Thema 2 H20 Flashcards
Waar staat ‘presenteïsme’ voor?
Situaties waarin mensen blijven doorwerken terwijl ze zich niet goed voelen en niet al hun capaciteiten volledig kunnen gebruiken.
Welke factor kan presenteïsme verminderen?
Flexibiliteit van werktijden, geeft mensen de keus om bij ziekte minder tijd op het werk door te brengen.
Wat wordt er bedoeld met de term ‘arbeidsprestatie’?
Zowel het transformatieproces (prestatieproces) als het behaalde resultaat (prestatieuitkomst).
Wat beïnvloed het handelen in een prestatieproces? (3 factoren)
Vormen van perceptie, centrale verwerking en motoriek.
Welke 4 typen prestatie-uitkomsten zijn er?
- Taakprestatie (in-rolprestatie, in hoeverre werknemers aan formele eisen van hun baan voldoen).
- Specifieke werkgedragingen (proactiviteit, aanpassingsvermogen, leergedrag etc).
- Contextuele, prosociale, extra-rolprestatie (activiteiten die werknemers doen buiten hun taakomschrijving).
- Contraproductieve prestaties (kunnen schadelijk zijn voor organisatie, zoals stelen, pesten etc).
Wat beschrijft de wetenschap over de relatie tussen gezondheid of welzijn met de werkprestatie?
Nog niet duidelijk wat oorzaak en wat het gevolg is. Zwakke/matige relatie of geen significante relaties tussen emotionele uitputting en werkprestaties.
Welk kenmerk van een werknemer heeft een consistente en positieve relatie met werkprestaties volgens onderzoek?
Bevlogenheid.
Volgens Matthews et al, zijn er 4 manieren waarop ziekte de hulpbronnen kan beïnvloeden en kan leiden tot achteruitgang van prestaties. Wat zijn die 4 manieren?
- Belemmering van neuraal functioneren (gevolg van ziekte zelf)
- Belemmering van cerebrale bloedstroom door verminderd metabolisme van glucose en zuurstof
- Symptoomeffecten
- Gezondheidsgedrag
Welke 3 modi zijn er van werken die fysiologische te differentiëren zijn? (realiseren arbeidsresultaties ondanks stress, gezondheidsklachten etc).
- Engaged (direct aanpakken van de stressor, prestatieresultaat blijft zo veel mogelijk gelijk).
- Disengaged (subjectieve taak bijstellen, prestatieresultaat daalt).
- Strain (extra inspanning leveren, prestatieresultaat wordt zo goed mogelijk gehandhaafd).
Wat houdt een latente prestatieafname in?
Neventaken kunnen verwaarloosd worden, persoon kan meer vermoeid raken of er worden riskantere beslissingen genomen.
Waarom moet er aandacht komen voor medicijngebruik in onderzoeken naar de effecten van ziekten en aandoeningen op prestatie-uitkomsten?
Medicijnen kunnen de effecten van ziekte onderdrukken, maar kunnen zelf ook het prestatieniveau beïnvloeden.
Welke 3 factoren kunnen de nadelige effecten ven ziekte op de prestatie versterken volgens onderzoek?
Roken, overmatig alcoholgebruik en overgewicht.
Wat zijn mediatorvariabelen en noem hier voorbeelden van.
Psychologische processen die een rol spelen op werkprestaties. Deze kunnen de relatie tussen gezondheid en werkprestatie verklaren. Voorbeelden: iemand motivatie, creativiteit, het hebben van positieve relaties met anderen.
Wat zijn moderatorvariabelen? En noem hier voorbeelden van.
Moderatoren kunnen de relatie tussen gezondheid/welzijn en prestatie beïnvloeden. Voorbeelden zijn: eisen die de omgeving aan het individu stelt, mate waarin prestaties een persoonlijk voordeel oplevert, hebben van een grote prestatiemotivatie.
Waardoor kan het zelfbeeld verbeterd worden wanneer mensen een baan hebben? (4 punten).
Door een nuttige bijdrage te kunnen leveren, de activatie van verschillende psychische functies bij werken, aandacht van negatieve bewustzijn wordt afgeleid, door positieve feedback en waardering vanuit de omgeving.