Thema 8: H11 Flashcards

1
Q

Wat is prosociaal gedrag?

A

Elke handeling gericht op het welzijn/ welbevinden van een ander. Belangeloos of uit eigen belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is altruisme?

A

Verrichten van een handeling ten gunste van een ander zonder daar zelf enig belang of voorbeeld bij te hebben. Meestal kost het je juist iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 3 basismotieven voor prosociaal gedrag

A
  1. Evolutionaire psychologie: instincten en genen
  2. Sociale uitwisseling
  3. Empathie en altruisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem 3 verklaringen voor altruïsme vanuit de evolutionaire psychologie

A
  1. Verwantschapsselectie
  2. Wederkerigheidsnorm
  3. Groepsselectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is verwantschapsselectie

A
  1. Gedrag waarmee je genetische verwanten helpt, heeft de voorkeur bij natuurlijke selectie. Niet alleen via je eigen kinderen geef je je genen door maar ook via bloedverwanten, daardoor wordt altruïstisch gedrag richting familie door natuurlijke selectie begunstigd.
  2. We helpen eerder familieleden in levensbedreigende situatie. Niet beperkt tot een bepaalde cultuur
  3. Verwantschapsselectie kan ingebed zijn geraakt in menselijk gedrag met als gevolg dat de genen van mensen die hun verwanten helpen meer kans hebben om te overleven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de wederkerigheidsnorm?

A
  1. Verwachting dat het helpen van anderen de kans vergroot dat zij ons in de toekomst zullen helpen.
  2. Genetische basis, want de norm helpt een individu bij overleven.
  3. Emotie dankbaarheid is (volgens sommigen) tot ontwikkeling gekomen door het reguleren van wederkerigheid. Dankbaarheid motiveert om in de toekomst iets terug te doen voor de ontvangen hulp.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verklaart groepsselectie altruïsme volgens de evolutionaire psychologie?

A
  1. Natuurlijke selectie opereert op groepsniveau. Groep verhoogt overlevingskans. Altruïsme wordt doorgegeven aan toekomstige generaties.
  2. Controversieel idee
  3. Evolutietheorie verklaart nog niet waarom we volslagen vreemden helpen, zelfs als er geen reden is om aan te nemen dat ze dezelfde genen hebben of dat we een gunst terug kunnen ontvangen. Er zijn ook andere motieven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de sociale uitwisselingstheorie in? 4 aspecten

A

De baten van het helpen van anderen wegen op tegen de kosten, helpen is dus in ons eigen belang.

  1. Behulpzaam zijn kan de kans vergroten dat iemand ons in de toekomst helpt (wederkerigheidsnorm) en is een investering in de toekomst;
  2. Ander zien lijden maakt mensen van streek en een ander helpen kan de persoonlijke stress bij een omstander wegnemen;
  3. Een ander helpen creëert beloningen voor onszelf, zoals sociale goedkeuring van anderen en een groter gevoel van eigenwaarde;
  4. mensen bieden minder snel hulp wanneer het hen te veel kost, bv als ze daarmee in gevaar komen of het te veel tijd kost. Ze helpen als ze er meer uithalen dan ze erin steken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom vertonen mensen altruïstisch gedrag volgens sociale uitwisseling?

A

Prosociale daden zijn dubbel lonend, zowewl voor ontvanger als voor de gever. Het is dus in iedereens voordeel om zulke daden te stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is empathie?

A

Het vermogen om jezelf in een ander te verplaatsen en om gebeurtenissen en emoties net zo te ervaren als de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is empathie-altruïsmehypothese (Batson)

A

Gevoelens van empathie voor een ander leiden in sommige omstandigheden tot onbaatzuchtig gedrag.

Als empathie voelen voor iemand proberen we die persoon puur om zuiver altruïstische redenen te helpen, ongeacht of ons dat iets oplevert.

Geen empathie –> rol voor sociale uitwisseling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem 3 fundamentele motieven ten grondslag aan prosociaal gedrag

A
  1. Evolutionaire psychologie
  2. Sociale uitwisselingstheorie
  3. Empatie-altruïsmehypothese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk motief ligt vanuit evolutionaire psychologie ten grondslag aan prosociaal gedrag?

A

Helpen is een instinctieve reactie om het welzijn te bevorderen van mensen die genetisch dichtbij ons staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is altruïstische persoonlijkheid?

A

Eigenschappen die ervoor zorgen dat een individu anderen helpen in een groot aantal verschillende situaties, zonder daarbij te denken aan de risico’s die dit voor hen meebrengt.

bv Joden laten onderduiken in WOII of brandweermannen die mensen redden uit de Twin Towers.

Ook andere factoren van invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benoem 5 persoonlijke factoren die prosociaal gedrag beïnvloeden

A
  1. Individuele verschillen - altruïstische persoonlijkheid
  2. Genderverschillen
  3. Culturele verschillen
  4. Religie
  5. Stemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe beïnvloeden genderverschillen prosociaal gedrag in Westerse culturen?

A

Normen:
1. Mannen moeten ridderlijk en heldhaftig zijn, zij riskeren vaak ook sneller hun leven om een onbekende te redden
2. Vrouwen moeten verzorgend zijn en waarde hechten aan langdurige, hechte relaties. Doen eerder vrijwilligerswerk

17
Q

Hoe beïnvloeden culturele verschillen prosociaal gedrag?

A

Mensen helpen zowel in-group als out-group, MAAR om verschillende redenen –> 2 routes van Batsons empathie-altruïsmehypothese:

  1. In-group: Eerder empathie voor leden van onze in-group die het moeilijk hebben. Hoe meer empathie, hoe eerder je zult helpen
  2. Out-group: Helpen we als er voor ons iets inzit. bv omdat we ons daarna goed voelen of we door te helpen indruk op anderen maken.
18
Q

Hoe beïnvloedt religie prosociaal gedrag?

A
  1. Religieuze mensen vaker actief als vrijwilliger en doneren. Empathischer. Onafhankelijk van religie!
  2. Kenmerk religie = community, sociale banden –> in-group helpen vanwege empathie.
19
Q

Hoe beïnvloedt positieve stemming prosociaal gedrag? 3 redenen

A

Wie zich goed voelt, doet goed

  1. Goede bui –> positiever levensbeeld –> voordeel van de twijfel
  2. Goede bui verlengen
  3. Meer aandacht aan onszelf –> gedragen in overeenstemming met waarden en idealen als altruïsme –> bevordert helpend gedrag
20
Q

Hoe beïnvloedt negatieve stemming prosociaal g edrag?

A

Droevigheid kan motiveren om mee te doen aan activiteiten die ervoor zorgen dat je je beter voelt zoals iemand helpen –> verhoogde hulpbereidheid.

Schuldgevoel –> compensatie. vb kerkgangers schenken meer voor de biecht dan erna

21
Q

Noem 4 situationele determinanten van prosociaal gedrag

A
  1. Omgeving: platteland vs stad
  2. Mobiliteit van inwoners
  3. Omstandereffect
  4. Media: videogames en muziekteksten
22
Q

Noem 2 alternatieve verklaringen waarom mensen in kleine gemeenschappen eerder geneigd zijn mensen te helpen dan in grote steden

A
  1. Opgroeien kleine gemeenschap –> idealiseren altruïstische waarden
  2. Urban-overload hypothese:
23
Q

Wat is de urban-overload hypothese?

A

Mensen zijn overprikkeld in stad –> terugtrekken –> minder hulpzaam. Herstelt in rustige omgeving.

Woonplaats betere voorspeller dan opgroeiplaats in prosociaal gedrag!

24
Q

Hoe beïnvloedt mobiliteit van inwoners prosociaal gedrag?

A
  1. Lang op zelfde plek –> meer prosociaal gedrag want meer gehecht aan gemeente, onderling afhankelijk van buren, meer aandacht voor reputatie in de gemeenschap.
  2. In steden miner behulpzaam door minder community gevoel
25
Q

Beschrijf het omstandereffect (bijstander effect)

A

Hoe groter het aantal omstanders dat getuige is van een noodgeval, hoe kleiner de kans dat 1 van hen het slachtoffer te hulp komt.

Cognitief beslismodel 5 stappen

26
Q

Benoem de 5 stappen van het cognitieve beslismodel van het omstandereffect

A
  1. De gebeurtenis.. OPMERKEN - haast
  2. Als een noodgeval INTERPRETEREN - informationele sociale invloed bij onduidelijke situatie, pluralistische onwetendheid
  3. VERANTWOORDELIJKHEID nemen - spreiding van verantwoordelijkheid
  4. Weten HOE je moet helpen
  5. BESLUITEN om te helpen - publieke zelfbewustzijn
27
Q

Wat is pluralistische onwetendheid?

A

Mensen denken dat anderen een situatie op een bepaalde manier interpreteren, terwijl ze dit helemaal niet doen

28
Q

Wat is spreiding van verantwoordelijkheid?

A

Verschijnsel waarbij het verantwoordelijkheidsgevoel van elke omstander afneemt naarmate het aantal getuigen toeneemt.

29
Q

Hoe is media vio prosociaal gedrag? Noem 2 manieren

A

Zien van prosociaal gedrag en spelen van prosociale videogames/liedjes kan mensen coöperatiever maken.

  1. EMPATHIE voor iemand vergroten die hulp nodig heeft
  2. TOEGANKELIJKHEID verbeteren van de gedachte om anderen te helpen
30
Q

Noem 3 manieren hoe prosociaal gedrag bevorderd kan worden

A
  1. Ingrijpen bevorderen - bewustwording. (obstakels) overrechtvaardigingseffect
  2. Positieve psychologie
  3. Spiegelen - mimicry
31
Q

Wat is het overrechtvaardigingseffect?

A

Verplicht stellen van vrijwilligerswerk (externe redenen) kan de intrinsieke belangstelling voor het werk juist ondermijnen. Hoe meer mensen het gevoel hebben dat ze verplicht zijn tot vrijwilligerswerk hoe minder groot de kans dat ze in de toekomst opnieuw vrijwilligerswerk zullen gaan doen.

Mensen hebben meestal een hoge dunk van mensen die vrijwillig anderen helpen, tenzij ze merken dat het uit eigen belang is.

32
Q

Hoe kan positieve psychologie prosociaal gedrag bevorderen?

A

Vakgebied is tegenhanger klinische psychologie, richten op verwerven in de menselijke kracht en deugd, aan alles wat goed gaat en bijdraagt aan een gelukkig en bevredigend leven.

33
Q

Wat is het verschil tussen sociaal psychologen en positieve psychologie tav verbeteren hulpvaardigheid?

A

Positief psychologen: Streven naar meer PERSOONLIJKE KWALITEITEN als empathie en altruïsme versterken

Sociaal psychologen: Hulpvaardigheid is vooral afhankelijk van de AARD VD SOCIALE SITUATIE. Aandacht besteden aan condities waaronder mensen al dan niet helpen.

34
Q

Wat is mimicry?

A
  1. Onbewust gedrag van andere mensen spiegelen zoals accenten, stemgeluid, snelheid van spreken, houdingen, gewoonten, stemmingen en emoties.
  2. Kan gebruikt worden om prosociaal gedrag te bevorderen.
  3. In experiment: MEER PROSOCIAAL GEDRAG BIJ SPIEGELING.
35
Q
A