Thema 5.4 Cognitie Flashcards

1
Q

Mediatieve CGT

A

Wordt ook wel mediatieve (gedrags)therapie genoemd of mediatietherapie. Dit is een onderdeel van CGT waarbij problemen van e cliënt worden behandeld via personen in de direct omgeving (mediatoren). Dit kan worden toegepast in zorginstellingen maar ook in de thuissituatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Indicaties en contra indicaties mediatieve CGT

A

Indicaties:
• Psycho-educatie en omgangsadviezen hebben niet tot voldoende afname van de gedragsproblemen geleid.
• Er is sprake van complex, al langer bestaand probleemgedrag
• Gedrag wordt uitgelokt of in stand gehouden door de omgeving.
Contra-indicaties
• Gesprek therapeutische behandeling is mogelijk.
• Er is sprake van een crisissituatie waarbij acute interventies vereist zijn.
• Lichamelijke oorzaken zijn nog niet uitgesloten of behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mediatieve CGT als gedrags-therapeutisch proces

A
  • Probleemkeuze via de holistische theorie/casusconceptualisatie: Kijken naar de causale samenhang tussen meerdere problemen in het leven van de cliënt en welke betekenis deze problemen hebben.
  • Doelbepaling. Therapiedoel wordt vastgesteld en ernst, duur en frequentie van het probleemgedrag wordt gemeten.
  • Meting van het probleemgedrag door de mediator.
  • Functie-analyse/gedragsanalyse. Vaak wordt dit met behulp van het SORCK- model of met het SRC- of ABC-schema gedaan.
  • Behandelinterventies vaststellen. Bij voorkeur op stimulusniveau. Wanneer dit niet lukt zal een interventie op consequentieniveau moeten ingezet.
  • Evaluatie. De nameting wordt besproken en beoordeeld of het doel behaald is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

SORCK model

A

S. Een Stimulus (kan intern en extern zijn)
O. ontlokt bij het Organisme.
R. een Respons (reactie).
C. die gekenmerkt wordt door Consequenties. (aangenaam, onaangenaam, neutraal)
K. Contingentie: de relatie tussen respons en consequenties in tijd en frequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SRC schema

A

S. Waarneembare Stimuli
R. Waarneembaar gedrag
C. Waarneembare gevolgen, consequenties.
Met de O (organisme) wordt in die zin rekening gehouden dat de relaties tussen de gekozen stimulus en het gewenste gedrag bepaald wordt door de O.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ABC schema

A

Andere naam voor het SRC schema. Antecedents-behaviour-consequences. De O. wordt in deze gezien als een interne stimuli di het gedrag uitlokken.
A. Actie, het probleemgedrag van de cliënt)
B. Beweger. Staat voor de O en de S in het SORCK model.
C. Consequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cognitieve interventies bij mediatieve CGT en indicaties daarvoor

A

Cognitieve interventies dienen om niet-helpende gedachten om te zetten in helpende gedachten. In het geval van mediatieve gedragstherapie gaat het om de gedachten van de mediatoren. Het ombuigen van belemmerende naar helpende gedachten zorgt voor een afname van negatieve gevoelens over het probleemgedag of de benodigde interventie. Hierdoor is de mediator in staat om de persoon met probleemgedrag anders te bejegenen. Niet het probleemgedrag maar de gedachte hierover zorgen voor ongewenste emoties en ongewenste reacties. Indicaties:
• Negatieve emoties belemmeren een mediator om mee te werken aan mediatieve gedragstherapie
• Ter ondersteuning van de mediator bij uitvoering van het gedragsbehandelplan
• Ter ondersteuning van mantelzorgers wanneer mediatieve gedragstherapie tot geen of onvoldoende gedragsverandering leidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie life review

A

Life review is ontwikkeld door psychiater Robert Butler. Dit is een reorganisatieproces waarbij alle belangrijke ervaringen nog eens de revue passeren en her gewaardeerd worden in het perspectief van de hele levensloop. Life review kan leiden tot verzoening met het eigen leven en tot nieuwe betekenisgeven en acceptatie van de dood. In negatieve zin kan het leiden tot wanhoop en depressie. Dit is vooral het geval wanneer schuld, bitterheid en falen overheersen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drie vormen van de methodiek life review

A
  • Reminiscentie-interventies: stimuleren het ophalen van positieve herinneringen om de stemming te verbeteren en verbinding te stimuleren.
  • Life-reviewinterventies: omvatten een evaluatie en integratie van zowel positieve als negatieve herinneringen. Het gaat uit van de instrumentele en integratieve reminiscentiefuncties.
  • Life-reviewtherapie: dient om negatieve reminiscentiestijlen te veranderen die verdere ontwikkeling blokkeren en nadelig zijn voor de toekomst van de cliënt. Het doel is om psychische symptomen te verminderen maar ook om controle, zingeving en welbevinden te bevorderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Drie functie van reminiscentie

A
  • Sociale functie. Het delen van herinneringen verbindt mensen. Daarnaast kan het worden ingezet als generativiteit.
  • Instrumentele functie. Herinneringen ophalen aan het oplossen van problemen in het verleden kan mensen helpen bij het omgaan van huidige problemen. Herinneringen kunnen ook werken als coping maar dit kan ook averechts werken.
  • Integratieve functie. Betekenis geven aan positieve en negatieve herinneringen. Het geeft een bijdrage aan de eigen identiteit wat kan leiden tot verzoening en nieuwe betekenisgeving maar ook tot wanhoop en depressie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belangrijke sociale processen bij groeps life-review

A
  • Een goede groepssfeer
  • Openheid tegenover andere deelnemers
  • Zich kunnen verbinden met andere deelnemers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Positieve effecten van life review

A
  • Toename in zelfwaardering.
  • Toename controle over het eigen leven.
  • Toename welbevinden.
  • Meer bewust van competenties
  • Toename zingeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Werkzame elementen van life review

A
  • Mensen kunnen antwoorden vinden op vragen naar betekenis en zin in het eigen leven waardoor een gevoel van ego-integriteit kan ontstaan.
  • Mensen kunnen zich meer bewust worden van copmetenties en overlevings- en coping strategieën.
  • Verwerking negatieve ervaringen wat een positief effect op de emotieregulatie heeft.
  • Neiging tot rumineren kan verminderen.
  • In groepsverband kan het de sociale functies stimuleren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rumineren

A

Herhaaldelijk langdurig denken over negatieve gevoelens en problemen. Door inzet van life review kan rumineren afnemen maar ook toenemen, dan werkt het averechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benodigde vaardigheden therapeut bij life review

A
  • Faciliteren en structureren. Een gesprek op gang brengen.
  • Actief en empathisch luisteren.
  • Specifieke therapeutische vaardigheden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voorbeelden van interventies van life review

A
  • Levensboek.
  • Dierbare herinneringen. Een vorm van life-reviewtherapie voor ouderen met depressieklachten in een zorginstelling.
  • Op zoek naar zin. Voor mensen vanaf 55 jaar die thuis wonen en lichte of matige depressieve klachten ervaren.
  • Op verhaal komen. Voor ouderen met matige depressieklachten. Een combi van life review met narratieve therapie.
17
Q

Principes oplossingsgerichte therapie

A
  • De therapie wordt binnen 10 sessies gegeven.
  • Er wordt afgestapt van het medische model. Klachten zoals angst, somberheid of slapeloosheid worden niet geschouwd als ziekten maar als gewoonten. Het zijn dus geen dingen die je hebt maar die je doet.
18
Q

Uitgangspunten oplossingsgerichte therapie

A
  • Problemen zijn niet-succesvolle pogingen om levensmoeilijkheden op te lossen.
  • Je hoeft niet veel over het probleem te weten om het te kunnen oplossen.
  • De antwoorden van de cliënt hangen af van de vragen van de therapeut. Vraag je om oplossingen dan krijg je oplossingen.
  • Aandacht gaat vooral uit naar wat er al goed gaat en al is bereikt.
  • Geen enkel probleem is altijd even sterk aanwezig, er wordt voortgebouwd op de uitzonderingen.
  • Er hoeft niets nieuws te worden geleerd maar cliënt bouwt uit wat hij al kan.
  • Weerstand is niet bruikbaar. De therapeut moet zich aanpassen aan de cliënt en zijn stemming, stel en stadium van veranderen.
  • De relatie cliënt-therapeut is belangrijker dan de technieken.
  • Kennis van de cliënt over eigen leven is belangrijker dan theoretische kennis.
19
Q

Stappen oplossingsgerichte therapie

A
  1. Heden. (Probleem)
  2. Gewenste resultaat in de toekomst (doel)
  3. Opsporen van uitzonderingen (welke momenten lijken op het doel)
  4. Vinden van oplossingen en krachten.
    De vooruitgang wordt zichtbaar in een schaalmeting.
20
Q

Leading from one step behind

A

De therapeut laat de cliënt zelf bepalen wat het doel is en wat bijdraagt aan het dichterbij brengen van het doel.

21
Q

Tap on the shoulder

A

De therapeut stelt vragen waarmee de cliënt geholpen wordt de aandacht te richten op informatie die bijdraagt aan vooruitgang.

22
Q

Oplossingsgerichte vragen zijn

A

Kort, open en concreet.

23
Q

Drie typen samenwerkingsrelatie

A
  • Bezoekerstypische samenwerkingrelatie. De cliënt heeft geen probleem of hulpvraag.
  • Klaagtypische samenwerkingsrelatie. De cliënt heeft wel een probleem maar ziet zichzelf niet als oplossing.
  • Klanttypische samenwerkingsrelatie. De cliënt heeft een probleem en ziet zichzelf als onderdeel van de oplossing.
24
Q

Protocol eerste gesprek

A
  • Kennismaking: afstemmen welke aanpak iemand prefereert. Probleemgericht of oplossingsgericht.
  • Probleemonderhandeling. Wat brengt u hier. Het gaat bij oplossingsgerichte therapie voor om erkenning van het probleem.
  • Doelformulering. De gewenste toekomst (wondervraag)
  • Uitzonderingen.
  • Schaalvraag.
  • Volgend teken van vooruitgang
  • Complimenten-brug-boodschap. Een doe-suggestie of let op- denk na-suggestie, afhankelijk van de samenwerkingsrelatie. Een klanttypische relatie kan allerlei verschillende suggesties aan, bij een klaagtypische enkel let op- en denk na en bij bezoekerstypische relatie kan alleen complimenten worden gegeven.
  • Wordt er een vervolgafspraak gemaakt? Zo ja, wanneer?
25
Q

Protocol vervolggesprek

A
  • Nieuwe uitzonderingen.
  • Schaalmeting
  • Complimenten-brug-boodschap
  • Vraag voor volgend gesprek.
26
Q

Oplossingsgerichte therapie bij ouderen is helpend omdat

A
  • De aandacht ligt op het versterken van krachten en wensen van ouderen door gebruik te maken van wat al aanwezig is.
  • Het is een kortdurend en minder zware behandeling
  • Het doet recht aan de autonomie van de cliënt.
  • Het daagt de professional uit om de oudere te zien als een persoon die verantwoordelijkheid kan nemen ipv als iemand met kwetsbaarheid en problemen.
27
Q

Aanpassingen oplossingsgerichte therapie voor ouderen

A

• Er moet een biopsychosociale visie worden gehanteerd zodat ook medicatiegebruik, mate van ondersteuning onderdeel kan worden van het
veranderproces.
• Bij rouw moet meer gelet worden op de omgang met emoties en minder op de gedragsmatige kant. Erkenning geven, empathische ondersteuning en
copingvragen stellen dragen bij aan het opbouwen van een succesvolle samenwerkingsrelatie.
• Fysieke en cognitieve achteruitgang maakt het behalen van doelen mogelijk lastiger maar door levensverandering zijn ouderen vaak in staat een passend alternatief te kiezen. Van deze kracht wordt optimaal gebruik gemaakt.
• Cognitieve stoornissen vraagt een aanpassing van de werkwijze. Een gebrek aan ziekte-inzicht en beperkingen in het geheugen hoeven geen belemmering te zijn.

28
Q

Evocatie

A

Bestaande informatie in de cliënt wordt naar boven gebracht door open vragen te stellen.

29
Q

Aangepaste wondervraag

A

In plaats van de wondervraag wordt de hoop-en-verschil-vraag gesteld. Waar hoopt u op, en als alles waar u op hoopt uitkomt, wat maakt dat voor verschil? De wondervraag is vaak te abstract bij mensen met cognitieve stoornissen. Daarnaast leidt de hoopvraag tot middelen die (weer kunnen lopen) en de verschilvraag leidt tot een waarde zoals zelfstandigheid of rust wat het doel formuleert.

30
Q

Rerouten

A

Een andere manier zoeken om het doel dichterbij te brengen als een doel of middel niet haalbaar blijkt te zijn. Dit doe je nadat je met de cliënt hebt onderzocht of het gedrag daadwerkelijk niet meer mogelijk is.