soorten zinnen Flashcards
vragende zin
kun je met ja/ nee vraag beantwoorden
begint altijd met de persoonsvorm
die omkering van het onderwerp en de persoonsvorm
= inversie
mededelende zin
bevat altijd een onderwerp en persoonsvorm
bevelende zin of imperatief
je geeft iemand een bevel, een opdracht, een intstructie
uitroepende zin
drukt een gevoel uit
ontkennende zin
dit is geen lekkere spaghetti
bevestigende zin
dit is lekkere spaghetti
passieve zin
je wilt dat onderwerp om een of andere reden niet te veel aandacht geven
actieve zin
als het onderwerp effectief doet wat het gezegde uitdrukt
enkelvoudige zin
een zin met 1 persoonsvorm
samengestelde zin
een zin met meer dan 1 persoonsvorm
nevenschikking
hoofdzinnen
de persoonsvorm staat vooraan of na het eerste zinsdeel
hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door nevenschikkende voegwoorden en, maar, want en of
onderschikking
een hoofdzin en een bijzin
de persoonsvorm staat achteraan
een bijzin begint bijna altijd met een verbindingswoord
bijzinnen kun je benoemen als zinsdelen en zinsdeelstukken.
Ze zijn ondergeschikt aan de hoofdzin