Thema 2 H13 Flashcards

1
Q

Waar staat epidemiologie voor?

A

De (medische) statistiek van de grote getallen. Het gaat om het vóórkomen en de verspreiding van, en de ontwikkeling in ziekten. Het kan ook toetsend of voorspellend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekend ‘een gezondheidsprobleem heeft een lineair karakter’?

A

Dat het een continue karakter heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer kan er gesproken worden over een aandoening?

A

Wanneer er een diagnose is gesteld op basis van een klinisch oordeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door welke instantie wordt werkgerelateerde depressie gerapporteerd en aan wie?

A

Door bedrijfsartsen aan het NL’s Centrum voor Beroepsziekten. Verder bestaat er geen systematische landelijke registratie of nationaal onderzoek naar werkgerelateerde depressie, het wordt namelijk niet als een beroepsziekte gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 statistieken in NL houden de ontwikkelingen van aandoeningen in de beroepsbevolking bij?

A
  1. Registratie van arbeidsongeschikten.
  2. Registratie van beroepsziekten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar komt informatie over ziekteverzuim van werknemers vandaan?

A

Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 2 uitkeringen vallen onder de WIA?

A
  1. De IVA: inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (loonverlies vanaf 80%).
  2. WGA: werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (loonverlies vanaf 35%), verwachting is dat deze groep in de toekomst weer aan het werk kunnen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan wie en hoe moeten bedrijfsartsen beroepsziekten melden? En welke 2 kanttekeningen zitten hier bij?

A

Aan het NL’s centrum voor Beroepsziekten (NCVB) via het Peilstation Intensief Melden.
Kanttekeningen: geen representatief beeld doordat bedrijfsartsen niet goed registreren + ZZP’ers komen niet bij bedrijfsartsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe hoog is het percentage psychische aandoeningen in de WGA en IVA?

A

In WGA 40%, dat is hoger dan in de IVA (11%).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de top 3 beroepsziekten met hoogste incidentie?

A
  1. Psychische aandoeningen (overspannenheid en burn-out, gevolgd door PTSS en depressie).
  2. Aandoeningen bewegingsapparaat
  3. Gehooraandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door wie wordt informatie over werkgerelateerde psychische klachten van werknemers in kaart gebracht?

A

Door het TNO (d.m.v. arbeidssituatie Survey) en het CBS (Vroeger de POLS, afgeleid uit de Utrechts Burn-Out Schaal).
Tegenwoordig voeren de TNO en CBS samen de NEA uit. Respondenten aantal is erg groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke resultaten laat de NEA zien?

A

Toename burn-outklachten (na herzieningen van socialezekerheidswetgeving en bemoeilijking van de weg naar een arbeidsgeschiktheidsuitkering).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe groot is het ziekteverzuimpercentage?

A

Gemiddeld 4,4%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke factoren worden er genoemd als verklaring voor een hogere instroom in de WGA voor vrouwen? (5 punten)

A
  1. Minder regelmogelijkheden
  2. Minder carrièremogelijkheden
  3. Slechte werksfeer
  4. Fysiek zwaar werk
  5. Weinig plezier in het werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uit cijfers van de OECD, welke 3 groepen hebben een verhoogde kans op psychische klachten?

A
  1. Vrouwen.
  2. Ouderen.
  3. Laag opgeleide werknemers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 2 groepen worden er door het NEMESIS cohortonderzoek gezien als risicofactoren voor de ontwikkeling van psychische aandoeningen?
En wat is opvallend aan dit onderzoek?

A
  1. Werklozen/arbeidsongeschikten.
  2. Huismannen.
    Opvallend is dat er geen verschil was in frequentie tussen mannen en vrouwen die betaald werk doen.
17
Q

In welke sectoren wordt er een groot risico voor burn-outklachten gevonden volgens de NEA?
En in welke sectoren een laag risico?

A
  1. Onderwijs
  2. ICT
  3. Industrie
  4. Zakelijke dienstverlening
  5. Zorg
    En weinig risico in landbouw, visserij, culturele dienstverlening en handel.
18
Q

Wat zijn de 5 voorspellers voor het ontstaan van psychische klachten en aandoeningen?

A
  1. Hoge taakeisen
  2. Geringe regelmogelijkheden
  3. Gebrekkige steun van leiding en collega’s
  4. Agressie en geweld op het werk
  5. Verstoring balans tussen inspanning en beloning
19
Q

Wanneer is de kans op werkhervatting het grootst? (7 punten).

A
  1. Jonge werknemer
  2. Minder sprake van comorbiditeit
  3. Beperkte verzuimgeschiedenis
  4. Veel zelfwaardering
  5. Positief zijn over de toekomst
  6. Veelvuldig contact met leidinggevende
  7. Leidinggevende die in direct contact staat met bedrijfsarts en een positieve, actieve houding aanneemt
20
Q

Hoeveel zijn de geschatte kosten van arbeidsongeschiktheid, verzuim en zorg samen?

A

8,7 miljard, aandeel psychisch verzuim geschat op 3,2 miljard.