cellen 5 Flashcards
waarom speelt kern belangrijke rol bij het zelfregulatie en zelforganisatie van de cel
door het bevatten van DNA
kern onderdelen
kernmembraan met kern poriën en bevat kernplasma en NUCLEOUS
wat gebeurt met DNA moleculen die een normale cel n=2 bevat, tijdens celdeling
worden zichtbaar
kernporien
groep eiwitten die helpen met het transport binnen en buiten de kernplasma regelen, bijv. Boodschapper molecuul uit het DNA wordt uit kernplasma via een kernporie vervoerd naar een cytoplasma.
Endoplasmatisch reticulum.
ingewikkelde netwerk van dubbele membranen waaruit ook het kernmembraan bestaat, membranen vormen afgeplatte holten en kanaaltjes en in de ruimte tussen elkaar bestaat nog steeds verbinding, functie transport van moleculen in de cel.
ribosomen
bevinden zich vrij in de cytoplasma en in de endoplasmatische reticulum membranen, kleine bolvormige organellen, ontstaan in de nucleolus.
wat gebeurt met de boodschapper molecuul uit de kern?
gaat uit de kern via cytoplasma naar de ribosomen en ribosomen aan de hand van de informatie van de boodschappermolecule gaan dit verwerken en vormen eiwitten die komen vrij in de cytoplasma of in de ruimte tussen de membranen van de endoplasmatische reticulum, en eiwitten hebben hun uiteindelijk vorm niet.
hoe worden eiwitten uit het endoplasmatische reticulum gebracht naar het golgisysteem
endoplasmatische reticulum snoert blaasjes af die versmelten met het golgisysteem (bestaat uit opeengestapelde platte blaasjes) en krijgt eiwitten hun uiteindelijk vorm
hoe wordt eiwitten naar buiten de cel gebracht?
uit golgisysteem snoeren blaasjes af naar het celmembraan en versmelten met het celmembraan en geven eiwitten buiten het cel af, (secretie).
hoe wordt stoffen verteren binnen de cel?
uit golgisysteem snoeren blaasjes af die blijven binnen het cel zoals LYSOSOMEN ( bevatten enzymen die stoffen afbreken, ze smelten met andere blaasjes en verteren wat er binnen is)
mitochondrium
is bolvormige organel die bevat een dubbele membraan en sterk geplooid van binnen, daar vinden reactie plaats waarbij energie vrij komt, in de cytoplasma eiwitten koolhydraten en vetten worden gebroken tot PYRODRUIVENZUUR , wordt opgenomen door mitochondrium en worden afgebroken tot koolstofdioxide en water voor deze reactie zuurstof is nodig, de vrijgekomen energie worden opgeslagen in ATP, de enzymen die daarvoor nodig liggen in het binnenmembraan van de mitochondrium door sterk plooiing is de binninmembraan zo 5 keer groter dan de buitenste membraan hierdoor is ruimte genoeg voor veel enzymen en hoeveelheid mitochondrien hangt af van het activiteit van de cel.
chloroplaasten
bezitten een dubbele membraan , binnen membraanen vormen platte blaasjes, lijken op gestaabelde munten op de membranen ligt het enzymen voor fotosynthese.
prokaryoten organellen
prokaryoten bevatten ook ribosomen, en meeste bacteriën en archaea celwand bevatten.
endosymbiotheorie?
veel cellen kunnen hun celmembraan instulpen om materiaal uit de omgeving op te nemen in een blaasjes in de cel.
mitochondriën en chloroplasten hebben een dubbele membraan en ringvormige DNA die lijkt op prokaryoten en deling manier verloopt op dezelfde manier, door instulping van het celmembraan om het DNA ontstaan KERN en het endoplasmatische reticulum, chloroplasten door opnamen van cyanobacteriën, en mitochondrium door opname van aerobe bacteriën.
bouw van celmembranen:
bestaat uit dubbele laag (fosfolipiden: vetachtige stoffen te vergelijken met zeepmoleculen).
bestaat uit hydrofoob (water afstoten, twee lange koolstofketen, een verzadigde vetzuur en de andere onverzadigde vetzuur met een knik ) en hydrofiel (water oplosbaar, fosfaat groep.).
bevat groot aantal eiwitten(transport functie) en op sommige eiwitten en sommige fosfolipiden zit koolhydraatketen.
cholesterol (stevigheid)
celmembraan zijn SELECTIEF PERMEABEL, BIJV VOOR WATER