STOFWISSELING 4 Flashcards
belangrijke voorbeelden van koolstofassimilatie:
fotosynthese en chemosynthese
de reactievergelijking van fotosynthese:
6 CO2+6 H2O+energie»»»C6H12O6+6 O2
foto-autotroof?
autotrofe organisme die verkrijgen de energie voor de koolstofassimilatie door gebruik te maken van licht`
koolstofassimilatie door behulp van licht?
fotosynthese
chlorofyl
planten en cyanobacteriën bevatten chlorofyl bijv , bij planten bevindt het chlorofyl in de membranen in de chloroplasten
thylakoiden
membranen van chloroplasten en lijken gerangschikt te liggen als stapels munten.
lumen
binnen van thylakoiden
stroma
is rondom thylakoiden
waar wordt glucose van de fotosynthese omgezet in zetmeel in een plant?
bladeren
beperkend factor
de factor de de maximale fotosynthese intensiteit bepaalt en verhoging van deze factor leidt tot verhoging van de fotosynthese.
twee samenhangende reactie ketens van fotosynthese:
begint met lichtreacties die door de membranen van de thylakoiden de energie van de licht gebruikt voor de splitsing van water en het energierijk maken van elektronen , door transportmoleculen worden elektronen en water ionen getransporteed naar DONKERREACTIES in het storma wordt gebruik gemaakt van elektronen energie en waterionen om glucose te maken , koolstofdioxide fungeert daarbij als koolstof bron, en lichtreactie en donker reacties vinden in dezelfde tijd plaats maar donker reacties kan ook in het donker plaats vinden
licht toe de lichtreactie
in de membranen van de thylakoiden liggen (twee typen chlorofyl (PS1) en (PS2) - elektronentransportketen - elektronenacceptoren - enzymmoleculen)
bij de splitsing van water ontstaan ( waterionen(protonen+2H*) - elektronen (2e-) - zuurstof (1/2 O2)
waar gaat de waterstofionen - zuurstof - elektronen naar toe
- waterstofionen komen in de ruimte van de thylakoiden.
- zuurstof ontwijkt of wordt gebruikt bij de dissimilatie in de mitochondriën.
- elektronen worden door de licht energie energierijk gemaakt in PS2
- elektronen verliezen energie als ze worden gegeven aan elektronen transportketen in de richting van PS1
waarom verliezen elektronen hun energie in de elektronentransportketen?
omdat enzymen van elektronentransportketen gebruiken de energie om meer waterstofionen vanuit het storma te pompen naar de thylakoidruimte, en dan als de elektronen weer naar PS1 gaan worden ze weer energierijk gemaakt door lichtenergie, en worden afgestaan aan NADP+ in de stroma.
hoe wordt NADPH gevormd? zijn functie?
NADP+ neemt twee elktronen uit het enzym NADP+-reductase en een waterstofion uit het stroma, transporteert energierijke elektronen en waterstofionen naar donkerreacties.
wat is niet-cyclische fotofosforylering?
het proces waarbij de elektronen die werd gevormd bij het splitsing van water uiteindelijk worden gedragen aan NADPH. als de verhouding tussen NADPH/NADP+ in het stroma hoog is worden de elektronen niet overgedragen aan NADP+
wat gebeurt met de elektronen dan?
(cyclische fotofosforylering) blijven circuleren tussen PS1 en de enzymen van elektrontransportketen. worden energierijk gemaakt in PS1 en dan gebruiken de enzymen de energie om meer protonen in het thylakoid op tenemen
waarom wordt dit proces cyclisch fotofosforylering genoemd?
omdat het elektron steeds terug keert naar zijn plaats in de elektronen transportketen
wat gebeurt door cyclische en niet cyclische fosforylering aan thylakoiden membraan
concentratie verschil aan waterstofionen tussen weerszijden dat benut het enzym ATP-synthase als energiebron voor de vorming van energierijk ATP die wordt verbruikt in de donker reactie om glucose te maken en andere energie vergende processen in de cel
licht toe donkerreacties:
bij de donker reactie van fotosynthese wordt glucose gevormd uit co2 en producten van lichtreactie, vindt plaats in de stroma, ze vormen keten van reacties ( calvincyclus)
hoeveel moleculen nodig voor 1 molecuul glucose?
24 waterstof ionen waar 12 nodig voor 12 NADPH de andere 12 waterstofionen zijn nodig om de zuurstofatomen te binden die zijn vrijgekomen uit co2
chemosynthese
is vorm va koolstofassimilatie waar de energiebron is de oxidatie of verbranding van anorganische stoffen bijv. zwavel bacteriën die leven op zwavelbronnen diep in de oceaan
hoe vormen de zwavel bacteriën de basis van diepzee ecosystemen
oxideren waterstofsulfide tot zwavel
2H2S + O2»_space;> 2H2O + 2S + energie
, zwavel kan verder worden geoxideerd tot H2SO4
2S + 2H2O + 3O2»_space;> 2H2SO4