Structuur van het onderwijs Flashcards

1
Q

Basisonderwijs

A

Kleuteronderwijs + Lager onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Start kleuterschool (2,5-3j)

A
1 september, 
na herfstvakantie, 
na kerstvakantie, 
na krokusvakantie, 
na paasvakantie, 
1ste schooldag februari, 
1ste schooldag na Hemelvaart
 (Daarna eender wanneer in schooljaar starten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Types Buitengewoon Onderwijs:

A

Type Basisaanbod (Combo Type 1 & 8): Specifieke onderwijsbehoeften met aanpassingen in het curriculum. (Licht mentale handicap & ernstige leerstoornissen)
Type 2: Matige of ernstige mentale handicap
Type 3: Ernstige emotionele of gedragsproblemen
Type 4: Lichamelijke handicap
Type 5: Ziekenhuis of in een preventorium
Type 6: Visuele handicap (blind)
Type 7: Auditieve handicap (doof)
Type 9: Autismespectrumstoornis zonder verstandelijke beperking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

GON: Geïntegreerd Onderwijs

A

Samenwerking tussen gewoon onderwijs en buitengewoon onderwijs. Kinderen met handicap en/of leer- en opvoedingsproblemen wonen lessen bij in een gewone school. Een aantal uren per week worden zij begeleid door een personeelslid uit het buitengewoon onderwijs. Daarnaast krijgen zij aanvullende lestijden (GON-pakket).

Doel: De leerling met specifieke onderwijsbehoefte kan door extra ondersteuning dezelfde leerdoelstellingen behalen als de gewone leerlingen. Hiervoor dient de leerling in aanmerking te komen
nadruk: integratie
gericht = behalen ET
lln passen aan aan school
type 3,4,6,7
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ION: Inclusief Onderwijs

A

Kinderen met een type 2 worden geïntigreerd met de leerlingen van het gewoon lager onderwijs. Dit zijn die aanvullende lestijden dat gebruikt worden. Die dienen om de klasleerkracht vanuit het buitengewoon onderwijs pedagogische en didactische ondersteuning te verlenen.

Doel: Maximale integratie van de leerling binnen de reguliere klassituatie en zijn deelname aan de lessen en activiteiten.
nadruk: aanvaarden verscheidenheid
niet gericht op behalen ET
school past aan aan lln

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

M-dekreet

A

= verplicht scholen meer aandacht te besteden aan hun zorgaanbod en oog te hebben voor de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen. Zorg moet onderwijsreflex worden. Onderwijs als een afspiegeling van de maatschappij. Kinderen leren dat we allemaal tot dezelfde wereld horen, met of zonder beperkingen.

Doel: meer inclusief onderwijs. Meer leering in het reguliere onderwijs houden en minder leerlingen laten doorstromen naar het buitengewoon onderwijs. Minder segregatie en meer inclusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sticordi

A
Stimuleren
Compenseren
Remediëren
Differentiëren
Dispenseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stimuleren

A

leerlingen aanmoedigen en het positieve benadrukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Compenseren

A

het gebruik van bepaalde hulpmiddelen toelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Remediëren

A

individuele leerhulp aanbieden om leerachterstand te vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Differentiëren

A

variatie aanbrengen in leerstof en aan om zo beter in te spelen op noden individuele leerlingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dispenseren

A

Bepaalde onderdelen van het leerprogramma laten vallen en waar mogelijk vervangen door iets gelijkwaardigs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zorgcontinuüm.

A

Fase 0: Preventief en zo breed mogelijk aan zorgbehoeften leerling voldoen. Op maat en op behoefte. Tijdelijk of permanent.
Fase 1: Sticordi- maatregelen in beeld. Recht op, met of zonder attest.
Fase 2: CLB geraadpleegd proces handelingsgerichte diagnostiek. W
Fase 3: Bij nood toch doorstroming bijzonder onderwijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Deeltijds beroepssecundair (DBSO)

A

 Vanaf 15/16 jaar overstap
 15 lesuren met praktijkervaring opleiding
 na 2de graad: kwalificatiegetuigschrif of een getuigschrift
 onder bepaalde voorwaarden diploma secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leerovereenkomst met ondernemeropleider

A

 Vanaf 15/16 jaar
 Leercontract
 Praktijkgerichte manier opleiding voor beroep als zelfstandige
 4 dagen praktijk, 1 dag theorie
 na leertijd: Getuigschrift ‘leertijd’
 onder bepaalde voorwaarden diploma secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

BUITENGEWOON ONDERWIJS

A

 jongeren belemmerd door fysieke, psychologische, sociale of intellectuele ontwikkeling door een handicap of door leer- of opvoedingsmoeilijkheden.
 Van 13 – 21 jaar
 Pedagogisch en didactisch aanbod op maat van de leerlingen, gestructureerd in 7 types en 4 opleidingsvormen.
TYPE 1: Basisaanbod, TYPE 2: mentale handicap, TYPE 3: Karakteriële stoornissen, TYPE 4: Lichamelijke handicap, TYPE 5: ziekenhuis of preventorium, TYPE 6: Blind, TYPE 7: Doof
Opleidingsvormen:
1. Sociale aanpassing
2. Sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
3. Beroepsonderwijs
4. Algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs

17
Q
  1. Sociale aanpassing
A

23467

18
Q
  1. Sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
A

23467

19
Q
  1. Beroepsonderwijs
A

13467

20
Q
  1. Algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs
A

34567

21
Q

Professionele bachelor

A

gerichte bacheloropleiding op beroepspraktijk. Theoretische en specifieke vakkennis die voorbereidt op het uitoefenen van een beroep.

22
Q

Academische bachelor

A

voorbereiding voor masteropleiding. Algemene vorming en verwerven van academische of artistieke competenties centraal.

23
Q

Master opleiding

A

Doelstelling is het uitbreiden van de kennis en het verwerven van competenties die de student in staat stelt om zelfstandig te functioneren binnnen algemene en specifieke wetenschappelijke vakgebieden of om zelfstandig kunsten te beoefenen. Verplicht: academische bachelor. Mits schakelprogramma kan professionele bachelor.

24
Q

Doctoraatsopleiding

A

Doel om een onderzoeker te vormen in het ontwikkelen van wetenschappelijke kennis door middel van een proefschrift. Laat bekwaamheid om nieuwe wetenschappelijke kennis te verwerven zien.

25
Q

Voortgezette opleiding

A

Bachelor-na-bachelor,…

26
Q

Postgraduaat en na- en bijscholingen

A

Bijkomende professionele vorming volgen. Reeds verworven competenties verbreden en verdiepen. Daarnaast prefessionaliseren door middel van na- en bijscholingen.