SET 1 Flashcards

1
Q

2 dierenrechten

A
  1. Het welzijn van mens of dier wordt bepaald door hun ‘capabilities’, hun vermogens om te doen wat voor hen belangrijk is
  2. Dieren hebben recht op leven, gezondheid, lichamelijke integriteit, spel, verbeelding, emotie, praktische rede, verbinding en controle over
    hun leefomgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar krijgen tumoren energie van?

A

De tumor krijgt zijn energie uit glycolyse en niet uit oxidatieve fosforylering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarom WES (alleen exonen) ipv NGS? voordelen deze manier van sequencen

A
  1. De exonen bevatten het coderend deel van het genoom, hierin zijn de oncogene mutaties aanwezig. (1p)
  2. Het ‘exoom’ beslaan maar 1.5% van het genoom. Met WGS gebruik je 98.5% van de data niet. (1p)
  3. Met WES kun je daarom dieper sequencen waardoor je ook oncogene mutaties die niet in alle cellen voorkomen kan detecteren. (1p
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het effect van behandeling met een DNA methyltransferase remmer zoals Decitabine?

A

Het methyleringspatroon normaliseert zich, de conditie van veel patiënten verbetert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kunnen dergelijke translocaties bijdragen aan het ontwikkelen van leukemie?

A

Een gen komt onder de controle van enhancers van een ander gen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In de familie van een jonge, gezonde vrouw van 32 jaar is darmkanker vastgesteld bij grootvader (op 60-jarige leeftijd) en
moeder (op 57-jarige leeftijd). Een Lynch syndroom werd aangetoond. Uiteraard bestaat er veel onrust bij deze vrouw over
erfelijkheid en risico’s. Zij vraagt aan jou als huisarts of immunotherapie zinvol is.

A

De rol van immunotherapie bij Lynch geassocieerd colorectaal carcinoom lijkt rationeel maar is buiten studieverband nog geen
standaardbehandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg in maximaal 30 woorden uit waarom in geval van een aangetoond Lynch syndroom screening op kanker van de
urinewegen niet wordt geadviseerd.

A

lage frequentie (1pt), geen goede screeningsmethode/vroegdiagnostiek (1pt), geen bewezen effect op kanker gerelateerde sterfte (1pt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een patiënt verschijnt op de polikliniek met een afwijkend bloedbeeld. Moleculair onderzoek wijst uit dat er bij deze patiënt
sprake is van een mutatie in een groeifactor receptor, die leidt tot de aanmaak van mutant receptor eiwit MPL-W515L.
Bij welke combinatie van ziektebeelden komt deze mutatie voor?

A

essentiële thrombocytose (ET) en primaire myelofibrose (PMF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MPL

A

ET en PMF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PV

A

90% JAK2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Puntmutaties in het RAS gen komen vaak voor bij verschillende vormen van kanker.
Door deze mutaties ontstaat een oncogene vorm van het RAS eiwit, die continu
actief is.
Hoe wordt dit veroorzaakt?

A

De mutatie verbreekt de binding van het RAS-GAP eiwit aan oncogeen RAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke genen zijn het vaakst gemuteerd in Familiair
Adenomateuze Polyposis (FAP) syndroom carcinomen?

A

APC en P53 (tumorrepressorgenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf kort drie mogelijke redenen waarom een anti-tumorrespons bij een
klinisch manifeste tumor niet effectief is, ook al is deze geïnfiltreerd door
immuuncellen.

A
  1. Tumoren worden niet als vreemd herkend / zijn niet immunogeen / zijn lichaamseigen
  2. Oppervlaktemoleculen op tumorcellen (en ontstekingscellen) onderdrukken activatie van T-cellen.
  3. In de tumor ontbreekt het aan co-stimulatoire moleculen om T-cellen te activeren
  4. Factoren geproduceerd door de tumorcellen onderdrukken de activatie van immuuncellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een goede reden om JAK2 remmers bij MPN voor te schrijven?

A

het verbeteren van kwaliteit-van-leven gerelateerde klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HR; zusterchromatide vs homoloog.

A

Wanneer het HR DNA herstelproces het homologe chromosoom als template
gebruikt gaat het reparatieproces soms gepaard met verlies van één van de
twee allelen. bij homoloog is dat niet zo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie mogelijke verklaringen voor het asynchrone delingsgedrag van de tumorcellen

A

1 De tumorcellen hebben hun circadiane klok verloren.
2 De circadiane klok van de tumorcellen is intact en gekoppeld aan de celcyclus,
maar reageert niet meer op lichtprikkels.
3 De circadiane klok van de tumorcellen is intact, maar ontkoppeld van de
celcyclus.

7
Q

senescente cellen

A

Senescente cellen zijn onomkeerbaar in de G0 fase van de celcyclus.

7
Q

Wat zijn de twee histologische basis componenten van een tumor (benigne of
maligne)?

A

matrix en parenchym

8
Q

Welke tumoren zijn afkomstig van bloedvaten?

A

hemangioom

8
Q

Bij welke tumoren spelen BRAF mutaties een rol (voor diagnose of
behandeling)?

A

melanoom en papillair schildkliercarcinoom

8
Q

Welk type receptor is hoofdverantwoordelijk voor de bewegelijkheid van cellen
in de ECM?

A

integrines

8
Q

Wat zijn de twee belangrijkste prognostische factoren van adenocarcinomen?

A

invasiediepte en lymfogene uitbreiding

8
Q

PET/SPECT

A

Beide technieken maken gebruik van detectie van gammastraling EN zijn 3D-diagnostische afbeeldingstechnieken.

8
Q

Wat betekent een kleine therapeutische ratio?

A

Kleine therapeutische ratio: de dosis die nodig is om tumorcontrole te krijgen ligt heel dicht bij de dosis waarna late schade
aan een gezond orgaan kan ontstaan

8
Q

Noem minstens drie biologische en/of fysische maatregelen die de
radiotherapeut kan nemen om de tumor toch te kunnen bestralen als het een kleine therapeutische ratio heeft.

A
  1. Fractiedosis verhogen (hypofractionering)
  2. Intensiteits gemoduleerde bestralingstechniek gebruiken
  3. Kleine marge gebruiken voor PTV; positionering optimaliseren/controleren
9
Q

Leg aan de hand van het bevolkingsonderzoek borstkanker uit wat het begrip
‘length bias’ inhoudt.

A

Screening detecteert relatief veel langzaam groeiende vormen van borstkanker (1 punt), hierdoor wordt de
overlevingswinst door screening overschat

10
Q

Wanneer spreekt men van indirecte DNA-schade door radiotherapie?

A

bij schade aan het DNA door vrije radicalen

11
Q

Waarom is hoge LET-straling bij gelijke energie effectiever dan lage LET-straling?

A

bij een hoge LET zijn er veel meer ionisaties langs het spoor van een ioniserend deeltje

12
Q

Waarom is het zuurstofarme centrum van een tumor minder gevoelig voor bestraling?

A

Er kunnen minder vrije zuurstofradicalen gevormd worden.

13
Q

het gesprek over het reanimatiebeleid is een onderdeel van ACP FF

A

-

13
Q

Noem vier aspecten die specifiek zijn voor palliatieve zorg.

A

stadium van de ziekte (levensbedreigend stadium)
kwaliteit van leven belangrijkste uitgangspunt
multi-dimensionele benadering
gericht op zowel patiënt als naasten
acceptatie van de dood als normaal proces
inclusief rouwbegeleiding
wens van de patiënt centraal

14
Q

Bij utilitarisme wordt er gestreefd naar een zo groot mogelijke verbetering in gezondheid voor zoveel mogelijk mensen. Bij optie 1 is het totaal
aantal profiterende patiënten en QALYs hoger FF

A

-

15
Q

wat is Lead Time

A

het is de periode tussen het preklinisch detecteerbaar worden en de eerste klinische symptomen