Terrorisme Flashcards

1
Q

wanneer was er een toename en afname van terroristisch geweld?

A

Jaren ‘70 toename en Jaren ‘90 afname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat voor dreiging is terrorisme in Europa?

A

Low probability/high impact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat heeft een jihadistische aanslag tot gevolg

A

racistische en extreem-rechtsterreur uitingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn buitenlandse strijders

A

personen die aan de strijd deelnemen in burgeroorlogen in landen waar zij geen staatsburger zijn (uitreizigers, jihadistische strijden en/of jihadgangers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom staat een terroristische dreiging hoog op de politieke agenda in Nederland?

A

terwijl er relatief weinig gewonden en doden (ongeveer 30) zijn gevallen in vergelijking met andere landen, dit komt omdat terrorisme erg dichtbij komt, kijk naar de aanslagen in Parijs in 2015

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke contraterrorismestrategieën zijn er

A
  • strategische maatregelen
  • sociaal-preventieve maatregelen
  • technisch-fysieke maatregelen
  • financiële maatregelen
  • inlichtingen- en informatiemaatregelen
  • juridische maatregelen
  • media- en communicatiemaatregelen
  • organisatorische maatregelen
  • internationale maatregelen
  • kennis-, opleidings- en onderzoeksmaatregelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn harde maatregelen

A

repressieve maatregelen waarbij de aandacht ligt op bestrijding en vervolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn zachte maatregelen

A

wordt gekeken naar achterliggende factoren om terrorisme te voorkomen, preventieve maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke fasen van terrorismebestrijding zijn er

A

proactief, preventie, planning, verstoring, reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe had 9/11 voorkomen kunnen worden

A

als veiligheids- en inlichtingendiensten beter met elkaar zouden samenwerken en informatie zouden delen; inlichtingendiensten nationaal en internationaal zouden beter moeten samenwerken om aanslagen te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is Intelligence

A

het georganiseerd verband verzamelen van specifieke openbare en geheime informatie, bedoeld om de uitvoerende macht te ondersteunen bij de uitvoering van het (nationale) veiligheidsbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doen inlichtingendiensten

A

in tegenstelling tot politie en justitie zoeken inlichtingendiensten voor het voorval naar informatie om instanties te waarschuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de vijf fasen van de inlichtingencirkel

A
  • planning en doelstelling
  • verzameling
  • verwerking
  • analyse
  • disseminatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de belangrijkste vormen van inlichtingenvergaring

A
  • human intelligence (humint)
  • signals Intelligence (sigint)
  • geospatial intelligence (geoint)
  • open source intelligence (osint)
  • social media intelligence (socmint)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de cijfers van terrorisme in Nederland

A
  • 70 aanslagen
  • 30 slachtoffers
  • 8 daders omgekomen
  • 400 mensen gegijzeld
    Terroristen willen dat wij ons angstig voelen en niet veilig in onze maatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de geschiedenis van terrorisme in Nederland

A
  • 1970 gijzeling ambassadeur Indonesië
  • 1975 poging tot gijzeling koningin Juliana
  • 1975 treinkaping Wijster, Indonesisch consulaat
  • 1977 treinkaping de Punt, school Bovensmilde
  • 1978 gijzeling Provinciehuis Assen
  • 1979-1990 drie keer een aanslag van de IRA
  • 2002 moord op Pim Fortuyn door milieu activist
  • 2004 moord op Theo van Gogh, door Mohammed Bouyeri (Hofstadgroep)
  • 2009 aanslag op Koninginnedag
  • 2018 moordaanslag Centraal station Amsterdam (islamitisch terreur)
  • 2019 tramschutter Utrecht (islamitisch terreur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ontwikkeling terreurbestrijding

A
  • 1972 oprichting Bijzondere Bijstands Eenheid
  • 2004 arrestatie leden Hofstadgroep in laakkwartier
  • 2004 Nationaal Coördinator Terrorismebedrijding (NCTB)
  • 2005 herinrichting van het stelsel van speciale eenheden
  • 2006 oprichting DSI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke aanslagen zijn voorkomen

A
  • 2000 dodenherdenking op de Dam
  • 2001 tunnels in Amsterdam en Rotterdam
  • 2018 Gaypride Amsterdam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wettelijk kader

A
  • 2000 Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB)
  • 2007 Wet Opsporing Terroristische Misdrijven
  • 2008 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
  • 2017 Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Dreigingsniveau NL

A
  • DTN; Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland
  • vastgesteld door MIN J&V, NCTV
  • Actueel dreigingsniveau
  • Minimaal, beperkt, aanzienlijk, substantieel en kritiek
  • Alerteringssysteem Terrorismebestrijding 15 vitale bedrijfssectoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waar is het dreigingsniveau NL gericht op

A

vitale infrastructuur NL, personen, objecten of diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat doet de DSI

A
  • grootste geweldsmandaat
  • samenwerking nationale Politie en Defensie
  • aanhouding en ondersteuning (AOT)
  • afdeling interventie (AL)
  • expertise Operationale Ondersteuning
  • golden hour
  • meerdere daders, zwaardere wapens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat is deradicaliseren

A

tegenovergestelde van radicaliseren, het loslaten van radicaal gedachtegoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

waar is uittreden gericht op

A

gedrag, iemand kan een specifiek gedachtengoed hebben maar daar verder niets (meer) mee doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

wat kan van belang zijn bij uittreding en deradicalisering

A

push- en pullfacoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

wat zijn pushfactoren

A

negatieve elementen die het onaantrekkelijk maken om in een bepaalde sociale omgeving te blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

wat zijn pullfactoren specifiek gericht op deradicalisering

A

positieve elementen die buiten de extremistische beweging liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

welke drie gronden van uittreding zijn er

A
  • falende ideologie
  • falende beweging
  • nadelige praktische levensomstandigheden
29
Q

wat is is rehabilitatie

A

inspanningen gericht op het veranderen van die persoonlijke kenmerken en gedragingen waarvan wordt verondersteld dat zij zorgen voor crimineel gedrag; re-integratie

30
Q

re-integratieprogramma’s

A
  • psychologische behandelingen
  • religieuze interventies
  • onderwijs
  • recreatieve activiteiten
  • ondersteuning bij het vinden van huisvesting
  • studie
  • werk en herintreding in familiebanden die vaak verstoord zijn door extremistische activiteiten
31
Q

wat zijn de vijf interventiegebieden

A

verwerven, voorkomen, verdedigen, voorbereiden en vervolgen

32
Q

wat doet het TER team

A
  • landelijk werkend team van 18 reclasseringswerkers
  • Advies en Toezicht bij terrorisme gerelateerde misdrijven
  • aangepaste werkwijze; in duo’s (twee zien meer dan een, twee zijn veiliger dan een), veiligheid voorop met ook voor zorg en landelijk (netwerk in kaart brengen), wekelijks face to face contact, enkelband, intensief
  • adviseren rechtbank
33
Q

doelgroep TER team

A

terrorisme, extremisme, radicalisering

34
Q

welke vormen van terroristen/extremisten zijn er

A
  • jihadisten/links-extremistisch en rechts-extremistisch
  • potentiële uitreizigers
  • potentiële aanslagplegers
  • terugkeerders
  • sympathisanten
  • psychiatrische patiënten
  • potentiële gevaarlijke eenling
  • onterecht beschuldigd (stempel extremist)
  • zij-instromers
  • complotdenkers
35
Q

naast een activistische bovenlaag, wat voor een onderstroom is er bij activisten

A

radicale onderstroom waarbinnen fors wantrouwen tegenover de overheid kan leiden tot extremistische gedragingen (brandstichtingen 5G zendmasten, bedreiging politici, boeren die de snelweg blokkeren)

36
Q

wat doet de reclassering?

A
  1. Volgen (AIVD)
  2. Verwijderen (IND)
  3. Vervolgen/vastzetten (OM/Politie)
  4. Verstoren (reclassering; enkelband)
  5. veranderen (reclassering; controle voorop met oog voor zorg)
37
Q

wat bestaat niet volgens de reclassering

A

deradicaliseren; wel intensieve begeleiding, samenwerken met netwerk en netwerkpartners

38
Q

wat is DTN

A

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland = globale analyse van radicalisering, extremisme en de nationale en internationale terroristische dreiging tegen Nederland en tegen Nederlandse belangen in het buitenland
- trendrapportage waarin de voornaamste dreigingsontwikkeling op hoofdlijn wordt geschetst
- gaat niet alleen over terrorisme, ook over brede benadering (ontwikkeling radicalisering en extremisme die kunnen leiden tot terrorisme), polarisatie die kan leiden tot extremisme
- geeft de recente drieging aan, afgelopen ontwikkelingen, waar moeten we op letten (prioriteren); rechtsterrorisme neemt toe, geeft zicht op de toekomst waar moeten we rekening mee houden (wat betekent dat voor scholen etc.)
- wordt om de 2 jaar gepubliceerd

39
Q

hoe ziet het dreigingsniveau eruit

A
  1. Minimaal: het is niet waarschijnlijk dat in Nederland een terroristische aanslag plaatsvindt
  2. Beperkt: er bestaat een kleine kans op een terroristische aanslag in Nederland
  3. Aanzienlijk: een terroristische aanslag in Nederland is voorstelbaar
  4. Substantieel: de kans op een terroristische aanslag in Nederland is reël
  5. Kritiek: een terroristische aanslag in Nederland is op handen
40
Q

wat is een huidige ontwikkeling

A

rechts terrorisme, dit is te zien aan de groei van internet groepen die extreem-rechts ideologie aanhangen

41
Q

vroegsignalering

A

het is belangrijk om te weten dat democratische landen geen volledige veiligheid kunnen realiseren zonder de open samenleving aan te tasten

42
Q

wat is verwerven

A

het verwerven van informatie om potentiële terroristen tijdig in zicht te krijgen om passende maatregelen te treffen

43
Q

wat is voorkomen

A

het voorkomen van extremisme en terrorisme met een complex pakket aan maatregelen

44
Q

verdedigen

A

personen, objecten en vitale processen worden beschermd tegen extremistische en terroristische dreigingen, zowel fysiek als digitaal

45
Q

wat is voorbereiden

A

Nederland investeert in de voorbereiding op extremistisch en terroristisch geweld en de gevolgen daarvan

46
Q

wat is vervolgen

A

opsporing en vervolging zijn een belangrijk onderdeel van de aanpak van terrorisme. na detentie is belangrijk om aan de re-integratie in de samenleving te werken

47
Q

wat is NCTV

A

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid; coördineert de bestrijding van terrorisme in Nederland
- adviesorgaan

48
Q

wat zijn de hoofdopdrachten van de NCTV

A
  • aanslagen voorkomen en extremisme en terrorisme bestrijden
  • Nederland digitaal veilig maken
  • het weerbaar maken van Nederland tegen dreigingen door statelijke actoren
49
Q

wat zijn de doelen van DTN

A
  • bevolking op de hoogte houden, de bewoners weten waar zij aantoe zijn
  • verschillende instanties krijgen een melding als het dreigingsniveau omhoog gaat
50
Q

communicatie naar bevolking

A

de ene kant wil je de bevolking voorlichten en informeren maar aan de andere kant wil je de bevolking niet inlichten om angst onder de bevolking te voorkomen

51
Q

wat doet de AIVD

A

Algemene Inlichten- en Veiligheidsdienst; Nederlandse geheime dienst die zich onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bezighoudt met de binnenlandse veiligheid en inlichtingen op civiel gebied uit het buitenland verzamelt

belangrijkste taken;
- nationale dreigingen
- dreigingen en politieke veiligheidsbelangen
- wegnemen en helpen voorkomen (dat er spionage is, mogelijke dreigingen)

52
Q

wat is de wijkagent aanpak

A
  • gericht op het verbeteren van de leefsituatie van bewoners in een gebied
  • samenwerking tussen een grote hoeveelheid aan partijen uit diverse sectoren is noodzakelijk
  • samenleving staat centraal
  • wijkagenten bouwen netwerken op van professionals en burgers
53
Q

wat voorkom je bij een goede wijkaanpak

A
  • voorkomt sociale ongelijkheid;
  • hierdoor minder teleurstelling bij individuen
  • kans dat een individu radicaliseert is dan kleiner
54
Q

waarom is het belangrijk dat meer veiligheidsdiensten inzicht in een wijk krijgen

A
  • radicalisering is vaak onopvallend en de persoon wil niet op de radar van de inlichtingendiensten terecht komen;
  • hierdoor is het belangrijk dat de veiligheidsdiensten meer inzicht in de wijken krijgen;
  • de wijkagent, buurthuizen of buurtvaders kunnen ingezet worden in probleemwijken
55
Q

waarom wordt iemand aangetrokken tot extremistisch gedachtengoed?

A

ervaren onrechtvaardigheid, onzekerheid, ervaren groepsdreiging; een combinatie van deze factoren kunnen er voor zorgen dat een individu radicaliseert

56
Q

wat is het verschil tussen nu en vroeger met terrorisme

A

vroeger hadden alle terroristen wil om te overleven en ze blazen zichzelf niet op

57
Q

is een aanslag een doel?

A

nee geen doel maar een middel om andere doelen te bereiken

58
Q

doelwit keuze

A
  • aanslag plegen om andere doelen te bereiken
  • ideologisch motief; tegen politieke besluitvormingen en geweld gericht tegen mensen
  • veel slachtoffers (zodat je veel media bereikt)
  • potentie, kennis, middelen en gelegenheid
  • inspiratie; videoboodschappen, propaganda filmpjes
59
Q

wat is het belangrijkste verschil tussen terrorisme en terreur?

A

het zit hem in de actor, bij terreur gaat het over schrikbewind van een staat tegen eigen onderdanen en bij terrorisme gaat het over een persoon of een groep of meerdere groepen of netwerken die optreedt

60
Q

wat zijn motieven om een aanslag te plegen

A
  • ideologisch
  • religieus
61
Q

wie zijn nu actief

A

anti-overheids strijders

62
Q

wat is rechtsextremisme

A

onrust binnen de maatschappij veroorzaken (5G, corona, boerendemonstraties)

63
Q

wat is rechts terrorisme

A

angst aanjagen met geweld

64
Q

wat is anti overheidsextremisme

A

vrij willen zijn van de overheid

65
Q

wat zijn complotdenkers

A

bedreigingen naar overheidsmensen

66
Q

wat is radicale islam

A

mensen die naar Syrië afreizen

67
Q

wat is jihadistisch terrorisme

A

aanslagen

68
Q

drie gronden voor uittreding

A
  • falende ideologie
  • falende beweging
  • nadelige praktische levensomstandigheden