Theorie 14. Autosnelwegen

Question 1

Wat betekent het rode en groene bordje?

Answer 1

Met het rode bordje wordt het nationale routenummer van een autosnelweg aangegeven en met het groene bordje wordt het internationale nummer van een Europese hoofdroute aangegeven.

Question 2

Minimumsnelheid op autosnelweg

Answer 2

Het gebruik van de autosnelweg is slechts toegestaan voor bestuurders van motorvoertuigen waarmee met een snelheid vantenminste 60 km per uur mag en kan worden gereden.

Question 3

Waarom is het niet bevelen om in één beweging doorgaan vanaf de invoegstrook naar een andere rijstrook dan de meest rechtse?

Answer 3

door de (grote) dode hoek

Question 4

Invoegen en de vluchtstrook tijdens verkeersdrukte?

Answer 4

Is het door de verkeersdrukte of een andere gemotiveerde reden niet mogelijk om tijdig in te voegen (noodgeval), rijd dan door over de vluchtstrook tot invoegen wel mogelijk is.

Question 5

lauw bord met de tekst ‘korte invoegstrook’

Answer 5

invoegstrook van een autosnelweg korter dan 200 m

Question 6

Snelheid op autosnelwegen voor motorvoertuigen met aanhangwagen, kampeerwagens die volgens het kentekenbewijs behoren tot de categorie bedrijfsauto’s en waarvan de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 3500 kg, vrachtauto’s en autobussen, niet zijnde T100-bussen ?

Answer 6

80

Question 7

?

Answer 7

Op plaatsen waar de vluchtstrook versmalt of eindigt, bijvoorbeeld bij bruggen en viaducten wordt u van te voren door de borden 81d gewaarschuwd.

Question 8

Waneer worden parkeerplaastsen angegeven?

Answer 8

1200m voor

Question 9

?

Answer 9

Splitsing van een autosnelweg

Question 10

Middelpuntvliedende kracht - zwartepunt and bochten

Answer 10

Een auto met een onderstuurd karakter heeft als het ware de motor onder het stuur liggen. Het zwaartepunt ligt door de massa van de motor voorin. Als deze auto op een rechte weg rijdt en iets te snel de bocht in gaat zal hij door dit zwaartepunt de buitenbocht opzoeken. Dat komt door de centrifugaalkracht. Iets verder insturen kan dat voorkomen. Beter is natuurlijk om ruim op tijd de snelheid aan te passen.

Een auto met een overstuurd karakter heeft de motor achterin liggen. Het zwaartepunt ligt door de massa van de motor achterin. Wanneer deze auto op een rechte weg rijdt en iets te snel de bocht in gaat zal hij door dit zwaartepunt de binnenbocht opzoeken.

Question 11

Wegverkanting

Answer 11

In de meeste gevallen is het aanleggen van ruime bochten in verband met ruimtegebrek niet mogelijk. De invloed van de middelpuntvliedende kracht kan worden opgevangen door verkanting. Daarom ligt het wegdek in een bocht vaak onder verkanting.

Question 12

Bewegwijzering autosnelweg

Answer 12

Het aankondigingsbord met naam, afritsymbool en afritnummer staat 1200 m voor de afrit. Na 600 m volgt de voorwegwijzer waarop een ‘staande’ pijl met aftakking ook de volgende afrit vermeldt.

Ook een op 300m

Aan het begin van de uitrit staat de bekende beslissingswegwijzer.

Question 13

Vaste uitwijkroutes (U-borden)

Answer 13

Een afsluiting van een autosnelweg, bijvoorbeeld door een ongeluk, leidt al snel tot een file. Voor dat geval zijn vaste uitwijkroutes ingesteld. Deze leiden over regionale wegen. U hoeft alleen maar de U-borden met een voor u geldend nummer te volgen.

Question 14

Calamiteitendoorsteek

Answer 14

Een calamiteitendoorsteek (CADO) is een mechanische constructie voor het opklappen van een deel van de vangrail in de middenberm van een weg. Het primaire doel van de calamiteitendoorsteek is het doorlaten van hulpverleningsvoertuigen.

Bij bepaalde omstandigheden kan het reguliere verkeer ook worden doorgelaten naar een andere rijbaan via de CADO.