Taak 2 cognitieve ontwikkeling (Piaget) Flashcards
Proces dat kinderen vaak doorlopen:
▪ Equilibratie → assimilatie → accommodatie → organisatie
Leg uit
Equilibratie = een aangeboren zelfregulerend proces dat via assimilatie en accommodatie voortdurend plaatsvindt
Assimilatie = het interpreteren van een ervaring in termen van
huidige manieren van begrijpen van dingen(schema’s)
Accommodatie = veranderingen in het denken die optreden
wanneer oude denkpatronen om iets te begrijpen (de oude schema’s) niet meer voldoen
Organisatie = neiging van intellectuele structuren en processen om meer systematisch en coherent te worden
Cognitieve ontwikkeling
In toenemende mate in staat zijn tot het opnemen, verwerken en weer opnieuw gebruiken van kennis en informatie
Adaptatie
Adaptatie vindt plaats door twee complementaire activiteiten: assimilatie en accommodatie.
Assimilatie: nieuwe ervaringen in eigen schema’s proberen te passen (imitatie is de meest pure vorm van assimilatie)
Accommodatie: bestaande structuren veranderen om zo nieuwe ervaringen te verwerken.
Pas de 6 kwesties toe op de theorie van Piaget
- Nature/nurture - interactie nature/nurture
- rol sociaal-culturele context - wordt bijna achterwegen gelaten
- rol kind - actief, primaire rol in eigen ontwikkeling
- ontwikkelingsverloop - discontinue (ontwikkelingsverloop in gescheiden perioden)
- Kritieke perioden - weinig nadruk
- Interactie tussen domeinen - veel implicaties voor andere ontwikkelingsdomeinen
Cognitie
De activiteit van weten en de processen waardoor kennis wordt verworven
Wie is Jean Piaget?
Zwitserse psycholoog en pionier in de studie van intelligentie bij kinderen
- Theorie gericht op kinderen in het dagelijks leven
- Genetische epistemologie: experimentele studie van de ontwikkeling van kennis, ontwikkeld door Piaget. Ontwikkeld door zijn eigen drie kinderen te bestuderen.
- Later gebruikte hij de klinische methode(vraag- en antwoordtechniek) bij een grotere groep kinderen.
- Holistisch organistisch wereldbeeld (= kijken naar het geheel van een kind en niet naar verschillende onderdelen)
Wat zijn de fases van cognitieve ontwikkeling volgens Piaget?
(0-2) Sensomotorische stadium
(2-7) Pre operationeel stadium
(7-11)Concreet operationeel stadium
(11<) formeel operationeel
Welke fases van ontwikkeling zijn er in het sensomotorisch stadium?
(0-1m) Reflex activity (acties beperkt tot uitoefenen van aangeboren reflexen)
(1-4m) Primary circular reactions (per toeval plezierige reactie op eigen lichaam en dit herhalen)
(4-8m) Secundary circular reactions (per toeval plezierige reactie op object en dit herhalen)
(8-12m) Coordination of secondary reactions (twee of meer acties coördineren om eenvoudige doelen te bereiken)
(12-18m) Tertiary circular reactions (verkennend schema waarin nieuwe methode bedacht worden om een bepaald resultaat uit een object te halen)
(18-24m) Symbolic problem solving (eenvoudige problemen oplossen zonder te hoeven vertrouwen op experimenteren)
Wat waren kritieken op Piaget?
- cognitieve ontwikkeling verloopt vrij geleidelijk, kritiek op stadiaprincipe
- Verklaring voor de cognitieve ontwikkeling is vaag
- Wordt weinig aandacht gegeven aan sociale en culturele invloeden
- herhaaldelijk heeft Piaget de cognitieve vermogens van zuigelingen/peuters/kleuters onderschat.
- Heeft nooit grootschalig onderzoek gedaan
- eenzijdige kijk naar cognitieve ontwikkeling
- Andere onderzoekers gaan er, i.t.t. Piaget, vanuit dat kinderen beschikken over een aangeboren kennis die de vroege ontwikkeling stuurt
- A-not-B-error onjuist
- kleuters hebben een vroege capaciteit voor logisch redeneren, dit zag Piaget over het hoofd.
Wat waren de belangrijkste wijzigingen van de neo-piagetianen op de 6 kwesties van Piaget?
Aanpassing van de culturele context
Loslaten van het stadia idee
A-not-B-error
de neiging van 8- tot 12-maanden oude kinderen om te zoeken naar een verborgen object waar ze het eerder vonden, zelfs nadat ze het naar een nieuwe locatie hadden zien verplaatsen
Theory theories
theorieën van cognitieve ontwikkeling die neo-nativisme en constructivisme combineren, waarbij gesteld wordt dat cognitieve ontwikkeling verbeterd bij kinderen door genereren,
testen en het veranderen van theorieën over de fysieke en sociale wereld. ervaring wel belangrijk
Objectpermanentie
het besef dat objecten blijven bestaan wanneer ze niet langer zichtbaar of detecteerbaar zijn via de andere zintuigen
Uitgestelde imitatie
het vermogen om een gemodelleerde activiteit te reproduceren waarvan iemand op enig moment in het verleden getuige is geweest
Leg de sesorimotorische fase uit
(0-1.5 jaar) (= wanneer baby’s afhankelijk zijn van
gedragsschema’s om de omgeving te verkennen en te begrijpen)