Thema 1. Inleiding ouderenpsychologie. Deel 1 Flashcards
Wat is oud?
Wordt bepaald door demografische ontwikkeling, politiek, beleid, media, bedrijven, maatschappelijke organisaties. Maar vooral door de ouderen zelf.
Geschiedenis van de term ‘oud’
Pensioenleeftijd heeft lang op 65 jaar gelegen maar door prepensioen werd men ook eerder oud bestempeld. Nu ligt dit op ruim 67 jaar. Voor mensen zelf is 50 vaak een markeerpunt. Het besef dat het leven eindig is. Voor WOII grote verschuiving door minder kindersterfte.
Dubbele vergrijzing
Minder kindersterfte + langere levensverwachting.
Driedeling levensloop
Kinderen en jeugdigen (0-20)
Volwassenen (20-65)
Ouderen (65+)
Verkenning levensloop
Vroege jeugd (0-15) Jongvolwassenheid (15-30) Consolidatie en spitsuur (30-60) Actieve ouderdom (60-80) Intensieve verzorging (80+)
Beeldvorming over ouderen:
Ouderen laten het pensioen- en zorgsysteem vastlopen. Maar ook: ouderen zijn goed voor de economie, bij hen zit het grote geld.
Loopbaanmanagement
Wordt ingezet om mensen langer vitaal en met plezier te laten doorwerken. Toch is dit voor werkgevers nog onvoldoende aan de orde, zij zijn vooral bezig met ontzien.
Perspectief op zelfstandigheid
Voorheen: in een bejaardentehuis met enige ondersteuning zo zelfstandig mogelijk leven. Nu: thuis blijven wonen.
Diversiteit in levensloopontwikkeling.
Er moet ingespeeld worden op inhoudelijke aspecten van het ouder worden als proces, i.p.v. naar de kalenderleeftijd. Hierbij moet gekeken worden naar diversiteit.
- Maatschappelijke positie.
Cohortverschillen. De nieuwe cohort ouderen wordt anders oud.
Geslacht. Levensverwachting van vrouwen is langer.
SES. Ongelijkheid: hoger opgeleiden hebben langer levensverwachting.
Migratiegeschiedenis. Culturele verwachtingspatroon.
- Individuele verschillen
Persoonlijkheid.
Omgaan met ouder worden
Levensgeschiedenis.
- Verschillen bínnen een individu. Er kan bijvoorbeeld ouderdom worden ervaren op het domein lichamelijke gezondheid maar niet op sociale relaties.
Healthy ageing model WHO
Het model gaat ervan uit dat gezond ouder worden van belang is om het functioneren zoveel mogelijk te bevorderen en te behouden. Dit geldt niet alleen voor mensen die gezond zijn maar ook voor hen met verminderede gezondheid. Er moet geïnvesteerd worden in ieders capaciteit en functioneren zodat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven. Er is toenemende aandacht voor veerkracht.
Ontwikkeling volgens de ouderenpsychologie
Ontwikkeling wordt gezien als:
Groei
Behoud van functioneren.
Omgaan met tegenslagen en verlies.
CALTAP
Bob Knight en Nancy Pachana hebben de CALTAP ontwikkelt. Contextual Lifespan Theory for Adapting Psychotherapy. Dit is een raamwerk wat inzicht biedt in op welke wijze er aanpassing nodig is in de communicatie, diagnostisch- en behandelproces van ouderen. Het geeft antwoord op de vraag: wat heeft leeftijd met het probleem van doen?
Het model kijkt naar fysieke, psychische en sociale veranderingen van zowel positieve als negatieve aard.
Daarnaast wordt gekeken naar ingrijpende veranderingen of specifieke aandoeningen die wel vaak voorkomen maar niet per sé met leeftijd te maken hebben.
De cultuur is de sociale context. Iemand met grotere sociale verbondenheid zal eenzelfde probleem mogelijk minder zwaar ervaren dan een ander.
Het cohort bepaald hoe erover ouder worden gedacht wordt. Zowel door de oudere als door de therapeut.
Aging Perceptions Questionnaire (APQ)
Vragenlijst voor het meten van de attitude tegenover eigen veroudering. De vragenlijsten is op te delen in zeven dimensies.
- Chronische tijdslijn: het bewustzijn van de eigen veroudering verloopt chronisch/is altijd aanwezig.
- Cyclische tijdslijn: het bewustzijn van de eigen veroudering verloopt cyclisch: het komt en gaat in golfbewegingen.
- Positieve consequenties van het ouder worden.
- Negatieve consequenties van het ouder worden.
- Emotionele representaties: welke emotionele reactie roept veroudering op.
- Positieve controle: Het gevoel zelf controle te kunnen uitoefenen op positieve ervaringen.
- Negatieve controle: Het gevoel geen controle te kunnen uitoefenen op negatieve ervaringen.
Factoren van beïnvloeding van het levenspad
Normatief leeftijdsgebonden gebeurtenissen.
Normatief historische gebeurtenissen
Niet normatieve gebeurtenissen.
Ouderen-psychologie richt zich op: + nadeel
Ouderenpsychologen richten zich op het voorkomen en behandeling van psychische klachten en stoornissen. Maar als geestelijke gezondheid alleen gezien wordt als de afwezigheid van klachten en stoornissen dan ligt de nadruk op wat er misgaat. De ouder wordende persoon om wie het gaat wordt vergeten.