SET 10

Question 1

Wat is momenteel de meest gebruikte techniek in diagnostische pathologie voor moleculaire tumor analyses?

Answer 1

ngs

Question 2

n diagnostische pathologie voor moleculaire tumor analyses. Met welke moleculaire techniek kan echter sneller een bepaling worden gedaan (maar met slechts een beperkt aantal
targets tot slechts 1 target)?

Answer 2

pcr

Question 3

Hoe worden translocaties in de tumordiagnostiek van solide tumoren meestal vastgesteld?

Answer 3

in situ hybridisatie

Question 3

WAAR;
Het gesprek over het reanimatiebeleid is een onderdeel van ACP. FF

Answer 3

NIET WAAR;
Advance care planning moet door de arts geïnitieerd worden.
Wilsverklaringen maken geen deel uit van advance care planning

Question 4

Beschrijf wat het biologisch effect van fractioneren is. Benoem het verschil tussen tumorcellen en normale weefselcellen

Answer 4

Na elke fractie kan een deel van de cellen overleven en herstellen. Dit herstel is bij de tumorcellen echter veel minder goed mogelijk dan bij
de normale cellen. Na een aantal fracties is er daarom een groot verschil in aantal overlevende cellen en kan het aantal overlevende
tumorcellen naderen tot nul.

Question 4

Grenzen gezondheidszorg

Answer 4

Grens tussen wat nog wel en niet gezondheidszorg mag worden genoemd
Grens tussen wat nog wel en niet etnisch toelaatbaar wordt geacht
Grens tussen effectieve en niet effectieve en doelmatige en niet doelmatige zorg
Financierbare en niet-financierbare zorg
Grondwettelijke plicht van de overheid tot de bevordering van de volksgezondheid

Question 4

Colchicine remt de polymerisatie van tubuline. Hierdoor kunnen geen microtubuli meer gevormd worden.
Wat is het effect van toevoeging van colchicine aan een celkweek met delende cellen?

Answer 4

Cellen zullen zich ophopen in de prometafase van de mitose Cellen zullen zich ophopen in de prometafase van de mitose

Question 4

Noem 4 aspecten die specifiek zijn voor palliatieve zorg

Answer 4

Stadium van de ziekte (levensbedreigend stadium)
ꞏ Kwaliteit van leven belangrijkste uitgangspunt
ꞏ Multi-dimensionele benadering
ꞏ Gericht op zowel patiënt als naasten
ꞏ Acceptatie van de dood als normaal proces
ꞏ Wens van de patiënt centraal
ꞏ Inclusief rouwbegeleiding

Question 5

Wat zijn de drie belangrijkste stappen bij de synthese van micro-RNA’s? LEREN !!!!!!!!

Answer 5

Micro-RNA wordt gecodeerd in het genoom, dat door RNA polymerase wordt getranscribeerd, dan wordt het pri-micro-RNA door Drosh geknipt tot pre-micro-RNA en tenslotte knip DICER het tot zijn mature vorm van micro-RNA

Question 5

Perifere klokken zijn opgebouwd uit dezelfde klokgenen als de centrale klok. FF

Answer 5

-

Question 5

Waaruit is een enhancer opgebouwd?

Answer 5

DNA

Question 5

Het Burkitt lymfoom bevat een karakteristieke chromosomale afwijking, waarbij de immunoglobuline zware keten (IgH) locus betrokken is.
Op welke wijze draagt de IgH locus bij aan het ontstaan van het Burkitt lymfoom?

Answer 5

Het verhoogt de expressie van een oncogen.

Question 5

Wat is de consequentie van de JAK2-V617F mutatie bij polycythemia vera?

Answer 5

Mutatie leidt tot verlaagde EPO afhankelijkheid van de rode bloedcelvorming.

Question 5

Kan een mutatie in het β-catenine eiwit, waardoor het APC eiwit niet meer aan β-catenine bindt, tot vorming van een colon
adenoom leiden?

Answer 5

Ja, APC kan b-catenine niet meer afbreken. b-catenine kan dan in de kern genexpressie activeren

Question 5

Is RNA-seq een geschikte methode om oncogene mutaties in eiwitten op te sporen?

Answer 5

Ja. Met RNA-seq krijg je sequentie informatie over alle genen (exons) die tot expressie komen

Question 5

Zijn traditionele micro-array of RT-qPCR analyses hiervoor geschikt?

Answer 5

Nee. Met deze methodes moet je van tevoren weten welke genen en sequenties je wilt bekijken. Met RNA-seq kun je onbekende mutaties
in genen (exon) opsporen (zie 1)

Question 5

Wat is een belangrijk verschil tussen genetische en epigenetische veranderingen?

Answer 5

Epigenetische veranderingen kunnen relatief eenvoudig uitgewist worden, genetische niet.

Question 5

Op basis van deze en andere laboratoriumbevindingen wordt bij deze patiënt de diagnose chronische lymfatische leukemie van het mature
B cel type gesteld.
Wat is de morfologie van de lymfocyten die in het perifere bloed werden aangetroffen?

Answer 5

relatief klein (1-1,5 x ø ery) zonder zichtbare nucleoli

Question 5

Door toepassing van gerichte therapieën en immunotherapie is de overleving voor longkanker toegenomen (patiënten leven veel langer na
de diagnose).
Welk effect heeft dit op de incidentie en prevalentie van longkanker?

Answer 5

incidentie blijft gelijk en prevalentie neemt toe

Question 6

Leg uit waarom expressie van telomerase belangrijk is voor het uitgroeien van tumoren.

Answer 6

Telomeren worden bij elke DNA replicatie korter. Telomerase zorgt voor het toevoegen van enkele telomeer repeat eenheden bij
elke ronde van replicatie, zodat cellen oneindig door kunnen blijven prolifereren

Question 6

Leg uit hoe tumoren zonder telomerase expressie toch kunnen uitgroeien

Answer 6

Deze tumoren activeren een ander mechanisme, het zogenaamde ALT (alternative lenghthening of telomeres) mechanisme

Question 6

Soms leidt een gemetastaseerd proces van vooral carcinomen tot verbreding van lymfbanen in de pleura of in de long.
Wat is de pathogenese (oftewel: de verklaring) van dit fenomeen?

Answer 6

ophoping van tumorcellen/verstopping door tumorcellen in/van de lymfbanen

Question 6

Een vrouw van 42 jaar heeft baarmoederhalskanker met 1 lymfkliermetastase in de iliacale regio rechts naast de primaire tumor. Zij wordt
behandeld met uitwendige en inwendige radiotherapie. Tijdens de uitwendige bestraling wordt het doelgebied ter plaatse van de cervix en
de regionale lymfklierstations behandeld.
Noem vier klachten waar patiënte last van zou kunnen krijgen tijdens de uitwendige bestraling.

Answer 6

Diarree- Darmkrampen- Loze aandrang- Cystitis/frequent plassen- Moeheid

Question 6

Wat is het verschil in de doelstelling van inductiebehandeling met chemotherapie en neo-adjuvante behandeling met
chemotherapie?

Answer 6

Bij neoadjuvante doelstelling zal de systemische behandeling altijd worden gevolgd door een in opzet curatieve vervolgstap (vaak zal dat
een operatie zijn); een respons van de primaire tumor op neoadjvante behandeling is niet perse nodig
Bij inductiebehandeling zal alleen wanneer er een goede respons/reactie is opgetreden op de inductiebehandeling het mogelijk zijn een
vervolgstap aan te bieden (vaak ook een operatie); een respons van de primaire tumor is hier dus noodzakelijk.

Question 6

Ze kunnen samen met cytotoxische chemotherapie worden toegediend? Wat

Answer 6

nabs

Question 6

Beredeneer wat er (in het algemeen) gebeurt met de specificiteit als de sensitiviteit van de test verhoogd wordt.

Answer 6

De specificiteit wordt lager (daalt) meestal als de sensitiviteit beter (stijgt) wordt

Question 6

Wat zijn 4 van die historische processen die samenhangen met medicalisering?

Answer 6

Uitbreiding van zorgdomein (t.a.v. omvang, werkterrein en indicatiegebieden)
Toegenomen aanzien/invloed van de medische professie in de samenleving
Oftwel: Herdefiniëring van steeds meer vraagstukken/moeilijkheden tot medisch probleem, met als gevolg uitbreiding van de ‘jurisdictie’ van
medische professionals.
Ontwikkeling van de gezondheidscultuur: gezondheid is een steeds belangrijkere waarde in de samenleving geworden.
Bovenstaande aspecten zijn steeds meer politiek-juridisch verankerd geraakt: gezondheidszorg is steeds een recht (sociaal grondrecht)
geworden.

Question 6

De zorg rondom de oncologische patiënt wordt steeds duurder.
Wat draagt het meest bij aan deze toename van de kosten?

Answer 6

dure geneesmiddelen en toename kosten van medisch specialistische zorg

Question 6

Welke cellen in de darm crypten secreteren het WNT molecuul?

Answer 6

Paneth cellen

Question 6

Bij het folliculair B-cel lymfoom komt frequent een chromosomale translocatie voor tussen het Bcl2 locus en het IgH locus. Deze translocatie
komt niet voor in T-cel lymfomen.
Waarom komt deze translocatie niet bij T-cel lymfomen voor?

Answer 6

T-cellen brengen het IgH gen niet tot expressie.

Question 6

Verklaar hoe reparatie van een dubbelstrengs DNA breuk door homologe recombinatie kan lijden tot verlies van
heterozygotie (LOH)?

Answer 6

LOH kan optreden wanneer het homologe recombinatie DNA reparatiesysteem niet het zusterchromatide maar het homologe
chromosoom als template gebruikt.

Question 6

Welk DNA reparatiemechanisme kan door zuurstofradicalen veroorzaakte oxidatieve DNA schade repareren?

Answer 6

BER

Question 7

Noem drie belangrijke kenmerken van senescente cellen.

Answer 7

Senescente cellen produceren SASP eiwitten
zijn permanent in G0/G1
veroorzaken ontstekingsreactie
veroorzaken weefselveroudering/kanker
veranderen van celmorfologie (cellen worden platter en groter)

Question 7

Welk eiwit is verantwoordelijk voor de afbraak van eiwitten tijdens het apoptose proces?

Answer 7

Caspase

Question 7

De stof cytochalasine D remt de polymerisatie van actine. Hierdoor kunnen geen actine filamenten meer gevormd worden.
Wat is het effect van toevoeging van cytochalasine D aan een celkweek met delende cellen?

Answer 7

cellen zullen meerdere kernen gaan bevatten

Question 7

Noem de drie voornaamste mechanismen die in cellen zorgen voor het vermijden van mutaties tijdens de replicatie en geef
een korte uitleg waarom elk mechanisme vorming van mutaties voorkomt

Answer 7

Selectie van nucleotiden door DNA polymerase, waardoor een precieze complementaire DNA streng wordt gemaakt (1p)
2. Proofreading activiteit van DNA polymerase, waardoor verkeerd ingebouwde nucleotiden worden verwijderd (voordat een nieuwe base
wordt ingebouwd (1p
3. DNA mismatch reparatie, waardoor verkeerde basen worden verwijderd (nadat er al meerdere basen zijn ingebouwd;

Question 7

Wat is het DIRECTE gevolg van behandeling met PARP remmers?

Answer 7

meer enkelstrengs breuken in alle cellen van het lichaam

Question 8

Omschrijf drie kenmerken van klonale hematopoiese.

Answer 8

Criterium 1 (Aantal punten: 3)
In de gezonde bevolking aanwezig (geen hematologische maligniteit)
Vooral bij ouderen (ongeveer 10%)
Zelfde mutaties als die gevonden bij hematologische maligniteiten (vroeg verworven mutaties)
Mutaties geven een groeivoordeel aan stamcellen
Verhogen kans op hematologische maligniteit, maar relatief laag risico
Er zijn factoren die kans op progressie naar AML voorspellen (>1 somatische mutatie, bepaalde typen mutaties en grote van de mutant
kloon (VAF))