SET5

Question 1

XXHet aantal actinische keratosen is een klinische biomarker voor het risico op huidkanker.

Answer 1

Het risico op het ontstaan van een plaveiselcelcarcinoom is groter uit een morbus Bowen dan uit een actinische keratose.

Question 2

XNiet accoord er is geen plek voor een palliatieve slokdarmresectie. Systemische ziekte = systemische behandeling = palliatieve chemo

Answer 2

-

Question 3

Welke principes gebruik je bij aangezichtsreconstructies?

Answer 3

kies donorweefsel dat lijkt op het defect
laats littekens op grenzen van esthetische units of huidplooien
vergroot zo nodig je defect

Question 3

Welke van de onderstaande organen worden bij een achterste excenteratie verwijderd?

Answer 3

rectum, uterus/vagina

Question 4

Hoe noem je het uitstellen van curatieve therapie?

Answer 4

active surveillance

Question 5

Wat is de meest toegepaste palliatieve therapie bij prostaatkanker?

Answer 5

Androgeendeprivatie (ADT, Testosteronblokkade, hormoontherapie, Castratie of LHRH agonisten

Question 6

Welke drie dingen doet de huisarts zelf? bij prostaatkk

Answer 6

Serum PSA bepaling
Rectaal toucher
Risico-calculatie middels een digitale rekenmodule

Question 7

Een AIOS urologie wil graag het onderzoek naar een “personalized medicine” aanpak toepassen in de kliniek waarbij de keuze van de
medicatie is gebaseerd op testen in het laboratorium. De AIOS heeft een prostaatkankerpatient die niet meer reageert op de eerste-lijns
hormonale behandeling en voor wie een vervolgbehandeling moet worden gekozen. De AIOS wil tumormateriaal insturen om dit te kweken
en de gevoeligheid voor diverse medicaties te testen.
Welk tumormateriaal moet hiervoor worden ingestuurd?

Answer 7

vers tumorweefsel verkregen via een TURP

Question 8

Hoe kan in het onderzoekslaboratorium de gevoeligheid voor diverse drugs getest worden?

Answer 8

tumorcellen kweken

Question 9

xSteekproefgemiddelden zijn normaal verdeeld rond het populatiegemiddelde met een spreiding die afhangt van de populatiestandaarddeviatie en van de steekproefgrootte.

Answer 9

-

Question 10

forest plot

Answer 10

breder ruitje = random effects
random effects moet er in staan

Question 11

In de dagelijkse praktijk zijn er verschillende redenen om een “uitstrijkje” van de baarmoedermond te maken, zoals post coïtaal bloedverlies.
Ook kunnen vrouwen een “uitstrijkje” krijgen in het kader van het BVO op baarmoederhalskanker.

Answer 11

Bij het bevolkingsonderzoek wordt bij iedereen een hrHPV test gedaan, bij een uitstrijkje vanwege post coïtaal bloedverlies niet.

Question 12

Beschrijf in maximaal 50 woorden het werkingsmechanisme van het E7-eiwit.

Answer 12

E7 bindt aan pRB waardoor E2F vrijkomt; E2F is nu in staat expressie van celcyclus regulerende genen te stimuleren

Question 13

Sinds de Tweede Wereldoorlog is het doen van medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen flink in omvang toegenomen. Dit komt
onder andere omdat sindsdien veel meer geld beschikbaar is gekomen voor het doen van klinisch onderzoek.

Sinds de Tweede Wereldoorlog is het doen van medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen flink in omvang toegenomen. Dit komt
onder andere door de ontwikkeling van de Randomized Controlled Trial.

Answer 13

-

Question 14

Je bent internist-oncoloog en een patiënt wordt verwezen wegens uitgebreide gemetastaseerde ziekte met uitzaaiingen in de lever en
longen. Er is een biopt genomen uit de lever en hieruit komt een metastase melanoom. Uit de moleculaire analyse blijkt een BRAF mutatie
(V600 mutatie).
Voor welke van de onderstaande palliatieve behandeling(en) komt patiënt in aanmerking?

Answer 14

Immuuntherapie (bijvoorbeeld anti-PD1 en/of anti-CTLA4)
Doelgerichte (“Targeted”) therapie met BRAF en MEK remmers

Question 14

grapefruit en cola

Answer 14

grapefruit blokkeert werking van enzymen in de lever >< trager werken > hogere concentratie medicijn > meer biwerkingen
cola = geen effect

Question 15

Je bent AIOs Interne Geneeskunde en je werkt op de afdeling Hematologie. Je wilt een erytrocyten transfusie geven aan een AML patiënt
tijdens de remissie-inductie chemotherapie.
Welk bloedonderzoek is nodig om dat te kunnen doen?

Answer 15

ABO-bloedgroep,Rhesus-D bepaling en screening op irregulaire antistoffen

Question 15

Je bent arts-assistent Interne Geneeskunde. Je ziet een 34-jarige man met moeheid en blauwe plekken sinds één week.
Laboratoriumonderzoek toont een hemoglobine van 4.1 mmol/ (referentie 7.5-10.0 mmol/L), leukocyten 3.4x10^9/L (ref 5-10 x10^9/L) en
trombocyten 14 x10^9/L (ref 150-400 x10^9/L). In een bloeduitstrijkje worden vooral blasten gezien en je denkt aan een acute myeloïde of
acute lymfatische leukemie.
Met welk vervolgonderzoek kan het onderscheid tussen deze twee diagnoses het best gemaakt worden?

Answer 15

immunofenotypering

Question 16

op welke aandoeningen heeft iemand een verhoogde kans als die asbestlichaampjes heeft

Answer 16

mesothelioom en adenocarcinoom

Question 17

Je bent longarts. Je ziet een 50-jarige man die bekend is met uitgezaaide longkanker. Hij meldt zich nu met pijn in de onderrug en
uitstralende pijn naar de hiel links. Je vraagt aanvullende diagnostiek aan.
Wat is het onderzoek van keuze?

Answer 17

MRI

Question 18

Je ziet een 55-jarige vrouw die recent is gediagnosticeerd met een niet-kleincellig longcarcinoom in de rechter onderkwab. Je overweegt
patiënte aan te bieden aan de thoraxchirurg voor resectie van de tumor.
Welke factoren en/of onderzoeken zijn van belang om de operabiliteit van patiënte in te schatten?

Answer 18

performance status
longfunctieonderzoek
voedingstoestand

Question 19

xDe K-Ras pathway is vaker geactiveerd bij rokers dan bij niet-rokers.

Answer 19

-

Question 19

Draagt luchtwegvervuiling bij aan het krijgen van longkanker?

Answer 19

Ja, bij zowel rokers als niet-rokers.

Question 20

Wat gebeurt er met de incidentie door een dalend aantal rokers in Nederland?

Answer 20

kleincellig longkanker neemt af en adenocarcinoom neemt toe

Question 21

Je bent klinisch geneticus. Op je spreekuur komt een 25-jarige vrouw die genetisch onderzoek wenst, omdat bij haar zus een BRCA1-
mutatie is vastgesteld.
Welke van de volgende aspecten zijn juist om te bespreken met deze 25-jarige vrouw?

Answer 21

Deze vrouw dient uitgelegd te worden dat zij 50% kans heeft op dragerschap van de familiaire BRCA1-mutatie.

Voor deze vrouw kan op korte termijn een MRI van de borsten afgesproken te worden.

Question 21

xxLobulair mammacarcinoom is ten opzichte van invasief carcinoom-NST minder vaak voorkomend maar wel vaker ER pos.

Answer 21

Aanwezigheid van afstandsmetastasen maakt dat de ziekte in principe niet meer te genezen is.
bij mamma

Question 22

Noem drie redenen om bij een patiënte die recent gediagnostiseerd is met mammacarcinoom onderzoek in te zetten naar
afstandsmetastasen?

Answer 22

1 cT4; Bij een patient met een in de huid doorgroeiend mammacarcinoom
2 pN2/3; Bij een patient met palpabele okselklieren
3 Bij een patient die tevens rugpijnklachten heeft
4 Als er eerder in dezelfde borst kanker heeft gezeten
5 tweede primair mamacarcinoom in zelfde borst waarbij een recidief mammacarcinoom niet is uitgesloten

Question 23

xWelke van de onderstaande stellingen over lobulair mammacarcinoom is juist?

Answer 23

het is geassocieerd met een CHEK2 1100delC genmutatie

Question 24

Er zijn twee overwegingen ten aanzien van de timing van reconstructie, namelijk direct of uitgesteld.
Er zijn twee overwegingen ten aanzien van de techniek van de reconstructie, namelijk autoloog of een prothese.
Noem bij iedere mogelijkheid tenminste één voordeel.

Answer 24

voordeel direct: 1 operatie minder, behoud huid-envelop, psychologisch: niet plat
voordeel uitgesteld: meer bedenktijd, makkelijker te plannen, minder grote operatie in 1 keer
voordeel autoloog: mooiste/natuurlijkste resultaat. Ook na bestraling mogelijk. Geen ‘onderhoud’ (wissel prothese)
voordeel prothese: kortere operatie, geen extra littekens, geen risico op afstoting

Question 24

Welk model voor kanker is het meest geschikt om een groot aantal (vele duizenden) mogelijke medicijnen op te testen?

Answer 24

cellijnen

Question 25

Een linker hemicolectomie bestaat uit het verwijderen van de delen van het colon vanaf het colon transversum (links, op 1/3 deel van de
flexura) tot aan de colorectale overgang.
Noem twee arteriële structuren (proximaal en distaal) die bij deze procedure moet worden geligeerd (afgebonden)

Answer 25

Proximaal: arteria colica media
Distaal: arteria mesenterica inferior

Question 26

Wanneer kies je voor een reconstructie (bv. een lokale lap) in het gelaat?

Answer 26

1 als primair sluiten niet lukt
2 als sluiting resulteert in overmatige tractie op belangrijke structuren

Question 27

Noem twee indicaties om bij een patiënt met een primair rectumcarcinoom neoadjuvante chemoradiotherapie te geven.

Answer 27

1 Bedreigde resectiemarge (MRF+)
2 T4 rectumcarcinoom
3 Positieve lymfklieren (cN+)