Theorie 22. Gebruik van lichten tijdens stil staan Flashcards
Buiten de bebouwde kom en aanhangwagens (>1.60m)
Aanhangwagens die breder zijn dan 1,60 m moeten dan aan de voorzijde ook twee stadslichten gebruiken.
en ook achterlicht
Stilstaande motorvoertuigen op twee wielen en verlichting?
Stilstaande motorvoertuigen op twee wielen (motorfietsen) hoeven geen verlichting te gebruiken.
Maar het is veiliger om op donkere wegen het stadslicht of het parkeerlicht dan toch te gebruiken.
Gebruiken van lichten tijdens stil staan binnen de bebouwde kom
Het gebruik van verlichting tijdens het stilstaan is binnen de bebouwde kom niet verplicht, omdat meestal voldoende openbare straatverlichting aanwezig is en binnen de bebouwde kom langzamer wordt gereden, zodat stilstaande voertuigen tijdig kunnen worden waargenomen.
In de gevallen dat door het ontbreken van de straatverlichting uw voertuig niet tijdig door andere weggebruikers kan worden opgemerkt, spreekt het voor zich dat u het stadslicht of het parkeerlicht gebruikt.
Gevarendriehoek en waarschuwingsknipperlichten
Stilstaande motorvoertuigen op meer dan twee wielen en aanhangwagens, moeten worden aangeduid door een gevarendriehoek als het voertuig een obstakel vormt dat door naderende bestuurders niet tijdig kan worden opgemerkt.
Goed zichtbaar rechts op de weg plaatsen op een afstand van ongeveer 30 m van het stilstaande voertuig.
(Deze wettelijke afstand is in sommige gevallen eigenlijk te weinig, zet daarom voor de veiligheid de gevarendriehoek op grotere afstand.)
De verplichting om waarschuwingslichten te gebruiken als je een obstakel vormt voor anderen geldt:
Alleen binnen de bebouwde kom.
Alleen buiten de bebouwde kom.
Zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
Zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
Ben je verplicht om een gevarendriehoek te plaatsen als je met pech langs de weg komt te staan?
Nee.
De gevarendriehoek hoef je niet te plaatsen wanneer de waarschuwingsknipperlichten worden gebruikt. Dat is ook voldoende om te attenderen op het stilstaande voertuig.