Soorten gesprekken Flashcards

1
Q

Informatie geven, doel, criteria

A

Doel:
Informatie, instructies, voorlichting of advies geven. Accent op feitelijke inhoud.

Criteria:

  • overzichtelijke en ordelijke structuur
  • eenvoudige stijl, aansluiten op niveau en referentiekader patiënt
  • bekende woorden en duidelijke formulering, weinig jargon gebruiken
  • bondige en aantrekkelijke informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kritiek geven, constructief, uitgangspunten

Bezwaar maken, vaardigheden

A

Constructief: opbouwend, bruikbaar, zodat de ander er iets mee kan doen.

Uitgangspunten:

  • geef kritiek over actuele gedrag, op juiste tijdstip
  • geef kritiek op gedrag van de ander, niet op de persoon
  • geef concrete en specifieke kritiek
  • geef kritiek in de ik-vorm
  • formuleer een wens over veranderbaar gedrag van de ander
  • woorden altijd en nooit niet gebruiken

Bezwaar maken:
Je moet met meningsverschillen om kunnen gaan. Vaardigheden nodig:
- luister actief naar de ander
- neem de ander serieus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verzoek doen/opdracht geven, 4 aspecten

A
  • formuleer een duidelijk verzoek of een duidelijke opdracht
  • kies het juiste moment
  • laat blijken dat je de ontvanger waardeert en respecteert
  • ga na of het verzoek duidelijk is voor de ander
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly