SET1 Flashcards

1
Q

X Een autologe HSCT wordt ook toegepast bij de behandeling van
niet-hematologische maligniteiten.

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

X Perifeer bloed als stamcelbron geeft een hoger risico op graft-versus-host ziekte dan beenmerg.

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke pijler hoort thuis in deze WHO classificatie van lymfomen?

A

moleculaire typering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van welke origine zijn Reed-Sternberg cellen?

A

B-cel origine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie van deze kenmerken passen goed bij het Hodgkin lymfoom?

A

curabele ziekte, CD30 expressie, jongere leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Je bent longarts. Een 37-jarige man is zojuist gediagnosticeerd met een nietkleincellig longcarcinoom stadium IIIa.
Wat is de aangewezen behandeling op dit moment?

A

chemoradiotherapie, eventueel gevolgd door immunotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

EUS

A
  • Met een EUS kan de bijnier worden aangeprikt.
  • EUS heeft een hoog positief voorspellende waarde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor is typeren van longkanker door middel van weefselonderzoek
belangrijk?

A

voor de therapiekeuze en de prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Om de ernst van een symptoom te meten wordt vaak gebruik gemaakt van NRS.
Waar staat de afkorting NRS voor?

A

Numerieke rating schaal of Numeric rating scale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

x Bij een slecht nieuws gesprek is het belangrijk dat een naaste aanwezig is.

A

Bij een slecht nieuws gesprek mogen ook stiltes vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je bent internist-oncoloog. Je spreekt een 55-jarige vrouw die recent is geopereerd
wegens mammacarcinoom. Het pathologierapport van de mastectomie met
okselkliertoilet geeft de volgende kenmerken:
1 Tumorgrootte 3 cm,
2 Bloom en Richardson (BR) graad III,
3 Er zijn 8 van 16 oksellymfklieren ingenomen door tumorweefsel.
4 Oestrogeenreceptor (ER), progesteronreceptor (PgR) negatief, Her-2-neu
positief.
Op basis van deze gegevens komt patiënte mogelijk in aanmerking voor adjuvante
behandeling.
Welke drie bevindingen zijn prognostisch het minst gunstig?

A

2/3/4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke techniek is of welke zijn aangewezen bij de operatie van een
niet palpabel mammacarcinoom?

A

Plaatsen van een lokalisatiedraad waarbij een harpoenvormig naaldje in de
tumor wordt gebracht en de draad door de huid uitsteekt.
Het inbrengen van een (of meerdere) radioactief gelabeld Jodiumzaadje(s).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welk anatomisch vlak wordt een tissue expander of prothese geplaatst?

A

subpectoraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vanaf welke beginleeftijd krijgt de 25-jarige vrouw welke controle-adviezen, indien zij ook draagster van de CHEK2-mutatie blijkt te zijn?

A

vanaf 35-jarige leeftijd jaarlijks mammografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een belangrijk verschil tussen organoïden en doorgekweekte
tumorplakjes? 2x

A

Organoïden bevatten geen stromale cellen en tumorplakjes wel.
Organoïden blijven prolifereren en tumorplakjes niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een Baker 2 kapselcontractuur na een mammareconstructie met protheses?

A

een palpabel, niet zichtbaar implantaat

13
Q

Bij een borstreconstructie kan gebruik worden gemaakt van uitsluitend
lichaamseigen (autoloog) weefsel of uitsluitend een tissue expander/prothese.
Noem drie voordelen van een tissue expander/prothese-reconstructie ten
opzichte van een autologe reconstructie

A
  1. Geen extra littekens (behoudens het mastectomielitteken)
  2. Technisch eenvoudiger
  3. Kortere operatieduur
  4. Minder grote complicaties
  5. Volume zelf te bepalen (met tissue expanders)
14
Q

Welk essentieel voordeel van borstkanker screening wordt in dit review
besproken en moet volgens het panel afgewogen worden tegen welk belangrijk
nadeel van borstkanker screening?

A

Voordeel: mortaliteitsreductie (of sterftereductie)
Nadeel: overdiagnostiek

15
Q

Noem vier klinische kenmerken zichtbaar op de foto in de bijlage die passen bij de diagnose plaveiselcelcarcinoom?

A

tumor, ulceratie, keratose, actinische keratose/zonbeschadiging omliggende huid

16
Q

x Het risico op lymfogene metastasering neemt sterk toe zodra de muscularis
mucosae door de tumor is geïnfiltreerd.

A

-

17
Q

Je bent dermatoloog. Een 76-jarige man komt op de polikliniek dermatologie met een
histopathologisch bewezen plaveiselcelcarcinoom temporaal rechts met een
klinische afmeting van 1,5 centimeter. Patiënt is verder goed gezond.
Welke behandeloptie heeft de voorkeur, en waarom?

A

Mohs micrografische chirurgie heeft de voorkeur omdat hierbij de gehele snijrand
microscopisch wordt beoordeeld.

18
Q

in opzet curatief
neoadj. chemotherapie
palliatief

A

aanvankelijk kans op genezing
chemotherapie voorafgaand aan de operatie
Behandeling uitgebreide niet curabele (oncologische) ziekte ter verlichting klachten

19
Q

Drie mogelijke redenen voor neoadjuvante chemoradiotherapie (nCRT) bij een
locally advanced rectumcarcinoom zijn:

A

nCRT leidt tot tumorregressie waardoor grotere kans op radicale resectie
nCRT leidt tot het verminderen van het lokale recidief

20
Q

Welke operatie wordt verricht bij een cT4 rectumcarcinoom met ingroei in de
uterus?

A

achterste exenteratie

21
Q

Welke van onderstaande niet-spierinvasieve blaastumoren heeft de hoogste
progressiekans?

A

Een hooggradige tumor met invasie van de lamina propria en bijkomend
carcinoma in situ

22
Q

Prostaatcarcinoom kan door actieve behandeling in een vroeg stadium genezen.
Welke van onderstaande behandelingen heeft géén curatieve intentie?

A

3-maandelijkse LHRH injecties met 6 kuren Docetaxel

23
Q

Noem 5 factoren die tegen het aanleggen van een neoblaas pleiten.

A
  1. Slechte nierfunctie (GFR<45 ml/min)
  2. Eerdere radiotherapie op het kleine bekken
  3. Tumor gelokaliseerd op de blaashals / urethra prostatica
  4. Leeftijd > 75 jaar
  5. Onvermogen zelfkatheterisatie toe te passen
24
Q

Noem de drie belangrijkste genen van het human papilloma virus (HPV) die de proliferatie van de gastheercel stimuleren en Beschrijf tevens per gen het werkingsmechanisme

A

E5 (1p) Stimuleren van EGF-receptor
E6 (1p) Bindt aan p53; Inactiveren van p53 functie; geen apoptose
E7 (1p) Bindt aan pRB; activering van E2F; expressie celcyclus genen

25
Q

Welke vier onderwerpen dienen tijdens dit geplande gesprek in ieder geval aan
de orde te komen om aan de wettelijke eisen van euthanasie te voldoen?

A
  • Het verzoek van patiënte
  • Haar diagnose en prognose
  • Wat patiënte onder ondraaglijk lijden verstaat
  • Mogelijke alternatieven om het lijden te verlichten
26
Q

Aan welke eisen dient medisch wetenschappelijk onderzoek bij mensen te
voldoen om dit ethisch te kunnen verantwoorden?

A

Met respect voor de autonomie van de deelnemer.
Het onderzoek moet wetenschappelijk verantwoord uitgevoerd worden.
Het onderzoek moet een wetenschappelijke vraag beantwoorden.
De deelnemer moet vrijwillig en weloverwogen toegestemd hebben.

27
Q

Noem 3voordelen en twee nadelen van het herhaald afnemen van biopten
ter verkrijging van tumormateriaal voorafgaand en/of tijdens deelname aan
studiebehandelingen.

A
  • je kunt tijdens behandeling het biologisch (farmacodynamisch) effect direct in de tumor meten
  • je kunt voorafgaand aan studiebehandeling vaststellen of een bepaald target eiwit aanwezig is in de tumor (prediktieve
    waarde/factor)
  • je kunt analyseren wat er verandert in de tumor als deze resistent wordt tegen een behandeling
28
Q

Noem de drie belangrijkste eigenschappen van een veilig én effectief werkend
oncolytisch virus.

A
  • Veiligheid voor zowel gastheer als milieu
    (niet ziekteverwekkend voor patiënt en niet ziekteverwekkend voor mensen EN DIEREN in de omgeving);
  • Oncolyse van cellen (tumor degeneratie)
  • Opwekken van - of verbeteren van - tumor gerichte immuun response
28
Q

Bij welke van de onderstaande fasen van ontwikkeling van een geneesmiddel
wordt high throughput screening toegepast?

A

lead finding fase