Karl Popper (1902-1994) Flashcards
Waar waarschuwt Karl Popper voor in zijn boek ‘The open society and it’s enemies’?
De menselijke feilbaarheid staat centraal. Popper waarschuwt voor filosofen en ideologen die de waarheid menen te hebben, dus die menen een blauwdruk te hebben over de ideale samenleving (Plato, Marx, etc). Dergelijke ideologieën leiden tot verschrikkelijkheden; genocide, dictatuur, etc, want alles zou geoorloofd moeten zijn voor de perfecte samenleving.
Wat is volgens Popper de perfecte samenleving?
De liberale democratie. In deze samenleving stelt het volk samen de wetten op en maf iedereen zijn mening geven waar mensen vrijheid hebben. Daarnaast mag het volk de leiders weg stemmen wanneer ze er niet tevreden over zijn (bij bijv. machtsmisbruik).
Wat is een fundamenteel verschil tussen Popper en het logisch positivisme?
Popper vervangt het verificatieprincipe door het falcificatieprincipe.
Waarom is Poppers theorie geen betekeniscriterium en dat van het logisch positivisme wel?
Het verificatieprincipe van het logisch positivisme is een betekeniscriterium, want alles wat niet verifieerbaar is heeft geen betekenis. Popper daarentegen vindt dat alles wat niet falificeerbaar is niet wetenschappelijk is. Het heeft wel betekenis, omdat het kan aanzetten tot wetenschap.
Hoe neemt Popper afstand van het funderingsdenken?
Volgens Popper is de wetenschap een gebouw dat in het moeras staat. Er is geen solide fundament. Alles is uiteindelijk feilbaar: gevoelig voor fouten, dus niets staat vast. Waarheid is ook niet weggelegd voor ons feilbare wezens. We kunnen wel proberen om dichter bij de waarheid te komen.
Op wat voor manier maakt Popper gebruik van trial-and-error?
Popper is een optimist. Door fouten in onze kennis en samenleving op te sporen, kunnen we proberen te ontwikkelingen. Door vallen en opstaan (trial-and-error) kunnen we ons ontwikkelen om dichterbij de waarheid te komen. Dit noemt men ook conjecturest refutations: vergissingen en weerleggingen. We kunnen slechts gissen over kennis, want we weten niet wat absolute kennis is.
Waarom noemt Popper zich een kritisch rationalist?
Popper is een kritisch rationalist, want volgens hem begint kennis niet bij het ondergaan van empirische waarnemingen. Kennis begint doordat de mens actief in de wereld op zoek gaat naar structuren en patronen in de werkelijkheid. Alleen wat er allemaal in de menselijke geest opborrelt, is feilbaar. Daarom moeten we kritisch zijn, want alle kennisclaims moeten kritisch onder de loep worden genomen. Door de fouten in de kennis op te sporen, komen we dichter bij de waarheid.
Wat bedoelt Popper met feilbaarheid?
Geen enkele kennisclaim houdt voor altijd aan. Het is een eeuwige zoektocht naar betere kennis. Een filosofie waarbinnen de menselijke feilbaarheid centraal staat is fabelisme: elke vorm van filosofie die het menselijk denken feilbaar noemt is een vorm hiervan. Die feilbaarheid geldt voor kennis, wetenschap en de samenleving.
Wat is het demarcatiecriterium?
We hebben een plausibel criterium om wetenschap te onderscheiden met pseudowetenschap. Echte wetenschap is weerlegbaar. Pseudowetenschappen durven hun nek niet uit te steken, omdat ze bang zijn om door de mand te vallen. Pseudowetenschappen dekken zich in tegen falsificatie. Ze weten hun theorie zo te formuleren dat het lijkt alsof ze kloppen, maar dit betekent dat ze nooit getoetst kunnen worden. Ze sluiten niets uit, alles kan in hun theorie worden opgenomen, waardoor ze altijd gelijk hebben. Het is daarom inhoudsloos. Echte wetenschap is dus falsifieerbaar.
Waarom hangt de hoeveelheid informatie van een theorie samen met de falisifeerbaarheid?
Hoe risicovoller de theorie/voorspelling, hoe meer informatie de theorie bevat. Als een theorie veel informatie bevat des te beter de theorie te falisiferen is.
Hoe wil Popper het inductie-probleem oplossen?
Inductie is de negatieve weg naar waarheid. Het inductieprobleem is een probleem, omdat we allemaal inductie gebruiken zowel in de wetenschap als in de werkelijkheid. Door het te omzeilen kunnen we het oplossen volgens Popper. We hebben het helemaal niet nodig. We moeten niet op zoek gaan naar bevestigen, maar naar weerleggingen. We moeten deze weg nemen, omdat een theorie nooit absoluut waar kan zijn. We moeten dus op zoek naar hetgeen een theorie onwaar maakt: dus op zoek naar de weerlegging. Door te falsificeren komen we dichterbij de waarheid. Popper volgt dus de deductietheorie: we hebben een theorie waarmee we bepaalde voorspellingen waarnemen. Als de voorspellingen van de theorie niet kloppen, klopt de theorie niet.
Hoe kwam Popper tot het inzicht van het falsificatieprincipe?
Tijdens zijn studie psychologie liep hij stage bij Alfred Adler (leerling van Freud) bij jongvolwassenen met gedragsproblemen. Adler had een theorie waarmee hij elk mogelijk menselijk gedrag kon verklaren. Popper vond dit indrukwekkend, maar kwam er later achter dat dit juist de zwakte van de theorie was. Zijn theorie sloot niets uit, waardoor niets kon botsen met de werkelijkheid. Het was niet falsifieerbaar, het kan dus niet weerlegd worden (pseudowetenschap).
Wat is het cruciale verschil tussen pseudo en echte wetenschappen?
Echte wetenschappen sluit alle theorie uit en pseudowetenschappen sluit alle theorie in, zodat het nooit kan botsen met de werkelijkheid.
Wat is een gecorroboreerde theorie?
Een theorie die de falsifieerbaarheid doorstaat. Dus een theorie die alsnog overeind blijft staan.
Waarom is Poppers theorie volgens critici te radicaal?
Immunisering is tijdelijk toegestaan binnen de wetenschap. Dit is het in bescherming nemen van een theorie tegen falsificatie. Stel we passen Poppers theorie toe dan zou elke theorie zo omzeild worden. Elke theorie heeft voor- en nadelen. Het is te radicaal.