Thema 4 Basisstof 3 (Beenverbindingen) Flashcards
Vergroeid
Twee of meer beenderen zijn één geheel geworden
er is geen beweging mogelijk
Naad
Kronkelige verbinding waar botten aan elkaar vast zitten
Gewricht
Beweegbare verbinding tussen twee botten
Gewrichtskogel
Gewricht waarbij de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot
Gewrichtskom
Onderdeel van een gewricht waarin de gewrichtskogel draait
Gewrichtskapsel
Weefsel dat twee botten in een gewricht verbindt en op hun plaats houdt
Geeft gewrichtssmeer af, waardoor de botten soepel kunnen bewegen
Kapselbanden
Stevig weefsel dat twee botten in een gewricht op hun plaats houdt
Extra versteviging om een gewricht
Gewrichtssmeer
Stroperige vloeistof waardoor botten soepel kunnen bewegen
Kogelgewricht
Gewricht waarbij de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot
Draaiende beweging mogelijk (bijv schoudergewricht en heupgewricht)
Rolgewricht
Gewricht waarbij het ene bot in de lengte-as om het andere bot draait
(Bijv spaakbeen en ellepijp)
Scharniergewricht
Gewricht waarbij het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot beweegt
Alleen beweging heen en terug mogelijk (bijv elleboog gewricht en kniegewricht)
Verbinding waar geen beweging mogelijk is
Vergroeid (bijv heiligbeen en staartbeen)
Naad (bijv tussen de schedelbeenderen
Verbindingen waarbij wel beweging mogelijk is
Kraakbeen, beetje beweging mogelijk (bijv tussen de ribben en het borstbeen)
Gewricht, veel beweging mogelijk (bijv tussen de botten van je hand)
Welke botten zijn door kraakbeen met elkaar verbonden?
Ribben en het borstbeen
Tussen de ribben en de wervels zit een gewricht
Door het kraakbeen en de gewrichten kan je borstkas groter en kleiner worden als je ademhaalt