint op te bloeien/groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom kunnen we de normale wetenschap vergelijken met een puzzel?

A

Het is te vergelijken met het oplossen van een puzzel, want je begint met de randen (het theoretisch kader/denkraam ligt vast) de rest hoeft je alleen nog maar in te vullen: routinewerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom bereikt het wetenschapsgebied zijn volwassenheid in de normale wetenschap periode?

A

Het wetenschapsgebied boekt vooruitgang en kan optreden tegen tegenstrijden. In de beta-wetenschappen is men het eens over het paradigma. Er heerst een gezamenlijk paradigma en dat zorgt voor de volwassenheid: het is aan het opgroeien.
In de overige wetenschapsgebieden (sociologie, psychologie, antropologie, etc) hebben ze nog geen gedeeld paradigma. Het is een richtingenstrijd, ze zijn nog niet volwassen.

17
Q

Waarom gaat het paradigma vrij uit in de normale wetenschap periode?

A

Het paradigma wordt nooit bekritiseerd. Als er problemen zijn geeft men de wetenschappers de schuld en niet het paradigma. Het paradigma is goed. Het heersende wereldbeeld bekritiseren we niet, de randen van de puzzel zijn af, alleen de puzzelaars verpesten het.

18
Q

Waarom worden wetenschappers gehersenspoeld?

A

De opleiding tot wetenschapper is een soort van hersenspoeling. Als wetenschapper wordt je gedompeld in een bestaan paradigma waarin je de wereld leert te ontdekken. Deze indoctrinatie heb je niet zelf in de gaten. De term paradigma zal waarschijnlijk nooit vallen bij een wetenschappelijke opleiding. Je krijgt juist allerlei voorbeelden en modellen zodat je niet meer anders kan denken dan binnen het heersende paradigma. Zonder het te beseffen krijg je oogkleppen op. Een wetenschappelijke opleiding is een voorbereiding van normale wetenschappen; je wordt puzzelaar!

19
Q

Wat behoort tot de periode van de abnormale wetenschap?

A

Problemen gaan zich opstapelen. Hierdoor valt de consensus weg en is er geen overeenstemming meer. Het vertrouwen in het paradigma begint te verminderen. Met andere woorden: crisis. Dit kan op twee manieren worden opgelost: de problemen binnen het huidige paradigma worden opgelost of men gaat een nieuw paradigma hanteren.

20
Q

Wat gebeurt er in de periode van de wetenschappelijke revolutie?

A

Een nieuw paradigma dient zich aan. Er komt een grote omslag, omdat we van het ene naar het andere paradigma gaan. We zijn niet alleen in een nieuw paradigma terecht gekomen, maar ook in een nieuwe wereld (een nieuwe ontologie). De periode van de normale wetenschap zal opnieuw aanbreken.

21
Q

Wat zijn de twee noties van incommensurabiliteit (je kunt de paradigma’s niet met elkaar vergelijken)?

A
  1. Sociologische betekenis: aanhangers van verschillende paradigma’s hebben onvermijdelijke communicatieproblemen. Ze zullen langs elkaar heen praten, omdat ze een ander paradigma in hun hoofd hebben.
  2. Kennistheoretische en metafysische betekenis: aanhangers van verschillende paradigma’s leven in verschillende werelden. Wat de feiten zijn wordt door ons bepaald in het paradigma. We kunnen geen beroep doen op objectieve feiten, want ze worden bepaald in het paradigma. Ook kunnen we geen beroep doen op de waarheid, want ook de waarheid wordt bepaald door het paradigma.
22
Q

Waarom gaat Kuhn’s theorie in tegen onze instincten?

A

Er zou veel meer overlapping tussen de paradigma’s moeten zijn dan Kuhn beweert. Hij is te relativistisch en ontkent alle continuïteit tussen de paradigma’s. Na een wetenschappelijke revolutie worden termen uit het oude paradigma toch overgenomen in het nieuwe paradigma?

23
Q

Wat is de meest controversiele claim van Kuhn?

A

Wetenschappelijke revoluties (nieuw paradigma in opkomst) is niet rationeel reconstrueerbaar. Daarmee bedoelt Kuhn dat als we een revolutie proberen te verklaren en begrijpen we geen wetenschappelijke rol daarvoor kunnen aanhouden. Zo’n wetenschappelijke revolutie gebeurd met name op grond van buiten wetenschappelijk factoren (sociaal psychologisch). Ze veroorzaken uiteindelijk de wetenschappelijke revolutie. Daarom moet een socioloog juist naar de wetenschappelijke revolutie kijken en een filosoof niet.

24
Q

Waarom vergelijkt Kuhn een wetenschappelijke revolutie met een religieuze bekering?

A

Het is niet puur een rationele wijziging, er komen ook andere factoren bij kijken (bijv. emoties). In de regel zullen jonge wetenschappers zich sneller laten bekeren tot het nieuwe paradigma, omdat zij minder geïnvesteerd hebben in het oude paradigma.