Theorie 2. Algemeene Bepalingen Flashcards

1
Q

Verkeerstekens

A

Verkeerstekens gaan boven verkeersregels, voor zover deze regels onverenigbaar zijn met deze verkeerstekens.

Er zijn drie verschillende soorten verkeerstekens, namelijk verkeerslichten, verkeersborden en verkeerstekens op de weg.

Verkeerslichten gaan boven verkeersborden en boven verkeersregels die de voorrang regelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A

E1 (parkeerverbod), E2 (verbod stil te staan), E3 (verbod fietsen of bromfietsen te plaatsen) gelden uitsluitend voor die zijde van de weg waar het bord is geplaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Herkenbaarheid verkeersborden

A

De ronde borden (veelal met rode rand of geheel blauw) houden een verbod of gebod in. Driehoekige borden geven meestal een gevaarlijke situatie aan. Vierkante blauwe borden kunnen een regiem in een bepaald gebied aangeven, informatie bevatten of bewegwijzering inhouden. Blauwe parkeerborden kunnen ook een verbod voor andere voertuigen, dan die op het bord staan, inhouden. Verder zijn er borden die u informatie verschaffen, zoals bijvoorbeeld voor wegbewijzering en bij voorsorteren

Om het u wat gemakkelijker te maken heeft de wetgever de borden verdeeld in groepen.

De indeling is:

A. Snelheid.

B. Voorrang.


C. Geslotenverklaring.

D. Rijrichting.

E. Parkeren en stilstaan.

F. Overige geboden en verboden.

G. Verkeersregels.

H. Bebouwde kom.

J. Waarschuwing.

K. Bewegwijzering.

L. Informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verplichtingen bestuurders

A

Bestuurders moeten altijd over de vereiste rijvaardigheidbeschikken en zij moeten daartoe lichamelijk en geestelijk geschikt zijn.

Ongemak, stress, en haast kan uw rijvaardigheid geestelijk ongunstig beïnvloeden. Met een arm of been in het gips bent u meestal lichamelijk ongeschikt;

Bestuurders mogen bij het besturen niet door passagiers, lading, dieren of op andere wijze worden gehinderd of worden afgeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verplichtingen ten opzichte van andere weggebruikers

A

Bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen voor laten gaan. Dat geldt ook voor alle personen die zich moeilijk voortbewegen, bijvoorbeeld ouderen en gehandicapten.

Bestuurders moeten het overige verkeer voor laten gaan als zij een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals wegrijden, achteruitrijden, in file parkeren, uit een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit inrijden, keren, van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen.

Verder moeten bestuurders bij alle belangrijke zijdelingse verplaatsingen en bij het veranderen van rijstrook richting aangeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Slepen

A

Bestuurders van motorvoertuigen en brommobielen mogen per keer niet meer dan één motorvoertuig slepen. De onderlinge afstand mag maximaal 5 m bedragen. U mag voor de veiligheid in het midden van de sleepkabel een rode vlag bevestigen en waarschuwingsknipperlichten voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verplichting bij een ongeval

A

Het is degene die bij een verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt,

verboden de plaats van het ongeval te verlaten als:

  • bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan wel letsel of schade aan een ander is toegebracht;
  • daardoor, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander aan wie bij dat ongeval letsel is toegebracht in voornoemde gevallen, in hulpeloze toestand wordt achtergelaten.

strafvervolging voorkomen als zij zich binnen 12 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Overige verboden

A

mogen niet op de openbare weg een wedstrijd met voertuigen houden of daaraan deelnemen;

mogen niet opzettelijk wederrechtelijk een aan een ander toebehorend motorrijtuig gebruiken (joyriding);

van een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig mogen tijdens het rijden niet een mobiele telefoon vasthouden.

van motorvoertuigen mogen geen onnodige luchtverontreiniging of geluidshinder veroorzaken;

van motorvoertuigen mogen geen personen vervoeren in de laadruimte van een auto of in of op een aanhangwagen achter een auto. Dit vervoer mag alleen: in ambulances en dierenambulances, bij rolstoelvervoer, door politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten en als er een vergunning is afgegeven bij evenementen en optochten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algemene periodieke keuring APK

A

Alle op benzine rijdende personenauto’s en lichte bedrijfswagens die sinds 1 januari 2005 op de weg zijn toegelaten, dienen na de eerste vier jaar elke twee jaar een APK te ondergaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Moet je hier rechts afslaan?

Ja

Nee

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom worden er soms bij verkeerslichten toch voorrangsborden geplaatst?

Omdat die voorrangsborden altijd de voorrang regelen

Omdat die voorrangsborden de betekenis van de verkeerslichten versterken

Omdat wanneer de verkeerslichten buiten werking zijn, die voorrangsborden de voorrang regelen

A

Omdat wanneer de verkeerslichten buiten werking zijn, die voorrangsborden de voorrang regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly