Thema 3 H3 Flashcards

1
Q

Wat is het Hz-component?

A

Een fysiologische grootheid die behoort tot een van de standaardindicatoren in het onderzoek naar mentale inspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er verstaan onder het maken van een ‘strategische beslissing’? En waar is het van afhankelijk?

A

Het toedelen van aandacht aan een taak en het overgaan tot handelen. Afhankelijk van een inschatting die de persoon maakt van zijn psychofysiologische toestand op dat moment in relatie met de aard en het niveau van de eisen die de taak en de taaksituatie daaraan stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer moet er een strategische zelfregulering gedaan worden en wat zijn de gevolgen hiervan?

A

Wanneer iemand gedwongen wordt een prestatie van een bepaald niveau te leveren, ook al acht hij zichzelf daar niet goed meer in staat. Het wordt negatief of vervelend ervaren en kan gespannen opwinding ‘arousal’ veroorzaken en gevoelens van angst oproepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaraan in het lichaam worden adrenaline en noradrenaline afgescheiden?

A

In het bloed en in het intercellulair vocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke hormoon is vooral indicatief voor mentale inspanning?

A

Adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk hormoon is vooral indicatief voor fysieke inspanning?

A

Noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer wordt er een afgenomen motorische activiteit en terugtrekgedrag waargenomen?

A

Wanneer er een verhoging van het hormoon cortisol optreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat verteld de cognitieve stresstheorie van Lazarus?

A

Dat subjectieve evaluatie van belastingsfactoren essentieel is voor het optreden van de spanningsreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met ‘effort without distress’?

A

Verhoging van adrenaline kan in verband worden gebracht met actieve mobilisatie van prestatiemogelijkheden om aan de eisen van de taaksituatie te kunnen voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt bedoeld met ‘effort with distress’?

A

Wanneer verhoging van adrenaline het karakter krijgt van een spanningsreactie die gepaard gaat met gevoelens van gespannen opwinding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke bevolkingsgroep hebben gemiddeld sneller hogere adrenalinelevels?

A

Ouderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar staat ‘unwinding’ voor?

A

Een herstelproces na dagelijkse arbeidsinspanningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een cumulatief proces?

A

Wanneer er geen periode van herstel optreedt en klachten van chronische vermoeidheid, verminderd welbevinden, slaapklachten en psychosomatische klachten kunnen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is sustained activation?

A

Theorie van aanhoudende fysiologische activering. Kan leiden tot verstoring van de balans tussen sympathisch en parasympathische zenuwstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly