Thema 2 Basisstof 3 (Weesels) Flashcards

1
Q

Cellen

A

Bouwstenen van organismen
(Je kunt ze alleen zien onder de microscoop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel cellen heeft een mens?

A

Ongeveer 30 biljoen cellen
Dat is 4000x zo veel cellen als er mensen op aarde zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Weefsel

A

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke verschillende weefsels heb je?

A

Botweefsel, zenuwweefsel en spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tussencelstof

A

Vloeibare of harde stof die tussen de cellen ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opperhuid

A

Een laag cellen aan de buitenkant van een blad die beschermt tegen invloeden van de buitenaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Huidmondjes

A

Kleine openingen in een blad van een plant, die koolstofdioxide opnemen uit de lucht en zuurstof afgeven
Als het huidmondje open is verdampt er water uit het blad (huidmondjes zitten aan de onderkant omdat ze dan minder snel water verdampt)
Als er toch te veel verdampt sluiten ze weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cambium

A

Laag cellen dicht onder de schors die nieuw hout vormt richting het midden van de boomstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jaarringen

A

Al het hout in een boomstam dat in één jaar is gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly