Thema 2. Veroudering vanuit een levensloopperspectief. Deel 2 Flashcards
Disability paradox,
well-being paradox,
response shift
Drie benamingen die hetzelfde vertellen. Mensen passen zich vaak aan hun veranderende situatie aan. Dit betekent dat men het eigen oordeel over wanneer het leven nog de moeite waard is, aanpassen.
Twee typen
definities van
kwaliteit van leven
• Kwaliteit van leven met sociale indicatoren. Kenmerken die gerelateerd zijn aan de sociale en maatschappelijke situatie van mensen. Bijvoorbeeld opleiding,
inkomen en gezinssamenstelling. Hoge scores op sociale indicatoren gaan samen met hoge mate van kwaliteit van leven.
• Kwaliteit van leven met psychologische indicatoren. De persoonlijke levenssituatie van mensen. Het gaat om het meten van de perceptie van levenservaringen. Kwaliteit van leven is subjectief welbevinden.
Definitie van gezondheid volgens de WHO
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijke en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Definitie kwaliteit van leven volgens de WHO
De perceptie van individuen van hun positie in het leven, in de context van de cultuur en het waardesysteem waarin zij leven, en in relatie tot hun doelen, verwachtingen, standaarden en belangen.
Definitie van gezondheid volgens Huber (positieve psychologie)
Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
Twee stromingen van psychologisch welbevinden.
De meeste wetenschappers hanteren het psychologisch welbevinden als belangrijkste
maat voor de kwaliteit van leven. Hierbij worden twee stromingen onderscheiden.
• Hedonic well-being: De subjectieve ervaring van het leven als geheel en van belangrijke levensdomeinen. De aspecten die gemeten worden zijn: positief en
negatief affect, tevredenheid over het leven, tevredenheid over de verschillende levensdomein en geluk.
• Eudaimonic well-being: Psychologisch welbevinden als gevolg van een levenslang proces van zelfontplooiing en verwerkelijking. Dit wordt meestal gemeten in het model van psychologisch functioneren van Ryff. (Zelfacceptatie, autonomie, omgevingsbeheersing, positieve relaties, persoonlijke groei, doelgerichtheid)
Domeinen van kwaliteit van leven
o.a. Attachment, rol, enjoyment, veiligheid, controle, sociaal leven, activiteiten, gezondheid, de woon- en leefomgeving, zichzelf zijn, financiële zekerheid, zorgomgeving, persoonlijke identiteit, verbondenheid.
Er zijn dus allerlei dimensies van kwaliteit van leven. Maar het verschilt welke relevant zijn in een bepaalde situatie. Door alleen specifieke dimensies te gebruiken,
worden andere mogelijke belangrijke dimensies genegeerd en daarmee ook de algemene kwaliteit van leven. Ook kan, door te veel naar specifieke dimensies te kijken, de fundamentele dimensies vergeten worden. Er zal altijd gekeken moeten worden naar verschillen in fysieke, sociale en psychologische omstandigheden. Vaak is onduidelijk hoe ze met elkaar samenhangen.
zelfmanagement van welbevindentheorie
Het gaat ervan uit dat de belangrijkste domeinen van kwaliteit van leven (welbevinden) afgeleid kunnen worden van de basale behoefte van mensen. De
meest basale behoefte van de mens is de
behoefte aan algeheel psychologisch
welbevinden (kwaliteit van leven). Deze
behoefte wordt vervuld als twee andere
algemene behoeften zijn vervuld, fysiek en sociaal
welbevinden. Fysiek welbevinden wordt
vervuld door comfort (vervulling van eten, drinken beschutting) en stimulatie (lichamelijke en geestelijke
activering). Sociaal welbevinden wordt vervuld door affectie, gedragsbevestiging en status. Deze vijf basisbehoeften kunnen als belangrijkste domeinen van kwaliteit van leven worden beschouwd.
zelfmanagementvaardigheden
De zelfmanagementvaardigheden zijn de vaardigheden die mensen nodig hebben om deze domeinen van kwaliteit van leven te verwerven, te behouden en zich aan te kunnen passen aan veranderingen en verliezen.
• Vermogen om initiatief te nemen.
• Het geloof in eigen kunnen (self-efficacy)
• Vermogen om te investeren.
• Vermogen tot een positief perspectief op de toekomst.
• Vermogen om voor multifunctionaliteit te zorgen.
• De vaardigheid om voor variëteit te zorgen.
Zelfmanagementvaardigheden kunnen worden beïnvloed. Er zijn dus interventies mogelijk om de vaardigheden te laten groeien en daarmee het welbevinden.
Persoonsgerichte benadering van Kitwood
Achteruitgang bij dementie is het directe gevolg van hoe de sociale en omgevingssituatie wordt ervaren door de oudere. Dit betekent dat de zorg een
belangrijke rol heeft in het optimaliseren van het welbevinden van ouderen met dementie. Kitwood omschreef vijf centrale behoeften van deze ouderen.
• Attachment (gehechtheid).
• Inclusion (erbij horen)
• Identity (identiteit en zelfwaardering)
• Comfort (troost, bemoediging)
• Occupation (ergens bij betrokken zijn, iets omhanden hebben)
Dit heeft een grote overlap met de basisbehoeften van de zelfmanagement theorie.
Een belangrijke toevoeging is echter dat bij de benadering van Kitwood Personhood
heel belangrijk is.
Personhood
Respect en status verlenen aan mensen ongeacht hun beperkingen. De zorg moet afgestemd worden op het individu en niet op de beperking. Zorg die personhood
ondersteunt heeft vier kernonderdelen.
• Waarde toekennen aan de persoon met dementie.
• Een individuele benadering die de uniciteit van het individu erkent.
• Proberen de wereld te begrijpen vanuit het perspectief van de oudere.
• Een ondersteunende sociale omgeving bieden.
Meetinstrumenten kwaliteit van leven.
Er zijn verschillende meetinstrumenten die de kwaliteit van leven kunnen meten. Vaak bevatten deze meetinstrumenten verschillende domeinen maar soms ook specifieke. Bij gebruik van meetinstrumenten is vaak een korte afnameduur heel belangrijk omdat het voor ouderen niet prettig is om lange testen af te nemen. De vraag heerst wie de test kan afnemen, kwaliteit van leven wordt vanuit psychologische indicatie beoordeelt door de persoon zelf maar ouderen met cognitieve achteruitgang zullen wellicht niet meer in staat zijn de test te snappen en te maken. Soms kan de directe omgeving deze vragen dan beantwoorden maar dit geeft niet een feitelijk beeld.
Voorbeelden van meetinstrumenten voor kwaliteit van leven
• Euro quality of Life (EQ5D) Het meest gebruikte instrument voor gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij ouderen.
• Short Form 36 items Health Survey (SF-36) Het meest gebruikte instrument voor gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij ouderen.
• Ferrans and Poewrs Quality of Life Index (QLI) Het meest gebruikte en gevalideerde welbevinden instrument.
• Kwaliteit-van-leveninsturemen van de WHO (WHOQOL-OLD en WHOQOL-Bref) Het meest gebruikte en gevalideerde welbevinden instrument.
Van deze instrumenten is geen proxyversie beschikbaar (dat omgeving invult)
• Social Production Function Instrument for the level of well-being: gebaseerd op het zelfmanagement van welbevindentheorie
• Self-management Ability Scale (meet de zelfmanagementvaardigheden)
• Social Well-Being of Nursing home Residents (SWON). Voor zeer kwetsbare ouderen, ook met dementie. Een observatie-instrument voor het meten van de drie dimensies van sociaal welbevinden (affectie, gedragsbevestiging en status).
Voorbeelden van meetinstrumenten voor mensen met dementie
Zelfrapportage-instrumenten:
• Quality of Life in Alzheimer’s Disease (QOL-AD). Het meet twaalf domeinen. Deze zijn gebaseerd op een overzichtsonderzoek naar het meten van kwaliteit van
leven bij ouderen met dementie of andere ziekten.
• Dementia Quality of Life Scale (D-QoL). Voor aanvang wordt een vraag gesteld om te bepalen of de cognitieve vaardigheden afdoende zijn om de vragen over verschillende domeinen te beantwoorden.
Observatie-instrumenten.
• Dementia Care Mapping Method. Intensieve observatie leidt tot een score op de domeinen welbevinden, sociale terugtrekken en activiteiten. Dit is gebaseerd op de benadering van Kitwood.
• Quality of Life in Dementia. Verschillende domeinen worden door verzorgen ingevuld.
Rouw
Het geheel van reacties dat optreedt na een verlies van een persoon met wie een betekenisvolle relatie bestond. Rouw is dus de prijs die men betaalt voor een band die men met de ander is aangegaan. Deze band hoeft niet positief te zijn, wel van betekenis.