SET7 Flashcards

1
Q

Welke behandeling is de eerste keus voor een persoon van 33 jaar met een primair nodulair basaalcelcarcinoom van 9 mm
op de rechterwang?

A

conventionele excisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke prostaatkanker behandelstrategie heeft de intentie (nog) te cureren?

A

active surveillance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een 69-jarige man met een PSA van 17 ng/mL wordt naar de uroloog verwezen voor het ondergaan van prostaatbiopten. Er worden 8
systematische prostaatbiopten genomen. De conclusie van het pathologie verslag luidt: “8 prostaat biopten zonder afwijkingen”.  
Wat is de conclusie van deze beoordeling en wat is de meest logische vervolgstap?

A

er dienen nieuwe prostaatbiopten te worden afgenomen vanwege een grote kans op sampling error 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

benoem 4 DIE moet beoordelen volgens Jadad.

A

‘withdrawals and dropouts’, ‘follow-up’, ‘randomiseren’ en ‘blinderen’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer kun je concluderen dat een erg lage dosis groeihormoon leidt tot meer groei?

A

Als de gevonden absolute t-waarde groter is dan de absolute kritische waarde van t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem vier lange termijn complicaties van een urinedeviatie volgens Bricker (urostoma)

A
  1. Parastomale hernia 
  2. metabole acidose 
  3. nierfunctieverslechtering 
  4. stenose van de ureter-Bricker anastomose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

xBij de ‘war on cancer’ lag de nadruk veel te sterk op individuele (chemo)therapie en veel te weinig op preventie, waardoor
belangrijke kansen waren gemist om de sterfte aan kanker omlaag te brengen.

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de belangrijkste reden dat na het vinden van een lead compound het proces van ontwikkeling hiervan tot een
bruikbaar medicijn in de preklinische fase tot stilstand komt?

A

De farmacokinetische eigenschappen zijn niet goed, wat blijkt uit proefdieronderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In de ontwikkeling van een invasief cervixcarcinoom speelt een aantal processen een rol:  
Welk van deze processen is cruciaal in deze ontwikkeling?  

A

integratie van HPV DNA in het gastheergenoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Je doet samen met een student klinische technologie een project om te onderzoeken of je de kans op het krijgen van metastasen kunt
voorspellen op basis van een MRI van de primaire tumor. In de literatuur vind je papers over dit onderwerp die gebruik maken van Machine
Learning en vind je papers die gebruik maken van Deep Learning. 
Wat is het belangrijkste verschil tussen Machine Learning en Deep Learning?

A

[Bij Machine Learning worden er kenmerken uit een beeld (MRI) afgeleid die aan het systeem worden aangeboden. Bij Deep Learning wordt
het hele beeld aangeboden] 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het werkingsmechanisme van immuuntherapie met anti-PD1 checkpoint inhibitors berust op diverse opeenvolgende stappen die leiden tot
het antitumor effect. Dit geldt voor de behandeling van het melanoom maar ook voor andere solide tumoren.
Benoem de drie essentiële stappen?

A
  1. T cellen herkennen tumorcellen als target voor een immuunrespons 
  2. Met immuuntherapie blokkeren van de rem/blokkeren negatieve feedback op T-cellen 
  3. Hierdoor stimuleren antitumor respons van T-cellen  
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt verstaan onder de definitie “Therapeutic Drug Monitoring” (TDM)?

A

Het doseren van een medicament aan de hand van de concentratie in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem twee voordelen van het gebruik van Newcastle disease virus ten opzichte van andere oncolytische virussen in viro
immunotherapie

A
  1. Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens 
  2. Genetische manipulatie mogelijk 
  3. Effectiviteit wel al bewezen door middel van klinische trials   
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je bent hematoloog. Een 74-jarige patiënt presenteert zich met vermoeidheid. Bij aanvullend laboratoriumonderzoek blijkt sprake te zijn van
een verhoogd M-proteine type IgG kappa van 40g/l. Het Hb is 5,5 mmol/l (l), calcium 2.26 mmol/l (n), albumine 40 g/l (n), kreatinine 150
umol/l (h). CT-skelet toont geen osteolytische laesies. Beenmerg onderzoek laat 56% monoclonale plasmacellen zien. De diagnose multipel
myeloom wordt gesteld.  
Op basis van welke van de onderstaande criteria wordt bij bovengenoemde patiënt de diagnose multiple myeloom gesteld?

A

M-component IgG kappa 
56% plasma cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je bent hematoloog en je ziet een patiënt met acute leukemie die behandeld wordt met intensieve (myelo-ablatieve) chemotherapie.
Is het zinvol om te starten met selectieve darm decontaminatie (SDD) en waarom?

A

Ja, dit kan leiden tot verlaagde infectiedruk vanuit de dar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De involutie van welk orgaan is verantwoordelijk voor het trage herstel van de T-cel immuniteit na een allogene
stamceltransplantatie bij volwassen patiënten?

A

thymus

B-cellen naar milt en lymfeklieren

13
Q

De expressie van het CXCR4 molecuul op de tumorcellen blijkt een negatief prognostische waarde te hebben bij mammacarcinoom.
Wat is hiervoor de meest waarschijnlijke verklaring?

A

CXCR4 is de chemokine receptor waarmee cellen SDF-1 / CXCL12 herkennen. Dit chemokine is in relatief hoge concentraties
aanwezig in locaties waarnaar mammacarcinoomcellen metastaseren, zoals bot/beenmerg, hersenen, lymfeklieren en lever.

13
Q

Welke drie blootstellingen geven de grootste kans op het ontwikkelen van longkanker?

A

Tabak, radon, asbest, fijnstof

14
Q

Leg uit wat TNM betekent en wat het doel hiervan is?

A

T= tumor grootte/aantal
N=locatie lymfeklieren
M= metastasen
Doel patiënten groeperen met eenzelfde prognose

15
Q

Bij een 58-jarige patiënt wordt een operatie gepland voor zijn longcarcinoom. De longfunctie laat echter een FEV1 zien van 44% en een
diffusie capaciteit van 50% van de voorspelde waarde.
Welk onderzoek stel je voor?

A

Een inspannings ergometrie

16
Q

Een Patiënt heeft een plaveiselcelcarcinoom in de rechter bovenkwab met bewezen pleuritis carcinomatosa.
Welke behandeling stel je voor?

A

Systemische behandeling met chemotherapie-immunotherapie of immunotherapie (gezien als een stadium IV ziekte)

17
Q

Welke combinatie van elementen is essentieel bij diagnostiek van longkanker?

A

Stadiering en weefseldiagnose

18
Q

Bij een patiënt is de diagnose niet-kleincellig longcarcinoom stadium IIIa gesteld.
Welke behandeling stel je voor?

A

Chemoradiotherapie en adjuvant immunotherapie

19
Q

Welke van de onderstaande tumorkenmerken zijn een predictieve factor voor respons op systemische therapie?

A

BR-gradering
ER/PR positiviteit 
HER2 receptor positiviteit
proliferatie index

20
Q

prognostische factor

A

de grootte van de tumor en aantal aangedane lymfklieren 

20
Q

xneoadj beter dan adj voor micromestasten bij borstkk

A

-

20
Q

x kans op lymfklier uitzaaiingen bij pT1a mammacarcinoom is < ​10%

A

-

20
Q

Een 56-jarige vrouw wordt verwezen via het bevolkingsonderzoek met microcalcificaties op het mammogram. Bij lichamelijk onderzoek zijn
geen afwijkingen voelbaar in de borst.
Wat is de volgende stap?

A

Herhalen van het mammogram en zo nodig een histologisch biopt

20
Q

Welke weefsels worden bij een gemodificeerde radicale mastectomie verwijderd?

A

brost en okselklieren

21
Q

xIedere vrouw die gediagnosticeerd wordt met een triple negatief mammacarcinoom op leeftijd jonger dan 60 wordt klinisch genetische
counseling aangeboden

A

-

22
Q

Wat zijn de drie meest voorkomende symptomen van het colorectaal carcinoom?

A

Veranderd ontlastingspatroon, bloedverlies, buikpijn

23
Q

x De kans op het krijgen van een tweede plaveiselcelcarcinoom is groter dan de kans op het krijgen van metastasen van een
plaveiselcelcarcinoom.

A

-

23
Q

kans op huidkanker

A

1/5; NIET 1/5 KANKERS IS HUIDKK