Jeugdcriminologie 5 Flashcards
criminele meisjes
- Ander verloop age-crime curve dan bij jongens (rond 14/15 lopen beide seksten grote kans op crimineel gedrag, bij. Jongens neemt die kans toe na hun 17, bij meiden neemt dat juist abrupt af
- Delictgedrag (veelal anders dan bij jongens; verbale en relationele agressie (roddelen, uitsluiten, pesten en vooral agressie met bekenden zoals familie, vrienden, buren, niet onbekenden)
- Risicofactoren (bio psychosociaal model; bij meiden dragen binnen dit model andere risicofactoren bij aan crimineel gedrag bij jongens, invloed kan in zwaarte anders zijn dan bij jongens)
- Prognose en toekomst (ernstig en herhaald crimineel gedrag bij meisjes wijst op meerdere achterliggende problemen; Gender paradox; fenomeen dat als problematiek bij geslacht voorkomt terwijl het daar normaal minder bij voorkomt, dit vaak een uiting is van ernstige problematiek en het een slechtere prognose heeft.
wat is Gender paradox
- Het geslacht waarbij het gedrag en minst voorkomt, dit gedrag vaker samenhangt met ernstiger problematiek en een slechtere prognose
- we moeten gelijk behandeld worden, maar we zijn niet gelijk.
- Ook wel: drempelhypothese
- niet zo zeer verschillende drempel, maar als die eenmaal overschreden is, vergroot elke risicofactor die erbij komt het risico om nog meer crimineel gedrag te vertonen
Bio factoren bij meisjes
- vroege puberteit
Psycho factoren bij meisjes
- vaker psychiatrische problemen
- vaker internaliserend dan jongens
- meer comorbideit
- onzekerheid
- trauma
Social factoren bij meisjes
- meer invloed en vanuit gezin
- antisociale partner
- delinquente en/of oudere vrienden
- eerder seks en eerder meer middelen
- fysieke en seksuele mishandeling
- vaker binnen gezin
meisjescriminaliteit en politie
Jongens worden 2,5 tot 4 keer zo vaak aangehouden dan meisjes, terwijl ze maar 1,5 keer zoveel criminaliteit melden in zelfrapportages. Verklaring:
o Meisjes zijn minder zichtbaar (onzichtbaar)
o Politielaatmeisjessnellerlopen
Etniciteit en jeugdcriminaliteit
- migratie
- verklaringen
- selectiviteit
wat is migratie
50 jaar geleden eerste Marokkaanse mannelijke gastarbeiders naar Nederland.
▪ Begin jaren ’80: gezinnen naar Nederland, of gezin stichten in Nederland.
▪ Vanaf 1990: criminaliteit onder jonge Marokkaanse jongens ontwikkeld.
o Nu misschien wel hoogtepunt met de Mocro-oorlog (criminele afrekeningen).
wat is verklaringen
▪ Sociale desorganisatie (Chicago school)
Theorie die zich richt op de wijk. Als een wijk sociaal meer gedesorganiseerd is, is er minder sociale cohesie en sociale controle.
▪ Generatieconflict
Onmacht van Marokkaanse vaders om hun kinderen in Nederland van de criminaliteit af te houden.
▪ Geen rolmodel
Voor gesocialiseerde Marokkaanse zonen in Nederland zijn hun vaders geen rolmodel.
▪ Integratie
Als een groep zich in cultureel opzicht snel aanpast, maar de structurele integratie achterblijft dan kan er een gespannen situatie ontstaan die een uitweg vindt in criminaliteit (Strain).
▪ Cultuur
Redeneringen tegen culturele verklaringen:
Essentialistisch cultuurbegrip: het zien van de cultuur als statische, homogene eenheid die niet of langzaam veranderd.
▪ Criminaliteit door Marrokkanen wordt gezien als uiting van de Marokkaanse cultuur (collectivisme, schaamte, eer).
o Maar: meestal dezelfde reden voor strafbare feiten als delinquenten zonder Marokkaanse achtergrond. Er is dus niks cultureels aan.
Selectiviteit
‘’Verdacht; hoe vaak wordt u staande gehouden?’’
- Mensen met kleur
Etnisch profileren. Komt voort uit de manier waarop een samenleving en de beroepsgroep over een probleem denkt (niet vanuit kwaadaardig racisme).
▪ Marokkaanse jongens zijn verantwoordelijk voor een onevenredig groot deel van de jeugdcriminaliteit in Nederland (overlast en straatterreur).
o Beeldvorming in media en politiek, ervaringen van slachtoffers en omstanders.
o Angst voor agressie, terrorisme, radicalisering en polarisatie.
▪ Opvliegerige persoonlijkheden, snel boos ‘typisch Marokkaans’.
▪ Selectiviteit kan leiden tot ongelijkheid. Selectie op grond van afkomst?→discriminatie.
o Politie let vooral, en treedt vooral op, tot bepaalde doelgroepen.
▪ Een selectieve groep wordt vervolgd.
▪ Alleen in Nederland wordt culturele herkomst van daders opgenomen in misdaadstatistiek. o In Duitsland en België wordt geregistreerd o.b.v. nationaliteit (burger in land)
o In Frankrijk zijn immigranten onzichtbaar gebleven (etnische achtergrond in geen
enkele overheidsstatistiek).
▪ Het is wettelijk verboden om groepsonderscheid te maken.
Nederland en selectiviteit
▪ Allochtone daders vaker in voorlopige hechtenis zitten.
▪ Marokkaanse en Antilliaanse jongens voor hetzelfde delict, zwaarder worden gestraft.
▪ De zwaarste straffen worden gegeven aan daders met een buitenlands uiterlijk.
Levensloop en toekomst criminele meisjes
Toekomst van delinquente meisjes is zorgelijk. Er is meer risico op probleemgedrag later. Hierbij kan het dan gaan om:
Homotypische continuïteit
Heterotypische continuïteit
wat is Homotypische continuïteit
stoornis leidt tot dezelfde symptomen later in het leven.
o In dit geval: voortzetten van delinquent/antisociaal gedrag in de volwassen leeftijd.
wat is Heterotypische continuïteit
delinquent gedrag leidt tot disfunctioneren later in het leven, maar met andere verschijnselen en symptomen (vooral ernstig bij meisjes).
o Meisjes die ernstig antisociaal gedrag vertonen, functioneren in jongvolwassenheid op meerdere gebieden zeer slecht.
▪ Merendeel heeft geen diploma, geen werk/school en wel veel schulden.
Conclusie: meisjes relatief ‘latere starters’ dan jongens, maar bij laat startende meisjes is sprake van grotere opstapeling van problemen dan bij deze groep jongens (psychisch, lichamelijk en sociaal).
Heterotypische continuïteit - problemen bij delinquente meisjes
Delinquent gedrag in vroegere leeftijd leidt tot disfunctioneren in later leven.
▪ Geestelijke gezondheid: meisjes met veelvuldig psychiatrische problematiek→slechte
prognose (grote kans op stoornissen: internaliserend en externaliserende).
▪ Lichamelijke gezondheid: slechter bij meiden met antisociaal en delinquent gedrag.
o Meer gezondheidsproblemen, meer risicogedrag t.a.v. gezondheid (drugs, alochol, sigaretten, seksueel risicogedrag: abortussen, zwangerschappen, SOA’s).
o Meisjes die gedetineerd zijn geweest hebben hoger seksueel risicogedrag en vele malen meer kans op tienerzwangerschappen→kunnen de verantwoordelijkheid vaak nog niet aan→problemen met opvoeding→vaker in aanraking met kinderbescherming.
▪ Sociaal: delinquente meisjes functioneren op sociaal gebied minder als ze volwassen zijn.
o Mindervasterelaties o Vakerrelatiegeweld