Thema 2 Basisstof 2 (Eencellige Organismen) Flashcards
eencellige organismen
Levende wezens die uit slechts 1 cel bestaan:
Een ééncellige organisme vertoont alle levens kenmerken
Amoebe
Ééncellige organisme dat zich voortbeweegt door het vormen van schijnvoetjes en voedsel verteert in voedingsvacuolen:
Het kan zich steeds van vorm veranderen, dat doet hij door de cytoplasma zich in één richting te laten stromen dan vormen ze uitsteeksels (schijn voetjes)
Ze leven in water bijv in sloten en plassen
schijn voetjes
Uitsteeksels van een amoebe die gevormd word doordat het cytoplasma in één richting stroomt:
Zo kan die zich voortbewegen,
Door de schijn voetjes te vormen kan de amoebe voedsel bereiken en dat opnemen
Dat doet hij door zich eromheen te vouwen om het voedsel in te sluiten. Het voedsel bestaat uit bacteriën,
Het voedsel word in de cel opgenomen in een blaasje (de voedingsvacuole)
Voedingsvacuole
Blaasje in de cel waar voedsel wordt verteerd en vervolgens word opgenomen in het cytoplasma:
De verteerde stoffen worden opgenomen in het cytoplasma,
Onverteerde resten worden verwijderd via het cytoplasma
Pantoffeldiertje
Ééncellig organisme dat zich voortbeweegt door middel van trilhaartjes en voedsel verteerd in voedingsvacuolen
Ze leven in water bijv in sloten en plassen
Trilhaartjes
Dunne uitsteeksels op het celmembraan van een pantoffeldiertje waardoor het kan bewegen en eten:
Ze maken golvende bewegingen in het water om te bewegen.
Ze duwen ook het voedsel naar de celmond
Celmond
Instulping in de cel waar voedsel terechtkomt in een voedingsvacuole.
Daarin word het in verteerd en de verteerde stoffen worden opgenomen in het cytoplasma
De onverteerde resten worden verwijdert door de celanus