SET9 Flashcards

1
Q

De eerstelijns behandeling van uitgezaaid prostaatkanker bestaat uit een behandeling met zgn. LHRH (ant)agonisten. In het laboratorium kan
de effectiviteit van deze behandeling worden getest. Hiervoor zijn diverse onderzoeksmodellen beschikbaar.
Welke onderzoeksmodel is geschikt voor dit onderzoek?

A

Patient-derived xenografts (PDXs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een tumorbiopt dient om de histologische en moleculaire opmaak van een tumor vast te stellen. Daarnaast vormt het de basis voor het
eventueel kunnen geven van doelgerichte antitumorbehandelingen. Het blijkt echter dat een dergelijke behandeling niet perse succesvol is, er
is ook een kans dat de doelgerichte behandeling niet aanslaat.
Geef twee mogelijke verklaringen waarom een “passend” moleculair profiel in een biopt niet voorspelt dat een doelgerichte
behandeling succesvol is (“aanslaat”).

A

Representativiteit van het biopt; intratumor varatie; veranderingen van moleculair profiel over de tijd; is het gevonden target van belang voor
tumorgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je bent dermatoloog en een 31-jarige vrouw komt op het spreekuur met een veranderende moedervlek op de rug. Dermatoscopisch
onderzoekt doet je vermoeden dat het een melanoom zou kunnen zijn. De laesie is te groot om in zijn geheel te excideren.
Wat is de aangewezen vervolgstap?

A

Je neemt direct een stansbiopt af van de laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

x Grapefruit inhibeert CYP-enzymen in de lever

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de twee belangrijkste eisen die moeten worden gesteld aan de veiligheid en de effectiviteit van een werkend
oncolytisch virus

A

Veiligheid
Veilig voor zowel gastheer (niet ziekteverwekkend voor patiënt) als mensen EN DIEREN in de omgeving)
Wordt niet geïncorporeerd in het genoom en kan niet recombineren met andere virussen (niet muteren)
Effectiviteit
Induceert Oncolyse van cellen (tumor degeneratie)
Opwekken van - of verbeteren van- tumor gerichte immuun response

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welk(e) orga(a)n(en) bevindt/bevinden zich lymfatische stamcellen? 

A

milt en thymus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je bent huisarts. Op je spreekuur zie je een 20-jarige jongeman met drie vergrote klieren in de hals sinds 2 weken. De klieren doen geen
pijn en patiënt heeft geen gewichtsverlies of koorts, maar geeft wel aan laatste weken overmatig te transpireren. Hij is niet bekend met
andere ziekten, heeft geen huisdieren, heeft een vaste partner, en geen bijzondere buitenlandse reizen ondernomen.
Welke drie diagnoses staan het hoogst in de differentiaaldiagnose?

A

HL, NHL, sarcoidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je bent longarts. Je ziet een 67-jarige man bij wie een niet-kleincellig longcarcinoom is vastgesteld. Patiënt vraagt je naar de opties van
immunotherapie.
Welke van onderstaande antwoorden geef je?

A

Het laat in een deel van de mensen een respons zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Moleculaire diagnostiek (bijvoorbeeld middels next-gen sequencing) biedt de longoncologie nieuwe mogelijkheden. 
Welke mogelijkheden zijn dit?

A

De uitkomsten kunnen predictief zijn.
De uitkomsten kunnen de dosering van een medicament bepalen.
De uitkomsten kunnen voorspellen hoe het bijwerkingenprofiel zal zijn. 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je bent longarts. Je ziet een 62-jarige vrouw. Op thoraxfoto is een solitaire longnodule gezien.
Wat is niet van belang bij het analyseren van deze solitaire longnodule?

A

mate van alcoholgebruik boeit dus niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

xBij gebruik van morfine voor pijn bij kanker bestaat er nauwelijks risico op verslaving.

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen een visueel analoge schaal (VAS) en een numerieke rating schaal (NRS)?

A
  1. Bij een VAS zet de patiënt een markering op een lijn van 10cm.  
  2. Bij een NRS geeft een patiënt een numerieke score op een 0-10 schaal. 
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

xxBij patiënten met kanker worden klachten vrijwel altijd verklaard door een fysieke oorzaak. 

A

Bij patiënten met kanker wordt de ernst van de klachten mede bepaald door angst en eerdere ervaringen. 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij patiënten waarbij er sprake is van niet-op-afstand gemetastaseerd mammacarcinoom (M0) en de indicatie voor systemische therapie
reeds gesteld is, kunnen er medische redenen zijn waarom neo-adjuvante chemotherapie de voorkeur heeft.
Noem drie medische redenen.

A
  • Mogelijkheid tot monitoren van de respons op systemische therapie
  • Mogelijkheid tot tumorverkleining bij tumoren die bij aanvang niet borstsparend te opereren zijn maar aan het einde van de chemotherapie mogelijk wel zodat een lumpectomie mogelijk is (“lumpectabel” maken) 
  • Tijd voor verrichten van klinisch genetisch onderzoek waarbij de uitslag mede bepalend is voor het type borstoperatie waar een patiënt voor kiest 
  • Snel een behandeling bieden voor het ‘ hele lichaam ‘ in plaats van alleen lokaal 
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

xAls er sprake is van oligometastische ziekte is multidisciplinaire behandeling essentieel. 

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke patiënten met mammacarcinoom is het gebruik van de mammaprint voor de klinische praktijk aan te bevelen?

A

bij patiënten met een hormoongevoelig mammacarcinoom 

13
Q

Noem twee fibro-epitheliale laesies van de mamma en beschrijf voor beide laesies de leeftijdscategorie waarin deze het
meest voorkomen

A

fibroadenoom met name jonge vrouwen (20-30 jaar), phyllodes met name wat oudere vrouwen (6e decade).  

14
Q

Bij een 35-jarige vrouw wordt een BRCA-1 mutatie ontdekt.
Welk advies geldt ten aanzien van de ovaria? 

A

bij voltooide kinderwens de ovaria & tubae laten verwijderen (35-40 jaar)

14
Q

Uit welk vat komt de a. rectalis superior voort?

A

de a. mesenterica inferior 

15
Q

xHet soort kanker in combinatie met de klinische stadiëring en de bij patiënt aanwezige comorbiditeit bepaalt de mogelijkheid van (in opzet)
curatieve chirurgie.  

A

-

15
Q

xAls de screening effectief is, zal de stadiumverdeling in de gescreende groep gunstiger zijn dan in de controlegroep.  

A

-

16
Q

Bij verdenking op een recidief prostaatcarcinoom na primaire behandeling kunnen meerdere onderzoeken worden overwogen om te komen
tot het vaststellen van het oncologisch beleid.
Welk van de onderstaande onderzoeken is het meest bepalend voor het te volgen oncologisch beleid?

A

De PSMA PET scan, omdat deze zeer sensitief is voor het herkennen van prostaattumor weefsel.

16
Q

Leg in maximaal 50 woorden uit waarom vaker wordt gekozen voor de reconstructieve lift dan voor de reconstructieve ladder
en benoem hierbij het primaire doel van een aangezichtsreconstructie

A

Het doel van een aangezichtsreconstructies is om zowel functioneel als esthetisch het beste resultaat te krijgen. 
Als het eindresultaat (functioneel en/of esthetisch) beter wordt met een meer complexe oplossing, wordt voor de lift gekozen i.p.v. de ladder. 

17
Q

Diverse factoren spelen een rol wanneer een behandeling van patiënten met colorectaal carcinoom wordt overwogen. 
Wat is de belangrijkste predictieve factor bij de behandeling van patiënten met een gemetastaseerd colorectaal carcinoom?

A

performance status

18
Q

Je bent oncoloog en op je spreekuur komt een 54-jarige man die eerder een in opzet curatief behandeld colorectaal carcinoom heeft
gehad. Twee jaar na de curatieve behandeling is er nu helaas sprake van uitzaaiingen in de lever. Patiënt vraagt welke lokale behandelingen
er voor zijn aandoening bestaan. 
Noem drie verschillende manieren van lokale of locoregionale behandeling van levermetastasen van het colorectaal
carcinoom

A

resectie, ablatie, stereotactische RTX

18
Q

Benoem 2 voordelen en 2 nadelen van het gebruik van het Newcastle disease virus ten opzichte van het gebruik van
andere oncolytische virussen in de viro-immunotherapie

A

Voordelen: 
1. Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens 
2. Genetische manipulatie mogelijk 
3. Effectiviteit wel al bewezen door middel van klinische trials 

 Nadelen: 
1. Tot nu toe een te lage effectiviteit  in klinische trials 
2. Veiligheid voor het milieu (pluimvee)

18
Q

Je bent internist-oncoloog en behandelt een patiënt met een gemetastaseerd melanoom met het anti-PD1 antilichaam nivolumab. Patiënt
meldt zich op de eerste hulp in zijn vierde kuur wegens meer dan 10 keer per dag waterdunne diarree. Je stelt meteen de meest
waarschijnlijke differentiaal diagnose en denkt na over de behandeling.
Welk medicijn moet je nu zeker voorschrijven?

A

Prednison (immuunsuppressivum) 

19
Q

Bij de kwaliteitsbeoordeling van RCT’s moet je zowel naar ‘blindering’ als naar ‘allocation concealment’ kijken.  
Bij de beoordeling van deze twee factoren verschilt; a) naar welke actoren je kijkt, en b) het moment in de studie waarover de factor gaat. 
Bespreek in maximaal 50 woorden voor zowel ‘blindering’ als ‘allocation concealment’, naar welke actoren en naar welk
moment in de studie je moet kijken

A

Bij Blinderen kijk je naar Patiënt/Behandelend arts en Effectbeoordelaar, bij AC naar de persoon die de randomisatie doet. (2p)
Blinderen gaat over de periode na randomisatie, AC over de periode tot aan randomisatie.

20
Q

Noem vier patiëntgebonden factoren die een contra-indicatie vormen voor behandeling met cisplatinum bevattende
chemotherapie.

A
  1. Slechte nierfunctie (GFR<60 ml/min)
  2. Gehoorstoornissen 
  3. Polyneuropathie 
  4. Actueel cardiovasculair lijden
  5. De performance status van de patiënt
21
Q

Beschrijf in maximaal 20 woorden het werkingsmechanisme van anti-PD1 checkpoint remmers die bij de behandeling van het
melanoom veel worden gebruikt; voorbeelden van deze middelen zijn  nivolumab of pembrolizumab

A

T-cel activatie via blokkade van PD1, waarop immuunrespons tegen maligniteit optreedt.

22
Q

xGelijktijdig gebruik van een PPI zal geen effect hebben op de geneesmiddelconcentratie.

A

-

23
Q

Geef in maximaal 20 woorden het verschil aan tussen een uitstrijkje van de baarmoederhals in het kader van het
bevolkingsonderzoek en een uitstrijkje in het kader van de klacht postcoïtaal bloedverlies.

A

HPV bepaling versus cytologische beoordeling

24
Q
A