Thema 2 H21 Flashcards

1
Q

Waar staat ‘beslissingsvrijheid’ voor?

A

Een werknemer heeft een mate van vrijheid om zich wel of niet ziek te melden.a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met ‘situationele ongeschiktheid’ om te gaan werken?

A

Dat de werknemer niet meer in staat is tot het verrichten van een bepaald soort werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 dimensies bevat ‘de flexibiliteit om ziek te kunnen zijn’?

A
  1. De vrijheid om het werk aan de gezondheid aan te kunnen passen.
  2. De eis om aanwezig te moeten zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 2 lijnen heeft de overheid uitgezet in 1979 toen het verzuimpercentage erg hoog was (10%)?

A
  1. Aanscherpen van toelatingscriteria en uitkeringshoogte voor werknemers.
  2. Financieel prikkelen van werkgevers om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid binnen hun bedrijf in de hand te houden. (Wet verplichting loondoorbetaling).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het doel van de Wet verbetering poortwachter (2002)?

A

Langdurig verzuim en arbeidsongeschiktheid te voorkomen door tijdige interventies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de interventies die in de Wet verbetering poortwachter (2002) staan beschreven? (4 punten)

A
  1. Het bijhouden van een re-integratiedossier bij dreigen langdurig ziekteverzuim.
  2. Werkgever moet binnen 8 weken na eerste verzuimdag een plan van aanpak opstellen.
  3. Werkgever is verplicht maatregelen te treffen zodat de werknemer evt. passende arbeid kan verrichten.
  4. Doorbetaling arbeidsongeschiktheid is verlengt naar 2 jaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de stappen/doelen waarvoor er een re-integratiedossier bijgehouden moet worden in geval van dreigend langdurig ziekteverzuim?

A

Werknemer dient dit verslag bij de arbeidsongeschiktheidsaanvraag aan het UWV te overleggen. UWV bepaald dan de WIA-intrede (d.m.v. ontvankelijkheidstoets) of er voldoende re-integratie inspanningen zijn ondernomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer iemand ná 2 jaar nog arbeidsongeschikt is, treedt iemand de WIA in (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Welke 2 varianten bevat de WIA?

A
  1. IVA (Regeling Inkomensvoorziening door volledig en duurzaam arbeidsongeschikten. Voor degenen die volledig arbeidsongeschikt zijn verklaar door het UWV. Voor hen wordt niet verwacht dat zij in de toekomst nog beschikbaar zullen zijn voor de arbeidsmarkt).
  2. WGA (Regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Voor overige langdurige verzuimers, mensen die voor >35% arbeidsongeschikt zijn verklaard).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe groot is het verzuim in NL?

A

Sinds 2007 ongeveer 4%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 3 doelen van het meten van ziekteverzuim?

A
  1. Het geeft een indicatie van de omvang en de aard van de problematiek.
  2. Trends in ontwikkelingen worden zichtbaar.
  3. Kijken of de aard en omvang van de problematiek verschilt tussen groepen werknemers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar staat ziekteverzuimpercentage voor?

A

Hoeveel werkbare dagen in een bepaalde periode verloren zijn gegaan aan ziekteverzuim. Geeft informatie over de omvang van het ziekteverzuim.
Kort verzuim = 1-7 dagen. Middellang verzuim = 8-28 dagen. Lang verzuim = 29-730 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar staat Meldingsfrequentie voor?

A

Hoe vaak werknemers zich in een bepaalde periode gemiddeld hebben ziek gemeld. Geeft informatie over de aard van het verzuim.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar staat Verzuimduur voor?

A

Hoe lang werknemers in een bepaalde periode gemiddeld per geval hebben verzuimd. Geeft informatie over de aard van het verzuim.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan er gekeken worden of er binnen een organisatie sprake is van hoog of laag verzuim?

A

Verzuimgrootheden binnen een organisatie vergelijken met de jaarlijkse verzuimgegevens van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie voert de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit? En hoe groot is de steekproef?

A

Wordt jaarlijks gedaan door CBS en TNO, circa 40.000 respondenten doen mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Door wie worden de arbeidsongeschiktheidscijfers geregistreerd en welke grootheden worden gebruikt? (3 grootheden).

A

Door het UWV.
1. Arbeidsongeschiktheidspercentage (aantal lopende arbeidsongeschiktheidsuitkering. Indicatie voor prevalentie van arbeidsongeschiktheid).
2. Instroompercentage (aantal nieuwe uitkeringen. Indicatie voor de incidentie van arbeidsongeschiktheid).
3. Uitstroompercentage (verhouding tussen aantal beëindigde uitkeringen ten opzicht van het aantal lopende uitkeringen. Indicatie voor de kans op beëindiging).

17
Q

Uit een studie van Egmond uit 2019, welke aspecten worden gevonden van de kwaliteit van arbeid op de kans op arbeidsongeschiktheid? (7 aspecten).

A
  1. Flexibel werk
  2. Gevaarlijk werk
  3. Arbeidsongevallen
  4. Gebrek aan autonomie
  5. Emotioneel zwaar werk
  6. Ongewenst gedrag van collega’s en klanten
  7. Baanonzekerheid
18
Q

Waarom kan er niet echt gesproken worden over werkelijke oorzaken van verzuim? Wanneer we naar NL’se en Internationale studies kijken?

A

Door verschil met NL’se en internationale studies. Zeggen tegenovergestelde dingen en zijn moeilijk met elkaar te vergelijken. In veel verzuimstudies worden mogelijke determinanten maar eenmalig gemeten.

19
Q

Wat zijn de 3 mogelijke determinanten van ziekteverzuim?

A
  1. Gezondheid
  2. Persoonsfactoren en privéfactoren
  3. Werkkenmerken (arbeidsinhoud, arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden).
20
Q

Welke persoonskenmerken worden er gezien bij een hoger ziekteverzuimpercentage? (3 kenmerken).

A
  1. Ouderen
  2. Vrouwen (door werkinhoud, dubbele belasting, gezondheidsbeleving).
  3. Lager opgeleiden (door zwaardere arbeidsomstandigheden, leefstijlfactoren).
21
Q

Wanneer wordt er wel een relatie gevonden tussen de thuissituatie en ziekteverzuim?

A

Wanneer moeilijkheden in de thuissituatie gepaard gaan met slaapgebrek.

22
Q

Als er gekeken wordt naar de arbeidsinhoud en -omstandigheden, welke 4 redenen worden gegeven voor een hoger ziekteverzuimpercentage?

A
  1. Werknemers die aan ongunstige fysische arbeidsbelasting zijn blootgesteld.
  2. Werknemers die een hoge fysieke arbeidsbelasting rapporteren.
  3. Werknemers die een hoge psychosociale arbeidsbelasting ervaren.
  4. Werknemers die een conflict met leiding/collega’s of werkgever rapporteren.
23
Q

Waarom is de relatie tussen tevredenheid met de materiële beloning en ziekteverzuim lastig te onderzoeken?

A

Door de sterke samenhang met salarisniveau en functieniveau.

24
Q

Wat houdt het healthy-workereffect in?

A

Degenen met een goede gezondheidsconditie zijn in staat om promotie te maken.

25
Q

Welke 3 verklaringen worden er gegeven voor dat werknemers zich eerder ziek melden bij hoogconjunctuur?

A
  1. Arbeidsbelastingeffect (hoogconjunctuur kan leiden tot meer druk op productieproces en hogere werkbelasting).
  2. Angsteffect (bij hoge werkloosheid zullen mensen zich minder snel ziek melden uit angst zelf ook werkloos te worden).
  3. Selectie-effect (bij hoge werkloosheid zijn de meest gezonde werknemers aan het werk.
26
Q

Wat zijn de 4 hoofdcategorieën van determinanten van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid?

A
  1. Belastende factoren op het werk.
  2. Belastbaarheid van werknemers.
  3. Verzuimdrempel.
  4. Hervattingsdrempel.
27
Q

Wat zijn de 2 hoofdstromen in het denken over ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid?

A
  1. Het arbeidsbelastingmodel
  2. Het stresstheoretisch perspectief
28
Q

Wat houdt het arbeidsbelastingmodel in?

A

Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid hebben als achtergrond dat er een discrepantie bestaat tussen de eisen die het werk stelt en de capaciteiten van de werknemer om aan die eisen te voldoen.

29
Q

Wat houdt het stresstheoretisch perspectief in?

A

Stressoren in het werk zijn via stressklachten gerelateerd aan stressgevolgen, waaronder tijdelijke en langdurige arbeidsongeschiktheid.

30
Q

Welke 3 invalshoeken zijn er voor de aanpak van tijdelijke en langdurige arbeidsuitval?

A
  1. Preventief beleid (gericht op verbeteren van balans tussen arbeidsbelasting en individuele belastbaarheid).
  2. Drempeloptimaliserend beleid (gericht op voorkomen dat ziektemeldingen onnodig plaatsvinden).
  3. Curatief beleid (gericht op verlagen hervattingsdrempel).