DNA8 Flashcards
1
Q
POLYPIDIE
A
hebben veelvoud aan DNA in een cel door gebruik te maken van de stof CLOCHICINI die breekt MICROTUBILI van de spoelfiguur worden afgebroken tijdens mitose dan splitst de cel niet maar chromatiden wel (tertaploide cel n=4)
2
Q
klonen
A
gunstig genotypen behouden door ongeslachtelijk voortplanting , dan komen kloon (groep nakomelingen uit een individu) bij eukaryoten door
- (EMBRYOSPLITSING) uit een zygote klompje cellen ontstaat die wordt in laboratorium gesplitst in kleinere klompjes cellen, die elke in een baarmoeder wordt geplaatst, dan grooit een kloon.
- (CELKERNTRANPLANTATIE) bijv een koe met gunstig eigenschappen bevruchte door een stier met een gunstige genotype, dan wordt de klompje uit de zygote gesplitst in de laboratorium, dan uit een normale koe worden onbevruchte eicellen gehaald en verwijderen de kernen ervan, en laten smelten met de klompje cellen van de gunstig koe dat kan door elektriciteit impuls die de celfusie stimuleert, uit de nieuwe zygote ontstaan nieuwe klompje cellen worden weer gesplitst en geplaatst in koe baarmoeder.
3
Q
Recombinatie DNA techniek
A
genetische modifiCATIE manier , dus door DNA sequentie veranderen door DNA in te brengen van andere organismen dus andere soort (TRANSGENESE) als het vandezelfde soort dan is het (CISGENESE) , werd mogelijk door restrectie enzymen
4
Q
knock out gen
A
gen die een DNA uitschakelt of heet (ANTISENSE-DNA)
