Thema 3 H19 Flashcards

1
Q

Uit welke 5 dimensies bestaat de Work Addiction Risk Test?

A
  1. Dwangmatig gedrag
  2. Controle
  3. Communicatieproblemen/zelfabsorptie
  4. Onvermogen om te delegeren
  5. Resultaatgerichtheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Welke 2 vragenlijsten zijn er om werkverslaving te meten?

A
  1. Work Addiction Risk Test
  2. Workaholism Battery
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Van welke 3 dimensies gaat de Workaholism Battery vragenlijst uit?

A
  1. Werkbetrokkenheid (hierin kunnen werkverslaafden onderscheiden worden van niet-werkverslaafden)
  2. Gedrevenheid
  3. Werkplezier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 kenmerken heeft een werkverslaafde?

A
  1. Besteden van veel tijd aan het werk
  2. Voortdurend denken aan het werk
  3. Meer werken dan redelijkerwijs verwacht wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke 2 schalen bestaat de Dutch Work Addiction Scale?

A
  1. Een schaal die ‘gedrevenheid’ meet
  2. Een schaal die het ‘excessief werken’ meet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 sectoren scoren hoger op werkverslaving en wat zegt onderzoek over de samenhang tussen werkverslaving en sectoren?

A

Communicatie, consultancy en handel. Samenhang tussen werkverslaving en sector van de arbeidsmarkt is erg zwak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer stoppen werkverslaafden met werken?

A

Wanneer ze alles gedaan hebben wat ze zouden kunnen hebben gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil in motivatie tussen bevlogen werknemers en werkverslaafden?

A

Bevlogen werknemers zijn intrinsiek gemotiveerd. Werkverslaafden zijn vaak extrinsiek gemotiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 verklaringen kunnen er benoemd worden voor werkverslaving?

A
  1. Medisch verklaringsmodel: verslaving treedt op wanneer iemand lichamelijk afhankelijk wordt van exogene stoffen of endogene stoffen. Adrenalinerush kan prettige somatische sensaties bezorgen.
  2. Aangeleerd gedrag: door positieve bekrachtiging
  3. Persoonlijkheidstrek: persoonsgebonden factoren zoals obsessiviteit, perfectionisme, compulsiviteit, prestatiemotivatie, slecht kunnen delegeren en energie/hypomanie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly