Thema 3. Veroudering vanuit een gezondheidspsychologisch perspectief. Deel 1 Flashcards
Biogerontologie
Richt zich op het verouderingsproces als de natuurlijke vermindering van de lichamelijke functies.
Geriatrie
Houdt zich vooral bezig met ziekten en aandoeningen bij oudere patiënten. De pathologische uitingsvormen van biologische veroudering.
Disposable somatheorie
De wegwerplichaamtheorie. Deze theorie geeft antwoord op de vraag hoe oud een mens kan worden. Eén deel van het menselijk lichaam veroudert niet, dat zijn de kiembaancellen, oftewel de geslachtscellen die door bevruchting voortgezet worden in een nieuwe generatie. Wanneer je hebt gezorgd voor deze nieuwe generatie dan heb je je evolutionaire doel bereikt. Soorten die korter leven krijgen ook eerder nakomelingen.
Biologische veroudering
Definitie: Een proces gekenmerkt door een toenemende kans op overlijden naarmate de kalenderleeftijd stijgt. Biologische veroudering is het resultaat van.
• Enerzijds beschadigende factoren.
• Anderzijds een falen van herstelmechanismen voor het minimaliseren van het beschadigende effect van die factoren.
Voorbeelden van beschadigende factoren.
Vrije radicalen die beschadigingen veroorzaken in DNA, RNA en eiwitten en UV licht die DNA-beschadigingen veroorzaken.
Voorbeelden van herstelmechanismen.
Antioxidanten die vrije radicalen onschadelijk maken. Enzymsystemen die beschadigingen herkennen en herstellen en apoptose; een selectieve celdood van niet-perfecte of beschadigde cellen in combi met
aanmaak van nieuwe cellen.
Homeostase
Evenwicht tussen schade, die continue ontstaat, en herstel dat ook continu plaatsvindt. Met het ouder worden ontstaan er haperingen in de homeostase. Herstelmechanismen gaan falen wat leidt tot
verouderingsverschijnselen van cellen, weefsels en organen.
Normale versus pathologische verouderingsprocessen
Onderscheid aanbrengen tussen normaal of pathologische verouderingsprocessen geschiedt redelijk willekeurig gebaseerd op de gevolgen voor functioneren. Zijn deze gevolgen binnen de bandbreedte van wat wij als normaal voor de leeftijd
beschouwen dan hebben we het over normale verouderingsprocessen. Vallen de gevolgen daarbuiten dan hebben we het over pathologische verouderingsprocessen. Biologisch gezien is alle veroudering pathologisch doordat er sprake is van schade.
Cascade breakdown
En kettingreactie die kan optreden bij ouderen. Veroudering en aandoeningen van diverse orgaanstelsels en zintuigen treden simultaan op. Stoornissen in één orgaansysteem kunnen leiden tot stoornissen in een ander.
Gevolgen van biologische verouderingsprocessen.
Biologische verouderingsprocessen leiden via beschadiging van cellen, weefsel en organen tot functieverlies van organen en zintuigen. Er is enerzijds sprake van een kwantitatieve vermindering van het functioneren (vermindering van capaciteit of vermogen) en anderzijds een kwalitatief verlies
(vermindering van adaptatievermogen en flexibiliteit). Veranderingen in functioneren verschillen per individu door biologische en genetische factoren, maar ook door ‘gebruik’. Use it or loose is.
Biologische veranderingen in de longen
• Het maximale vermogen van de longen om zuurstof op te nemen neemt af met de leeftijd. Ook dit hangt af van het gebruikt.
• Gevolg: verminderen van maximale
inspanningsvermogen en daardoor beperking van zelfredzaamheid. Angst speelt ook mee.
Biologische veranderingen van het hart
- De pompfunctie (capaciteit) van het hart vermindert bij het ouder worden.
- Hierdoor neem het maximale inspanningsvermogen af. → Fysieke prestatie neemt af. De mate hiervan is afhankelijk van het gebruik.
- Adaptatievermogen neemt af. Het vermogen snel te reageren op veranderingen. Dit kan leiden tot duizeligheid en vallen.
- Coronaire hartziekten (vernauwing van de aders), hartkleplijden, ritmestoornissen en hartfalen zijn de belangrijkste hartaandoeningen.
- Gevolg: pijn op de borst, kortademigheid, verminderde inspanningstolerantie. De zelfredzaamheid en mogelijkheden tot ontspanning worden hierdoor beperkt. Coronaire hartziekten kunnen leiden tot hartinfarct. Ook depressie, delier en angst zijn geassocieerd met coronaire ziekten. Medicijnen hebben bijwerkingen.
- Vaak komen deze hartaandoeningen tegelijk voor en zijn er causale relaties tussen de aandoeningen.
Biologische veranderingen van de nieren.
• De gemiddelde bloeddoorstroming van de nieren neemt af met de leeftijd.
• Gevolg: afvalstoffen en medicijnen die door de nieren uitgescheiden worden, worden minder efficiënt
verwerkt. Vaak is er verhoging van dosering nodig wat meer risico geeft op bijwerkingen.
Biologische veranderingen van de blaas.
- Door slapte van de bekkenbodemspier door verzakking of oestrogeentekort, instabiliteit van de blaas, een vergrote prostaat of door onvermogen om het toilet te bereiken kan incontinentie ontstaan.
- Gevolg: schaamte, sociale contacten vermijden, intimiteit ontlopen, eenzaamheid
Biologische veranderingen van de zintuigen
- De gezichtsscherpte neemt af door een stijvere lens en doordat minder licht het netvlies bereikt en het aantal zintuigcellen van het oog afneemt. Zelfredzaamheid, sociaal contact en hobby’s kunnen hier ernstig onder leiden waardoor depressie een gevolg kan zijn.
- Hogere geluidsfrequenties kunnen minder goed waargenomen worden op hogere leeftijd. Dit is presbyacusie, ouderdomsslechthorendheid. Sociale isolatie, gemis sociale contacten en achterdocht kunnen gevolg zijn.
- Reuk- en smaakvermogen wordt minder bij het ouder worden. Eetlust en voedselinname kunnen verminderen. Slechte mondhygiëne, verminderde speekselproductie en medicijnen een kunnen een rol spelen bij het smaakverlies.