spierweefsel Flashcards
spiercellen (eigenschappen)
- draadvormig, langwerpig = spiervezels
- celonderdelen (uiterst gespecialiseerd)
- wet naam = myocyt
- myocyten zijn omgeven door lamina basalis en omring door bindweefsel s.s.
skeletspieren
= willekeurige dwarsgestreepte spieren
-> willekeurig = spieren bewegen omdat jij dat wilt
-> dwarsstreping = spieren moeten kunnen samentrekken, grote krachten uitoefenen, dus nood aan nauwkeurig georganiseerd cytoskelet
geen dwarsstreping
= gladde spier
actine (eigenschappen)
= eiwit waaruit het grootste deel vd microfilamenten zijn opgebouwd
- G-actine polymeriseert, vormt dubbelstrenghelix, om F-actine te bouwen
- elk actinemonomeer heeft 1 bindingsplaats voor myosine
actine opbouw
- plus-zijde = meeste monomeren zijn aangehecht
- min-zijde = meeste monomeren vallen af
actine stabiliseren?
- gestabiliseerd door tropomyosine = in de groeve van de dubbelstrenghelix gelegen + strekt zich uit over 7 G-actine monomeren
actine vasthechting in spiercellen?
- actinefilamenten zijn dmv eiwitcomplexen vastgehecht met de plus-zijde en min-zijde is vrij
-> in de aanhechtingsplaats is alfa-actine het voornaamste actine-bindend eiwit
myosine (eigenschappen)
- familie van eiwitten waarvan myosine II in de spiercellen zit
- 2 identieke zware ketens = staartdelen zijn spiraalgewijs gewonden over de hele lengte
myosine (vorm)
- aan 1 zijde zijn beide ketens gebogen + steken beide kopgedeelten naar buiten
- elk kopgedeelte heeft 3 afzonderlijke regio’s
spieren in rust (myosine)
activering?
- ATP is gebonden aan myosinekoppen -> splitst in ADP en Pi
- activering vd spiercel = myosine bindt aan actine -> fosfaatgroep komt vrij = E komt vrij
wat gebeurt er bij activatie (structureel)
- de energie zorgt dat de kop en nek van myosine wordt gebogen
- actinefilament wordt verplaatst
- dissociatie van ATP vd myosinemolecule zodat ADP opnieuw kan binden
- hydrolyse van ATP tot ADP + Pi = myosinemolecule komt terug los van actine + kopgedeelte gaat terug naar oorspronkelijke positie
= CYCLUS KAN ZICH HERHALEN
contractie
= koppeling actine-myosine
- plus-einde van actinefilamenten is vastgehecht = ligging van myosinefilamenten in spiercellen is bepaald
sliding filament mechanisme
= over elkaar heen gljden van actine-myosinefilamenten
tropomyosine (dwarsgestreepte spiercellen)
= is gekoppeld aan troponinecomplex
-> controleert de interactie tussen actine en myosine
vanuit Z-schijf: organisatie
actinefilamenten lopen evenwijdig aan elkaar in 2 tegenovergestelde richtingen = allignatie
nebuline
controleert de lengte van actine
organisatie van myosine
staartdelen assembleren tot bipolair aggregaat
titine
= zorgt ervoor dat myosine op zijn plaats gehouden wordt
opbouw van de skeletspiercel
- A-banden
-H-banden - I-band
- Z-schijf
A-banden
= middelste gedeelte van elk sarcomeer, myosinefilamenten zijn hier gelegen
- in laterale gebieden overlappen actine- en myosinefilamenten
- in middengedeelte = enkel myosine => H-band
H-banden
- midden van A
- in midden van de H-banden zien we de M-lijn