Thema 5: H7 Flashcards
Wat is een attitude?
Persoonlijke houding/evaluatie tov personen, voorwerpen, abstracte ideeën
Noem de tripartitemodel van attitudes
Evaluatie bestaat uit 3 componenten die samen een attitude vormen. 3 g’s (gedachten, gevoel, gedrag)
- Affectief component - gevoel
- Cognitief - gedachten
- Gedrag
Verhoudingen tussen de componenten is bij elke attitude anders en de mate waarin een bepaalde attitude overheerst kan afhankelijk zijn van de omstandigheden
Wat is de relatie tussen genen en attitudes?
- Genen bepalen onze attitudes niet. Zijn indirecte functie ervan.
- Attitudes zijn bijv verbonden met temperament en persoonlijkheid (wel genetisch) –> ontvankelijker voor jazz dan popmuziek
Wat is cognitie gebaseerde attitudes?
- Obv opvattingen over de EIGENSCHAPPEN van een attitudeobject.
- Cognitieve component.
- Doel: + en - van object classificeren –> bepalen of we er iets mee te maken willen hebben
Wat is op affect gebaseerde attitudes?
- Obv GEVOELENS en WAARDEN tov attitudeobject
- Affectieve component. bijv auto gewoon mooi inden
- Politiek, seks religie. Stemmen meer met hart dan hoofd. Politieke campagnes spelen in op emoties van kiezers
- Kunnen uit 3 bronnen ontstaan: waarden, conditionering, priming
Benoem de 3 bronnen waaruit op affect gebaseerde attitudes kunnen ontstaan
- Waarden
- Conditionering: klassiek of operant
- Priming
Beschrijf klassieke conditionering als bron van op affect gebaseerde attitudes
- Stimulus die emotionele respons oproept herhaaldelijk tegelijk aanbieden met neutrale stimulus –> neutrale-stimulues heeft emotie-oproepende eigenschappen van de 1e stimulus overgenomen.
- vb Bij oma worden gevoelens van warmte en liefde ervaren en haar huis ruikt naar mottenballen. Later roept geur van mottenballen het gevoel van vroeger op.
Beschrijf operante conditionering als bron van op affect gebaseerde attitudes
- GEDRAG neemt toe of af afh van de vraag of het gedrag wordt gevolgd door beloning (pos bekrachtiging) of straf (neg.).
- Vb wit kind met Marrokaans speelt en vader keurt dit af. Kind zal contact met Marokaanse kind gaan associeren met afkeuring en deze attitude op termijn overnemen
Noem 3 redenen waarom op affect gebaseerde attitudes binnen 1 categorie horen terwijl ze op verschillende manieren ontstaan
- Zijn niet het gevolg van rationele beoordeling van de kwestie
- Niet bestuurd door logica (ongevoelig voor persuasieve/overredende argumenten)
- Verband met iemands waarden, zodat een poging om die attitudes te veranderen in feite een uitdaging van die waarden inhoudt
Wat zijn op gedrag gebaseerde attitudes?
- Gebaseerd op iemands OBSERVATIE van hoe hij zich GEDRAAGT tov attitudeobject
- Gedragscomponent
- Theorie over zelfperceptie –> Attitude meer gebaseerd op de observatie van gedrag dan op cognities of affect.
- bv zeggen dat je denkt dat je van. sport houdt omdat je vaak naar de sportschool gaat
- Alleen onder bepaalde omstandigheden
Onder welke 2 omstandigheden leiden mensen hun attitudes af uit hun gedrag?
- attitude zwak of ambigu
- gedrag niet op een andere plausibele manier te verklaren
Wat is de theorie over zelfperceptie?
Soms weten we niet hoe we ons voelen totdat we ons realiseren hoe we ons gedragen
Welke 2 niveau’s kan een attitude hebben?
- Expliciet
- Impliciet
Mensen hebben over elke kwestie zowel expliciete als impliciete attitudes.
Wat is attitudetoegankelijkheid?
- Sterkte van de associatie tussen attitudeobject en iemands evaluatie van dat object, uitgedrukt in de snelheid waarmee de betrokkene kan zeggen wat die van het object vindt.
- Hoog –> attitude snel als je attitudeobject ziet of er aan denkt
Laag –> trager proces - Zeer toegankelijke attitudes zijn dus betere voorspellers van spontaan gedrag, want kans dat je aan de attitude denkt tijdens het handelen is groter
- Belangrijke factor: ervaring die mensen hebben opgedaan met het attitudeobject. Gebaseerd op directe praktijkervaring; indirecte ervaring.
Meer directe, eigen ervaringen –> hogere attitudetoegankelijkheid –> grotere kans dat ze spontaan gedrag voorspellen - Minder belangrijk als we genoeg tijd hebben (om minder toegankelijke attitudes voor de geest te halen)
Wat houdt de theorie van gepland gedrag in?
- Bewust, gepland gedrag kun je het beste voorspellen adv de INTENTIE die mensen hebben; bepaald door 3 elementen:
a) attitudes over dat specifieke gedrag
b) subjectieve normen
c) onze inschatting van de mate van controle ie we over dat gedrag hebben
Beschrijf specifieke attitudes
vb onderzoek anticonceptie: algemene attitude over anticonceptie waardeloze voorspeller van gebruik hiervan. Hoe specifieker de vraag werd gesteld mbt gedrag, hoe beter de attitude hierover het gedrag voorspelde
Beschrijf subjectieve normen
Opvattingen over hoe belangrijk anderen tegen het gedrag in kwestie aankijken. vb niet van klassieke muziek houden maar mee naar concert omdat je ouders er van houden
Beschrijf inschatting controle over gedrag
- GEMAK waarmee we denken dat we het gedrag in kwestie kunnen vertonen.
- vb denken dat het makkelijk/moeilijk is om te denken aan gebruiken van een condoom bepaalt intentie om het gedrag te vertonen
Hoe is cognitieve dissonantie betrokken bij veranderende attitudes?
- Discrepantie tussen gedrag en attitudes + geen externe rechtvaardiging gedrag –> gedrag veranderen.
- vb iemand voordracht laten geven over nadelen roken. Om een interne rechtvaardiging voor eigen gedrag en dissonantie te reduceren zal iemand besluiten eigen voordracht te geloven.
- Voor kleine schaal toepasbaar.
Wat is de Yale Attitude Change Approach (YACA)?
- Onderzoek naar de omstandigheden waaronder mensen het meest geneigd zijn om hun attitudes te veranderen als reactie op persuasieve communicatie.
- Richt zich op ‘wie zei wat tegen wie’: de bron van de boodschap, de aard van de boodschap en de aard van het publiek