Studietaak 7.1 Flashcards
Hoofdstuk 22, PDF Naar effectief diversiteitsbeleid: Het bouwen van bruggen tussen wetenschap en praktijk
Wat zijn twee brede trends die ertoe leiden dat organisaties een meer divers personeelsbestand krijgen?
- De samenleving en dus de beroepsbevolking worden meer divers
- De afzetmarkt verandert doordat potentiële klanten steeds diverser worden
Alle zichtbare en onzichtbare verschillen tussen mensen
Diversiteit
Welke twee cognitieve processen zijn actief in diverse teams?
- Subgroepcategorisatie
- Informatie-elaboratie
Een cognitief proces waarbij mensen op basis van waargenomen verschillen worden ingedeeld in zogenoemde ingroups en outgroups
Subgroepcategorisatie
Verschillen tussen mensen vertegenwoordigen variatie in ideeën, kennis, vaardigheden en contacten die met elkaar gedeeld worden
Informatie-elaboratie
Welke vijf factoren faciliteren informatie-elaboratie?
- Onduidelijke breuklijnen
- Nieuwe en/of complexe taken
- Taak-relevante kennis
- Motivatie
- Ondersteuning
Hypothetische scheidslijnen die een divers team kunnen opsplitsen in subgroepen, op basis van een of meer demografische kenmerken
Breuklijnen
Denkbeelden van mensen over de manier waarop diversiteit van invloed is op groepsprestaties
Diversiteitsovertuigingen
Naarmate teamleden meer gericht zijn op leren, het ontwikkelen van kennis en competenties, zal het informatie-elaboratieproces eerder geactiveerd worden
Leerdoelenoriëntatie
Stelt leden in staat om individueel ideeën te genereren en structureert het gezamenlijke evaluatieproces van ideeën
Beslissingsondersteunend systeem
Overtuigingen dat mensen uit een bepaalde sociale groep een aantal karakteristieken delen
Stereotypen
Uitspraken of meningen waarbij een andere groep meestal negatief of in het slechtste geval inferieur wordt neergezet
Vooroordelen
Wanneer denkbeelden of vooroordelen leiden tot ongelijke behandeling van een persoon of een groep
Discriminatie
Welke twee vormen van discriminatie zijn er?
- Expliciete discriminatie
- Impliciete discriminatie
Een proces waarbij men zich ervan bewust is van de eigen mening ten opzichte van iemand anders en zich hier doelbewust naar gedraagt
Expliciete discriminatie
Een onbewust, subtieler proces dat ontstaat wanneer mensen niet de tijd hebben om hun impulsen te beheersen en hun keuzes te overdenken, waardoor stereotypen de voorrang krijgen
Impliciete discriminatie
Wat zijn twee manieren om vooroordelen te doorbreken?
- Het aangaan van persoonlijk contact
- Diversiteitstrainingen
Voor het verbeteren van de attitudes ten aanzien van leden van een andere groep, is het niet per se nodig om persoonlijk contact te hebben met leden van die andere groep. Alleen al het kennen van mensen die vrienden zijn met mensen van een andere groep, zou dit effect kunnen bewerkstelligen
‘Extended’-contacthypothese
Type diversiteitstrainingen die zich richten op het verhogen van bewustzijn van de deelnemers van hun eigen assumpties, waarden, en cognitieve vertekeningen en die van anderen
Bewustwordingstrainingen
Type diversiteitstrainingen die zich met name op het toezien op je eigen handelingen, wat geaccepteerde reacties zijn op specifieke verschillen richten
Trainingen gericht op vaardigheden en gedrag
Wat zijn twee motieven voor een diversiteitsbeleid?
- Bedrijfseconomisch motief
- Moreel-ethische motief
Motief dat diversiteit ziet als een instrument om organisatiedoelstellingen te realiseren
Bedrijfseconomisch motief
Motief dat uiting geeft aan maatschappelijke verantwoordelijkheid
Moreel-ethische motief
Het proces waarbij mensen een actieve houding ten aanzien van hun eigen baan en werk ontwikkelen
Psychologisch empowerment