Jeugdcriminologie 1 Flashcards
Waar kan je trends zien over jeugdcriminaliteit
Monitor Jeugdcriminaliteit
Welke beelden bestaan er over jongeren in onze maatschappij
overlastgevend en crimineel
wat zijn de verklaringen voor slecht beeld over jongeren in de media
- Medianegatiefbeeld is interessanter dan positief beeld dus jongeren zullen sneller negatief in de media komen (high impact crimes met spannende kopjes)
- Jongeren die het goed doen blijven vaak buiten beeld
- Media is opzoek naar calamiteiten, incidenten en gebeurtenissen; media heeft een eigen belang bij het brengen van negatief nieuws
- Negatieve beelden van overlast gevende jeugd in de media werken door in de politiek en heeft invloed op beleid
- Je kan je beter afvragen waar komen de beelden in de media vandaan?
drie inzichten over jeugdcriminaliteit
- Jeugdcriminaliteit afgelopen 10 jaar sterke daling
- Daalt al jaren
- Negatieve beeld klopt niet
Mogelijke verklaringen dat jeugdcriminaliteit daalt
- Registratie-effecten: verandering in de prioriteiten in de opsporing van jeugdcriminaliteit en veranderingen in werkprocessen bij de politie.
- The crime debut hypothese: toename beveiliging in samenleving→minder gelegenheid tot plegen van delicten (vooral voor minder ervaren potentiële daders).
- De social media hypothese: daling is een resultaat van digitalisering in de samenleving (en het sociale media gebruik).
- De veranderende sociaal culturele houding hypothese: veranderende houding van jongeren en ouders t.a.v. risicogedrag, zoals alcoholgebruik, voortijdig schoolverlaten of delinquentie.
Kenmerken van jeugdcriminaliteit
- Jeugdcriminaliteit gaat vaak niet over strafbare feiten maar over overlast (grenzen verkennen); dit doen jongeren en zo leren ze
- Dit is niet per definitie strafbaar gedrag; belangrijk onderscheid
- Vanaf 12 jaar
- Grenzen verkennen of strafbare feiten
Vier soorten delicten
- Geweldsdelicten
- Vernieling
- Vermogensdelicten
- Overige delicten (door rood rijden)
wat is het onderscheid tussen de soorten delicten
- Overtredingen (licht); zwartrijden en vuurwerk afsteken
- Misdrijven (zwaar); diefstal, inbraak, mishandeling, verkrachting
waar wordt cijfermateriaal verzameld
- CBS (gebaseerd op politiecijfers); zeggen weinig over ontwikkeling criminaliteit (onopgeloste zaken en meldingsbereidheid van slachtoffers en getuigen)
- Zelfrapportage (van daders); betrouwbaar beeld
- Slachtofferenquête; geven een goede indruk van slachtoffers van misdrijven
- Monitor jeugdcriminaliteit (ontwikkeling jeugdcriminaliteit Nederland)
wat is prestatie paradox
hoe beter de politie haar werk doet, des te meer criminaliteit er lijkt te zijn
Trends in jeugdcriminaliteit (Monitor, 2020)
- In periode 2015-2020 is jeugdcriminaliteit lager dan in de periode daarvoor
- De daling stagneert in 2018/2019
- Daalt verder in 2020
- Vanaf 2009 daalt het
Differentiële associatietheorie (Sutherland)
- we leren criminele gedragingen op dezelfde manier als we andere dingen leren
- ‘waarmee je omgaat wordt je besmet’
- crimineel gedrag is geleerd in omgeving waarin je je bevindt en komt tot uiting in interactie
- leerproces d.m.v. observeren, imiteren en internaliseren (eigen maken van gedrag)
Anomie/straintheorie (Merton)
- deviantie vindt plaats als er een disbalans is tussen sociale structuur (sociale middelen) en cultuur (na te streven waarden) als hier een botsing tussen is
- de maatschappij stelt verwachtingen waar mensen aan willen voldoen. Als men een gekozen doel niet kan bereiken ontstaat er ‘strain’, individuen reageren verschillend op deze innerlijke spanning
- anomie = vervaging van normen & waarden
- materiële behoefte en rijkdom is een belangrijke oorzaak, niet iedereen kan deze doelen bereiken
- afwezigheid van de door de maatschappij vastgestelde doelen en de beperkte middelen die individuen ter beschikking staan om deze doelen te bereiken is de oorzaak -> mogelijke reacties: conformiteit (wat de meeste doen, met legale middelen proberen de culturele doelen te bereiken), vernieuwing/innovatie (met illegale middelen proberen doelen te bereiken), ritualisme (houdt zich aan de regels (legaal) maar houden zich niet aan de maatschappelijke doelen (afwijkend gedrag maar niet crimineel), terugtrekking/retreatisme (niet meer mee doen: zwervers, daklozen, alcoholisten), rebellie (vervanging door andere dingen (spritiualiteit): skaters, krakers)
wat is age crime curve
snelle toename van delinquent gedrag onder jngeren, maar een snelle daling daarvan rond de 18 jaar of iets later
Wat is Lombroso
de geboren misdadiger doormiddel van uiterlijk