nucleus Flashcards
wat is de nucleus
= controlecentrum van alle activiteit
wat zit er in de celkern?
- chromosomaal DNA
- systeem voor RNA-synthese
- omgeven door kernenvelop met poriën
-> inhoud = karyoplasma - karyolymfe = eiwithoudende vloeistof
- kernmatrix = fibreuze eiwitten
grootte van een celkern
celkernen hebben een variabele morfologie
-> 1 kern heeft een grootte van 5 - 25 micrometer
wat betekent polykaryocyten
= meerkernige reuzencellen
-> samensmelten van kernen tijdens ontwikkeling
bacteriën?
geen kern
-> nucleoïd of genefoor(chromosoom zonder chromatine)
chromosoom def.
draadvormige structuren die in de nucleus zichtbaar worden bij begin van de celdeling
de kern van elke eukaryote cel? (inhoud + doorgeven)
bevat de gecodeerde info voor de synthese van eiwitten in ons lichaam
-> erfelijke info wordt doorgegeven van cel op cel = mitotische deling
-> erfelijke info wordt doorgegeven van individu op individu = voortplanting
chromatine?
complex van DNA + eiwitten
2 groepen van eiwitten in een chromosoom?
- basische histonen
- non-histon eiwitten
nucleosomen?
= binnenste gedeelte
= 8 histonen + DNA dubbelstrenghelix van 146
-> verbonden via stukje interstitieel DNA
2 soorten van chromatinefibril
heterochromatine = meer gecondenseerde vorm
euchromatine = gedeconseerde vorm
heterochromatine
= meer elektronendens dan euchromatine
hydropische kernen
= gekenmerkt door de aanwezigheid van veel euchromatine
- hoger watergehalte
- groter
pycnotische kernen
= chromatine is samengepakt tot 1 dichte massa
heterochromatine
- weinig tot geen transcriptie
nucleolus
= inclusie van de nucleus
-> niet omsloten door een membraan
-> biochemisch en structureel duidelijk te onderscheiden van de rest van de kern