Thema 8: H12 Flashcards

1
Q

Wat is agressie

A
  1. Doelbewust gedrag dat erop gericht is een ander te kwetsen of pijn te doen.
  2. Fysiek of verbaal
  3. Intentie. Hoeft niet succesvol.
  4. Niet hetzelfde als assertief gedrag.
  5. Geweld is extreme vorm van agressie
  6. Twee vormen: vijandige en instrumentele
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 2 vormen van agressie

A
  1. Vijandige agressie
  2. Instrumentele agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is vijandige agressie

A

Agressie die voortkomt uit gevoelens van boosheid en die erop gericht is iemand pijn te doen of te verwonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is instrumentele agressie?

A

Agressie als middel om een ander doel te bereiken dan iemand pijn te doen.

vb verdediger die in een voetbalwedstrijd iemand probeert tegen te houden zodat er geen doelpunt valt en niet het doel heeft om de ander pijn te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 4 soorten oorzaken van agressie

A
  1. Biologisch
  2. Sociaal
  3. Cultureel
  4. Situationeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de zienswijze van evolutionaire psychologen op agressie?

A

Mannen:
Fysieke agressie is genetisch geprogrammeerd in mannen zodat ze hun groep kunnen verdedigen en hun genen doorgeven. 2 redenen agressie
1. dominantie/status
2. seksuele jaloezie

Vrouwen: doel = kinderen beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 2 redenen waarom evolutionair gezien mannen agressie vertonen

A
  1. Dominantie over andere mannen vestigen en hoogst mogelijke status veiligstellen
  2. Seksuele jaloezie, om te zorgen dat hun partner geen seks heeft met andere mannen zodat hun vaderschap geborgd is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 3 kenmerken van agressie bij dieren

A
  1. Agressie bij chimpansees. Mannetjes dominant
  2. Bonobo’s niet agressief. Eerst seksueel actief om conflicten te voorkomen. (=uitzonderlijk). Vrouwtjes domineren
  3. Agressie is universeel verschijnsel, overlevingswaarde. Remmingsmechanismen.
  4. Eerdere ervaring + sociale context bepaalt uiting van agressie bij dieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe beïnvloedt cultuur agressie?

A
  1. Agressie is optionele strategie.
  2. Vermogen tot agressief gedrag is aangeboren. Uiting = aangeleerd, afh van omstandigheden en cultuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is agressie in de geschiedenis veranderd?

A
  1. Veranderingen in sociale omgeving –> veranderingen agressief gedrag.
    vb jagers vreedzaam leven tot Europeanen kwamen
  2. Geweld afgenomen door toenemende beschaving, geloof in mensenrechten en vermogen tot empathie en reden. Klimaatverandering kan dit veranderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verschilt agressie tussen culturen?

A
  1. Collectivistische culturen: agressie gevaarlijk en ontwrichtend (–> straf/verstoting) –> minder agressie (dan Europa).
  2. Mannen die leven in 1 van de zeldzame culturen. zonder interne en externe bedreiging voor hun overleving, worden niet opgevoed om zich agressief te gedragen. Minimale verschillen tussen seksen. Samenwerking gestimuleerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verschilt fysieke agressie tussen genders?

A
  1. Mannen vaker extreem geweld
  2. Aanleiding vaak hetzelfde: seksuele jaloezie, woede, aandacht vragen, wraak voor vermeende emotionele mishandeling en zelfverdediging
  3. Minder gewelddadige vormen geweld: overlap seksen in bereidheid om lichamelijk letsel toe te brengen en bij uiting agressie tegen kinderen.
  4. Mannelijke en vrouwelijke agressie beïnvloed door cultuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is relationele agressie

A

Manipuleren van relaties waardoor een ander wordt gekwetst. Eerder toegepast door vrouwen en vaak door bedekte praktijken (roddelen, laster en valse geruchten verspreiden, persoon vermeiden, uitsluiten of uitschelden of ONLINE pesten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verschilt relationele agressie tussen genders?

A
  1. Vanaf jonge leeftijd. Onderzoek peuters.
  2. Onderzoek tieners: grootste gevaar niet door porno, grooming of sexting
  3. Minderjarige meest voorkomende vorm bedreiging is door leeftijdsgenoten (online en offline).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt agressief gedrag aangeleerd?

A
  1. Door observationeel leren (sociaal-cognitieve leertheorie)
  2. Vooral bij kinderen. Experiment tuimelpop van Bandura –> agressief gedrag wordt sociaal aangeleerd, door het gedrag te observeren en imiteren
  3. Invloed rolmodellen groot! Onderzoek agressief bijbelverhaal en agressieve sporters. En ouders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de sociaal-cognitieve leertheorie?

A

Het idee dat we sociaal gedrag (zoals agressie of altruïsme) aanleren door anderen te observeren en imiteren. = observationeel leren.

Cognitieve processen (plannen, verwachtingen, overtuigingen; denkprocessen en percepties van de leerling) –> individuele verschillen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem 2 fysiologische invloeden op agressie

A
  1. Alcohol
  2. Pijn en hitte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe beïnvloed alcohol agressief gedrag?

A
  1. Verband, zelfs bij mensen die niet worden geprovoceerd en zich normaal gesproken niet agressief gedragen.
  2. Alcohol verlaagt sociale remmingen + verstoorde informatieverwerking (planning en controle systeem aangetast) –> minder sociale remming en minder aandacht voor subtiliteiten.
    vb iemand die per ongeluk op je tenen staat.
  3. Think-drinkeffect
  4. Effect ook afh wat je. hebt. geleerd over alcohol. vb of alcohol een excuus biedt om je agressief te gedragen en hoe je verwacht je te zullen voelen na alcholinname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het think-drinkeffect

A

Als mensen verwachten dat alcohol een bepaald effect op hen heeft, dan is dit vaak ook zo.

Onderzoek: hoe meer alcohol mannen dachten te drinken, hoe agressiever ze zich gedroegen tegenover de medewerker.

20
Q

Hoe beïnvloeden pijn en hitte agressie?

A
  1. Pijn, hitte, vocht, luchtvervuiling, mensenmassa’s, stank –> verlagen drempel naar agressief gedrag.
  2. Meer hitte –> meer geweldsmisdrijven en kleinere misdrijven, meer ongelukken sportveld
21
Q

Noem 3 redenen waarom opwarming van de aarde tot toename geweldsmisdrijven zal leiden

A
  1. Direct effect van hitte op prikkelbaarheid en agressie
  2. Indirect effect op economische en sociale factoren zoals armoede, slechte voeding, gebroken gezinnen en slecht onderwijs
  3. Op bevolkingsgroepen van wie het levensonderhoud en overleving gevaar loopt agv droogte of overstromingen
22
Q

Noem 4 sociale situaties die tot agressie kunnen leiden

A
  1. Frustratie
  2. Geprovoceerd worden
  3. Wapens
  4. Seksueel geweld
23
Q

Beschrijf de frustratie-agressietheorie

A
  1. Het idee dat frustratie de kans op agressieve respons vergroot. Vooral als frustratie een onmiskenbaar onplezierige ervaring is.
  2. Onderzoek kinderen aantrekkelijk speelgoed.
  3. 3 factoren die frustratie kunnen verergeren.
  4. Frustratie leidt niet altijd tot agressie maar lijkt wel eerder woede of een bereidheid tot agressie te veroorzaken als aan meerdere factoren wordt voldaan.
  5. Onderscheid frustratie en absolute deprivatie.
24
Q

Beschrijf frustratie

A

Treedt op wanneer iemand wordt gedwarsboomd bij het streven naar een bepaald doel of het bereiken van een bepaalde voldoening

25
Q

Noem 3 factoren die frustratie kunnen verergeren

A
  1. Nabijheid van het doel. Verwachtingen. (is niet hetzelfde als absolute deprivatie!)
  2. Formaat en kracht van de persoon die verantwoordelijk is voor je frustratie
  3. Vermogen van die persoon om wraak op jou te nemen. vb makkelijker grof gedragen tegen. een medewerker op afstand dan bokser tegenover je
26
Q

Wat is relatieve deprivatie?

A

Waarnemen dat je (of jouw groep) minder hebt dan je verdient, minder dan men je heeft doen verwachten of minder dan wat mensen in vergelijkbare posities als de jouwe hebben.

Kan woede en agressie scheppen.

Vb zelfmoordterroristen 9/11

27
Q

Hoe is de reactie op provoceren?

A
  1. Niet altijd terug slaan, zoals sociaal-cognitieve leertheorie zou voorspellen
  2. ONOPZETTELIJK of VERZACHTENDE omstandigheden –> geen wraak
28
Q

Wat is het weapons-effect?

A
  1. Wapen –> geweld. Toename van agressie alleen door de aanwezigheid van (vuur)wapen.
  2. Fysiologisch (testosteron increase) + psychologisch
29
Q

Wat is een seksueel script?

A

Regels die correct seksueel gedrag specificeren voor iemand in een bepaalde situatie, afh van sekse, leeftijd, religie, sociale status en leeftijdsgenoten. Variëren adv cultuur, seksuele oriëntatie, etniciteit en geografische regio en over tijd

30
Q

Wat is het probleem van toestemming bij seksuele scripts?

A
  1. ‘nee’ opgevat als ‘ja’
  2. Dans van dubbelzinnigheid
31
Q

Beschrijf hoe een onbewust valse verklaring kan ontstaan en het gevolg

A

Verwarring over ‘nee’ –> opgevat als ‘ja’ –> dans van dubbelzinnigheid = bescherming beide partijen –> onbewust valse verklaring waarbij zij denkt dat hij had kunnen weten dat hij moest stoppen en hij denkt dat ze het goed vond –> misverstanden –> daterape

32
Q

Beschrijf 4 resultaten van experimentele studies naar geweld in de media

A
  1. Zien geweld –> toename agressief gedrag, boze emoties, vijandige gedachten.
  2. maar, NIET CONSISTENT
  3. Gewelddadige (en prosociale) videogames –> geweld, vooral bij directe beloning geweld
  4. Geweld –> psychische afstomping
  5. Geweld games –> ontmenselijking dagelijks leven
  6. Vergrote kans op overdreven opvatting over de mate van geweld buiten het eigen huis. vb studie tv kijken banger persoonlijk aangevallen te worden
33
Q

Noem 3 redenen voor de toename van agressief gedrag door geweld in media

A
  1. Vergroot fysiologische arousal en opwinding
  2. IMITEREN vijandige karakters, primen bestaande agressieve ideeën en verwachtingen –> zelfde handelen
  3. Veranderen sociale scripts
34
Q

Wat zijn sociale scripts?

A

De toegestane manieren van gedrag wanneer we gefrustreerd, boos of gekwetst zijn

35
Q

Wat blijkt uit longitudinale studies naar geweld in de media?

A

Meer geweld –> meer agressie als tiener en adolescent vertonen

36
Q

Noem een nadeel van longitudinale studies naar geweld in de media

A
  1. Oorzaak-gevolg bepalen: mensen kunnen agressiever wroden door geweld of meer aangetrokken worden door geweld.
  2. Geweld in media sterkste impact op kinderen en adolescenten die al een aanleg hebben voor gewelddadig gedrag. Sociaal-cognitieve leertheorie: interpretatie + aanleg + sociale context –> gedrag
  3. Zelfde conclusie voor porno en vijandigheid tov vrouwen. Doordat mannen al een hoge mate van vijandigheid jegens vrouwen hebben en geneigd zijn tot seksuele agressie
37
Q

Benoem 5 factoren waardoor blootstelling aan geweld in de media –> agressie

A
  1. Aangeleerde remmingen tov eigen gewelddadige gedrag kunnen afzwakken na het zien van gewelddadige personages (als zij het kunnen kan ik het ook)
  2. Imitatie (dus zo doe je dat)
  3. Geweld zien –> boos voelen, agv priming –> agressie. vb milde irritatie interpreteren als woede (de gevoelens die ik heb komen niet alleen door een stessvolle dag, het moet wel kwaadheid zijn)
  4. Ontmenselijken. Afname sympathie slachtoffers
  5. Veranderd wereldbeeld. Als je denkt dat de wereld gevaarlijk is –> vaker vijandig opstellen tegen vreemde
38
Q

Noem 3 manieren om agressie terug te dringen

A
  1. Straf –> agressief gedrag
  2. Catharsis hypothese
  3. Woede uiten
39
Q

Noem 2 voorwaarden waarbij straf als afschrikmiddel kan fungeren

A

Straf moet
1. DIRECT op agressie volgen
2. ONVERMIJDELIJK zijn

Bijna nooit aan deze voorwaarden voldaan door hoog misdaadpercentage en traag werkend strafsysteem

Consistentie en zekerheid van straf –> effectief in mensen afschrikken gewelddadig gedrag

40
Q

Welke invloed heeft straffen op agressief gedrag bij kinderen?

A
  1. Milde straf dreigen –> kind probeert vrijheidsbeperking te rechtvaardigen –> gedrag minder aantrekkelijk
  2. Strenge straf –> averechts: korte termijn effect, lange termijn agressiever en antisocialer + risicofactor depressies, alge eigenwaarde, gewelddadid gedrag, etc
41
Q

Wat is catharsis hypothese?

A
  1. Idee dat stoom afblazen door bijv agressieve daad te verrichten, anderen agressie te zien uiten of fantaseren over agressie, de opgebouwde agressieve energie ontlaadt en daardoor de kans op meer agressief gedrag verkleint.
  2. Freud: agressie niet. uiten –> extreem geweld of geestesziekte
  3. Niet door onderzoek ondersteund. Tegenovergestelde: agressief gedrag/zien –> voorspeller agressie toekomst.
42
Q

Noem 3 manieren om woede goed te uiten

A
  1. Zelfbewustzijn: Leren beheersen van drift en constructief uiten van woede dmv gesprek –> mensen voelen zich beter en kalmer. Geen cogn dissonantie want ander niet gekwetst. of Gevoelens op papier zetten –> inzichten en zelfbewustzijn
  2. Training communicatie - en probleemoplossingsvaardigheden. Oprechte verontschuldiging en verantwoordelijkheid nemen als dader is effectief.
  3. Empathie vergroten –> ontmenselijking omlaag.
43
Q

Hoe werkt cognitieve dissonantie bij agressie?

A

Tonen agressie –> meer negatieve gevoelens –> toekomstige agressie –> cognitieve dissonantie –> wrede daad rechtvaardigen dmv victim blaming –> dissonantie vermindert + weg vrij voor verdere agressie.

Vooral als doelwit een onschuldig slachtoffer van je agressie was

Toekomstige neigingen tot agressie worden niet onderdrukt door het uiten van woede. vb studenten klagen over assistent vs niet klagen: klagen –> grotere vijandigheid

44
Q

Noem 3 manieren hoe de sociale situatie agressie beinvloedt

A
  1. Pesten. Moorden is vaak poging om gevoelens van schaamte, vernedering en afwijzing om te zetten naar gevoelens van trots.
  2. Sociale afwijzing tieners –> risicofactor zelfmoord, geweld en gevoelens van wanhoop. Oplossing: negatieve sociale sfeer positiever maken
45
Q
A