SET3 Flashcards

1
Q

Wat zijn de teniae coli?

A

longitudinale stroken spierweefsel in de colonwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor wordt het esthetische eindresultaat van een
aangezichtsreconstructie met name bepaald?

A

toepassing van de juiste principes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pico

A

De I kan doorgaans niet de ‘standaardbehandeling’ zijn.
De leeftijdscategorie van de onderzoeksgroep kan vaak achterwege gelaten worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn vier juiste risicofactoren voor het ontstaan van blaaskanker?

A

schistosomiasis,
roken,
cyclofosfamide
en chronische urineweginfecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

x 3D Organoids kunnen bestaan uit meerdere celtypes.

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als wordt gekozen de prostaat te controleren op prostaatkanker, kan de huisarts op
basis van drie overwegingen een juiste risico-inschatting maken.
Welke drie overwegingen zijn dit?

A

Serum PSA bepaling
Rectaal toucher
Risico-calculatie middels een digitale rekenmodule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

xDe p-waarde is de kans op het verkrijgen van het geobserveerde resultaat of
extremer, als de nulhypothese waar is.

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem twee ontwikkelingen die kenmerkend waren voor en/of bijdroegen aan
de sterke opkomst van de statistisch-epidemiologische denkstijl in de
geneeskunde in de tweede helft van de 20e eeuw.

A
  • de opkomst van de randomized controlled trial (RCT) als de gouden standaard voor het testen van de werkzaamheid
    van nieuwe geneesmiddelen;
  • epidemiologische (populatie) studies van chronische ziekten en het bijbehorende ‘paradigma’ van risicofactoren (bijv.
    Framingham-studie en onderzoek naar verband roken en longkanker);
  • de opkomst van klinische epidemiologie en evidence-based medicine.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een vrouw van 65 jaar heeft gehoor gegeven aan het bevolkingsonderzoek op
baarmoederhalskanker. De huisarts heeft een sample ingestuurd naar het
laboratorium. In het laboratorium wordt een HPV 18 virus aangetroffen, verdere
analyse laat een PAP1 zien.
Welk advies dient aan de hand van deze bevindingen aan deze vrouw te
worden gegeven?

A

controle bij huisarts over 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HPV maakt het virale eiwit E7 waardoor celcyclus regulerende genen tot
expressie komen.
HPV maakt het E6 eiwit waardoor p53 wordt afgebroken en apoptose wordt
onderdruk

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je bent dermatoloog en een 37-jarige man komt op het spreekuur met een
veranderende moedervlek op de rug. Dermatoscopisch onderzoekt sterkt je
vermoeden dat het een voor melanoom verdachte laesie is.
Wat is de aangewezen vervolgstap?

A

Je verricht binnen één week een diagnostische excisie van de laesie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dikte boven 1,5mm reexcisie marge > schildwachtklier procedure

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je bent oncoloog en schrijft aan een patiënt een oraal anti-kanker middel voor met
een relatief hoge pKa-waarde. Dit geneesmiddel wordt in de lever gemetaboliseerd
door CYP1A2 tot inactieve metabolieten. je Patiënt gebruikt een proton-pomp
remmer (PPI) en rookt.

A

Gelijktijdig gebruik van een PPI zal geen effect hebben op de
geneesmiddelconcentratie
Roken tijdens de behandeling zal de geneesmiddelconcentratie verlagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wetenschappelijk onderzoek moet kunnen leiden tot nieuwe
inzichten

A

wetenschappelijk onderzoek moet methodologisch goed opgezet
zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De performance status (PS) van een patiënt is essentieel om te bepalen of deze al
dan niet voor studiedeelname in aanmerking kan komen.
Noem twee argumenten die het belang van de inschatting van de PS verklaren

A

ethische afweging, meer kans op bijwerkingen bij slechte conditie, minder kans op voordeel bij slechte conditie, kans dat
geneesmiddel op onterechte gronden als onwerkzaam wordt beoordeeld bij slechte conditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem twee voordelen en twee nadelen van het gebruik van het Newcastle
Disease virus als oncolytisch virus

A
  1. Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens
  2. Genetische manipulatie mogelijk
  3. Effectiviteit wel al bewezen dmv in eerdere klinische trials
11
Q

euthanasie; hoe sta je als arts daar 3x

A

Er zijn verschillende manieren waarop u als arts met hem het gesprek kunt aangaan.
1 Je geeft in een gesprek aan hoe je tegenover euthanasie staat.
2 Je gaat in een gesprek in op de overwegingen die aan de orde kunnen komen
rond euthanasie.
3 Je exploreert de overwegingen van patiënt om tot een verzoek tot euthanasie te
komen

12
Q

Welke gegevens is het meest belangrijk bij de beslissing om te bepalen of een erytrocytentransfusie nodig is?

A

anemie-gerelateerde klachten

13
Q

Noem drie diagnostische procedures op beenmerg die van belang zijn voor de diagnostiek en prognose-bepaling van
MDS?

A

morfologie (aspiraat), pathologie (biopt), cytogenetica;;;; Flow-cytometrie, moleculaire diagnostiek

13
Q

In welk(e) orga(a)n(en) wordt of worden oude neutrofiele granulocyten uit de circulatie verwijderd?

A

milt en beenmerg

14
Q

Je bent longarts. Je ziet op verwijzing van de oncoloog een 62-jarige vrouw, bekend met een gemetastaseerd mammacarcinoom, Recent is
wederom progressie gevonden en heeft zij van de oncoloog te horen gekregen dat er geen tumorgerichte therapie meer mogelijk is. Zij is nu
verwezen naar jou in verband met dyspnoe. Bij lichamelijk onderzoek vind je geen grote afwijkingen. De ademhalingsfrequentie is ongeveer
20 minuut en je meet een saturatie van 97% bij kamerlucht.
Wat is nu de beste benadering?

A

Verder onderzoek is op zijn plaats ondanks de goede saturatie welke gemeten is.

14
Q

Je bent internist. Je bekijkt een leukocytendifferentiatie van een 63-jarige man met leukocyten van 30 x10^9/L (referentiewaarde 5-10
x10^9/L). Hierin worden voornamelijk segmentkernige neutrofiele granulocyten gezien, aangevuld met staafkernige neutrofielen,
metamyelocyten, myelocyten en enkele promyelocyten en blasten.
Waar past dit beeld het beste bij?

A

chronische myeloïde leukemie

14
Q

Welke bewering met betrekking tot een solitaire pulmonale nodule is juist?

A

deze wordt vrijwel altijd bij toeval gevonden

14
Q

Je bent huisarts. Je ziet op je spreekuur een 25-jarige jongedame met wisselende koorts en keelpijn sinds 2 weken. Laboratoriumonderzoek
toont een hemoglobine van 4.2 mmol/ (referentie 7.5-10.0 mmol/L), leukocyten 3.1x10^9/L (ref 5-10 x10^9/L) en trombocyten 90 x10^9/L (ref
150-400 x10^9/L). Je besluit patiënte direct in te sturen naar de Spoedeisende Hulp.
Aan welke diagnose denk je als eerste en welk aanvullend onderzoek wordt als eerste op de SEH gedaan?

A

Gezien de pancytopenie met koorts denkt men in 1e
plaats aan een acute leukemie (AML/ALL).
Het eerste en snelste onderzoek om deze diagnose aan te tonen is een (handmatige) leukocyten differentiatie

15
Q

Noem 3 manieren om een gebied van DCIS voor de operatie te lokaliseren, waarbij mammasparend zal worden
geopereerd?

A
  1. Draad/ Draden
  2. Jodiumbron/ meerdere bronnen
  3. Technetium-99m (ROLL)
15
Q

Je bent longarts. Je ziet een 57-jarige vrouw bij wie er pathologisch vergrote mediastinale klieren zijn. Je denkt aan metastasen in deze
klieren.
Door middel van welk onderzoek kan dit vermoeden worden bevestigd zonder een operatie uit te voeren?

A

door een E(B)US

16
Q

xLobulair mammacarcinoom is ten opzichte van invasief carcinoom-NST minder vaak voorkomend maar wel vaker ER+.

A

-

17
Q

xUitgebreide viscerale metastasen zijn een indicatie voor chemotherapie.

A

-

18
Q

Je bent radiotherapeut. Je ziet een 56-jarige vrouw die bezig is met radiotherapie van de mamma in het kader van een mammasparende
behandeling. Patiënte klaagt over een pijnlijke rode huid ter plaatse. Bij lichamelijk onderzoek zie je een licht erytheem graad 1.
Wat moet je vervolgens aan deze patiënte uitleggen?

A

Dit wordt veroorzaakt door de bestraling en verdwijnt doorgaans enkele weken na het einde van de bestraling.

19
Q

Geef vier voorbeelden van late toxiciteit van adjuvante radiotherapeutische behandeling van een T3N2 mammacarcinoom
die zou kunnen ontstaan.

A

Fibrose
Teleangiectasieen
Radiatiepneumonitis
Longfibrose
2e prim longtumor
2e prim mammatumor
Hartschade
Hypothyreoidie
Lymfoedeem van de arm
Atrofie van de mamma
Hyperpigmentatie
Functieverlies melkproductie
Ribfracturen

20
Q

Je bent arts-onderzoeker en wilt onderzoeken of een bepaalde puntmutatie in het BRCA1 gen een defect in homologe recombinatie
veroorzaakt. Als dat zo is, zou je je patiënt met die mutatie in gemetastaseerde borstkanker namelijk PARP remmers willen voorschrijven. De
mutatie is (nog) niet bekend als een inactiverende mutatie.
Welk materiaal moet je gebruiken en welke test moet je uitvoeren om deze vraag binnen twee weken te beantwoorden voor
deze patiënt?

A

Een biopt, wat je bestraalt en een paar uur doorkweekt, waarna je de lokalisatie van het RAD51 eiwit bepaalt

21
Q

Wat is een ‘patient derived xenograft’ en hoe wordt die gemaakt?

A

Het is een menselijke tumor die wordt doorgekweekt in een muis. Een stukje van de tumor wordt in een immuundeficiënte muis geïmplanteerd en groeit daar uit tot een tumor, die opnieuw getransplanteerd kan worden

22
Q

Welke epitheliale afwijking is niet omgeven door myoepitheel?

A

lobulair carcinoom