organisatie van het centraal zenuwstelsel Flashcards
onderdelen van het CZS?
hersenen en ruggenmerg
opdeling van CZS
- witte stof = substantia alba
- grijze stof = substantia grisea
eigenschappen van substantia alba
- gemyeliniseerde zenuwvezels in tracti
- witte kleur = hoog vetgehalte in de myelineschede
- gliacellen + niet-gemyeliniseerde axonen
eigenschappen van substantia grisea
- veel minder gemyeliniseerde zenuwvezels
- wel perikarya, dendrieten, beginsegmenten van axonen en veel neuroglia
= meestak synapsen
ruggenmerg
= afgeplatte cilindrische structuur
-> continu met hersenen
-> gelegen in longitudinale holte in de wervelkolom
de verschillende segmenten van het ruggenmerg
- craniaal
- thoracaal
- lumbaal
- sacraal
witte stof en grijze stof organisatie in ruggenmerg
- witte stof zit in het ruggenmerg rondom de grijze stof
op een dwarse doorsnede van het ruggenmerg zien we…
- H-vorm rond canalis centralis dat afgelijnd is door ependymcellen
pseudo-unipolaire neuronen
neuronen in de spinale ganglia
dorsale hoorn
= neuronale cellichamen van interneuronen -> contact met uitlopers van de sensorische neuronen
per segment van het ruggenmerg ->
is er 1 paar spinale zenuwen verbonden met de grijze stof
sensorische prikkels verlopen via
dorsale wortels
motorische prikkels verlopen via
ventrale wortels
zenuwwortel
= proximale gedeelte van de zenuw, omgeven door hersenvliezen + ligt binnen in de craniale activiteit of vertebrale kanaal
cerebrum (def., opbouw)
= grote hersenen
-> deel van de hersenen dat zich bezig houdt met verwerking van info
-> bestaat uit 2 hemisferen
de hemisferen van cerebrum
- oppervlak van elk hemisfeer = # gyri en sulci
- opgebouwd uit grijze en witte stof
-> buitenste laag = cortex = grijze stof
-> binnenste laag = medulla = witte stof
verschillende horizontale lagen in de grijze stof van de hersenschors
- moleculaire laag
- granulaire laag
- buitenste piramidale laag
- binnenste granulaire laag
- binnenste piramidale laag
- fusiforme laag
cerebellum
- automatische controle van bewegingen
- substantia grisea en substantia alba
- in substantia alba = diepere cerebellaire nuclei en nucleus fastigius
- uitstulpende folia + instulpende sulci = oppervlaktevergroting
cerebellum -> cellen + lagenaa
- Purkinjecellen; liggen op 1 rij = purkinjecellaag
- buitenste laag vd cerebellaire schors = moleculaire laag = dendrietenboom vd purkinjecellen
2 typen van neuronen bij cerebellum
- stercellen = kleine perikarya
-> dendrieten in alle richtingen
-> contact met 12 dendrietenbomen - korfcellen = groter + boven purkinjecellaag
-> axonen liggen net boven cellichamen van P
korrelcellaag
= laag van de cerebellaire schors die tegen de witte schors aanligt
granulaire laag
= glomeruli
= vertakkingen van mosvezels = afferente zenuwvezels -> kleine verdikkingen omgeven door dendrieten van korrelcellen + uiteinden van golgi-celaxonen
functie cerebellum
- afferente info wordt op geïntegreerde wijze doorgegeven = cerebellum krijgt zijn input via verschillende afferente vezelsystemen
- outputsysteem van de cerebellaire schors = gevormd door neuronen in kleine hersenkernen
hersenvliezen
= meninges
= rondom hersenen en ruggenmerg zit specifiek bindweefselmembranen
buitenste harde vlies
= dura mater
= dikke stevige continue laag van dicht collageen bindweefsel
= pachymeninx
thv de hersenen bestaat de dura mater uit 2 lagen
- buitenste periostale laag
- binnenste meningeale laag
-> tus de 2 lagen : ruimten die afgelijnd zijn met endotheel = durale veneuze sinussena
epidurale ruimte locatie?
thv de wervelkolom tussen de dura mater en het been van de wervels
onder de dura mater zit … (eigenschappen)
arachnoidea = spinnenwebvlies
-> laag tegen dura mater
-> bestaat uit delicate trabeculae
-> ruimte tus balkjes = subarachnoidale ruimte gevuld met cerebrospinaalvocht
-> aan onderkant is dit begrensd door pia mater
arachnoidale uitstulpingen die eindigen in de veneuze sinussen van de dura
= villi arachnoidales
leptomeninges
pia mater en arachnoidea
bloed-hersenbarrière:
- doorlaatbaarheid
- opbouw
= goed doorlaatbaar voor zuurstofgas en CO2 en kleine vetoplosbare moleculen
- intercellulaire vloeistof rondom neuronen in CZS
cerebrospinaal vocht
= aangemaakt door plexus choroideus -> aanwezig in hersenventrikels
plexus choroideus
= uitstulping van de pia mater
aanmaak van cerebrospinaal vocht
- bloedplasma gaat door gefenestreerde endotheel vd capillairen het losmazige BW van de pia mater bereiken
- gespecialiseerde ependymcellen maken cerebrospinaal vocht aan door selectief vochttransport
- 500 ml liquor wordt aangemaakt
weg van cerebrospinaal vocht
- door de hersenventrikel
- bereikt via laterale opening van de 4e ventrikel de subarachnoidale ruimte (= omgeeft hersenen en ruggenmerg)
normale omstandigheden = liquor onderzoek
- normale omstandigheden = weinig cellen
- bij ontsteking = veel lymfocyten terug te vinden
perifere zenuwen (opbouw/structuur)
= bundels van axonale uitlopers van een hele groep verschillende neuronen
zenuwvezels: perifere zenuwen
- afferente of efferente info vervoeren tussen orgaan/weefsel - hersenen/ruggenmerg
- steeds omgeven door cellen van Schwann
endoneurium
= netwerk van fijne collagene bindweefselvezels rond elke individuele zenuwvezel
perineurium
= bundels van zenuwvezels omgeven door perineurium
= collagene vezels + aaneengesloten uitlopers van gespecialiseerde bindweefselcellen
epineurium
= laag van dicht collageen bindweefsel -> houdt verschillende zenuwbundels samen
=> glanzend wit uitzicht omw hoge [ ] aan witte collageenvezels
perifere ganglia
= schakelstations in het PZS
= opeenhoping van neuronale cellichamen
neuronale cellichamen
= omgeven door satellietcellen of kapselcellen met daarrond bindweefsel
sensorische ganglia
- geassocieerd met dorsale wortels vd spinale zenuwen
- geassocieerd met craniale hersenzenuw
- neuronen zijn pseudo-unipolair
autonome ganglia
= perikarya van postsynaptische autonome neuronen
-> # van de autonome ganglia
AZS functie
= belangrijke rol bij homeostase van het lichaam
-> invloed op organen, staan in voor controle van hartritme,…
-> efficiënte manier => AZS = effectorsysteem dat invloed uitoefent op gladde spieren, hartspieren en klierepithelen
effectorsysteem van het AZS kan opgedeeld worden in 2 componenten:
- orthosympathische component = activiteit
- parasympathische component = rust
sympathische systeem:
- preganglionaire neuronen liggen in de thoracale, bovenste lumbale segmenten van het ruggenmerg
= voornaamste neurotransmitter = acetylcholine - postganglionaire neuronen liggen in perifere ganglia van de sympathische grensstreng en prevertebrale ganglia
= voornaamste neurotransmitter = noradrenaline
parasympathische systeem
- preganglionaire neuronen worden gelokaliseerd in de hersenstam, sacrale deel van het ruggenmerg
= voornaamste neurotransmitter = acetylcholine - postganglionaire neuronen liggen in ganglia in of tegen de wand van viscerale organen of in ganglia geassocieerd met kopzenuwen
= voornaamste neurotransmitter = acetylcholine
enterisch zenuwstelsel (EZS)
afzonderlijk component van AZS
-> eigen sensorische neuronen + interneuronen
-> EZS = in de wand van het spijsverteringskanaal + opgebouwd uit ganglia met postganglionaire neuronen die via netwerken onderling verbonden zijn
exteroreceptoren
= receptoren die reageren op stimuli uit de buitenwereld
proprioceptoren
reageren op veranderingen in lichaamspositie, spierspanning of beweging
als we ouder worden = verminderen van geheugen
- niet verlies van neuronen
- wel degeneratie van axonen + verandering van synaptische contacten
bij beschadiging van axon
- perikaryon gaat zwellen
- [ ] celorganellen verkleint
- kern van zenuwcel verplaatst zich naar periferie van gezwollen perikaryon
- distaal vd beschadiging gaat zenuwcel degeneren
- gedeelte tegen celsoma degenereert
- binnen bindweefselhuls gaan de cellen van Schwann prolifereren tot banden van Büngner
- wanneer perifere en centrale stomp dicht bij elkaar liggen = ZV kan herstellen
ALS DIT NIET GEBEURT = geen functieherstel