STOFWISSELING 3 Flashcards
Enzymen
zijn eiwitten, heeft ruimtelijk vorm met knikken en lussen bevat actieve centrum, met een specifieke ruimtelijk structuur
substraat
de stof waarop een enzym inwerkt
Actieve centrum
de plek in een enzym waar de substraat bindt en waar de reactie plaats vindt
Substraat-enzymcomplex
is de molecuul tijdens het binden van het substraat aan de actieve centrum en tijdens de reactie
wat gebeurt na e-s-complex
het ontstane molecuul laat los van het actieve centrum zodat er plaats vindt voor de volgende reactie dus enzymen zijn weer te gebruiken na een reactie
Naam van een Enzym?
is vaak samengesteld uit de substraat naam met ase in het einde bijv ATPase is de enzym die inwerkt de substraat ATP
Afp 13 plz 16 boek 5a
een reactie met twee richtingen en de enzym ATPa
ATPases
een groep enzymen die bevinden zich in de membranen of organellen van cellen
vorm van ATPases en functie werking
grote eiwitcomplex die ionen ,tegen hun elektrochemische gradiënt in, over het celmembraan kunnen transporteren.
cofactor
apo-enzym heeft andere molecuul (cofactor) nodig voor zijn werking, cofactor kan organisch (co-enzym) en anorganisch zijn, bijv organisch (veel vitamines ATP NADP)
hoe wordt chemische reacties mogelijk
door beweging van moleculen en botsingen ontstaat bindingen tussen moleculen en andere afbreken
acteveringsenergie
is de energie de moet toegevoerd om de reactie opgang te laten beginnen, dan beweegt het atomen sneller om een reactie op gang komt door de krachtige botsingen
reactie energie
is de energie DIE WORDT VERBRUIKT tijdens het lopen van de reactie en het laat de reactie doorlopen BIJV DE GEVORMDE WARMTE
Hoe wordt stofwisseling reactie mogelijk in de cel als de cel laag temperatuur heeft?
door de inwerking van de enzymen op de substraat en vorming van de e-s complex wordt het energiedrempel verlaagd zodat het reactie minder activeringsenergie nodig heeft, dan de reactie vindt plaats op beheersend temperatuur en de producten van dit reactie bevatten MINDER ENERGIE DAN HET SUBSTRAAT.
leg uit enzymen substraat zijn specifiek:
elke enzym kan slecht werken op een stof of een groep van stoffen